Hoe duurzaam is Italië?

Er gebeurt veel op het gebied van duurzaamheid. Zeker niet alleen in Nederland of België. Sterker nog, er zijn meerdere landen waar we veel van kunnen leren. Dit keer: Italië.

Wie aan landen denkt die het goede duurzame voorbeeld geven, denkt misschien niet meteen aan Italië. ‘De laars’ staat vooral bekend vanwege het lekkere eten, goede wijn en helaas ook de corruptie – hi Berlusconi. Toch kunnen we ook van de Italianen leren op het gebied van duurzaamheid. Vijf voorbeelden.

1. Klimaatles

Italiaanse kinderen krijgen sinds 2019 klimaatles op school. De toenmalige minister van onderwijs, Lorenzo Fioramonti, voerde de verplichte klimaatles in om te zorgen dat Italië het eerste land is waar duurzaamheid ‘het hart vormt van alles wat op school wordt geleerd.’ Kleine kinderen leren erover door middel van sprookjes en verhalen, kinderen uit groep 6 leren over de gevolgen van klimaatverandering en middelbare scholieren moeten blokken op de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de Verenigde Naties. Elke week krijgen de leerlingen minimaal een uur duurzaamheidsles, dat de komende jaren oploopt. ‘De 21ste-eeuwse burger moet een duurzame burger zijn’, zei Fioramonti tegen de New York Times.

2. Vliegtaks

In 2020 voerde Italië een vliegtaks in van minimaal 15 euro voor een ticket binnen Europa, en 45 euro op een intercontinentale vlucht. Italië voegt zich daarmee bij het rijtje landen waar de hoogste vliegbelasting wordt geheven. Samen met Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en Zweden. Nederland hield het toen bij en schamele 7 euro vliegbelasting per ticket. België rekent 10 euro voor vluchten tot 500 km, 2 euro voor langeafstandsvluchten binnen de Europese Economische Ruimte en 4 euro voor elke andere vlucht.

3. Belasting wegwerpplastic

In Italië wordt sinds 2020 een belasting op wegwerpplastic geheven. Plastic flesjes, tasjes en voedselbakjes zijn dan per kilo 45 cent duurder. De prijs wordt doorberekend in de producten waar het plastic omheen zit, waardoor deze producten duurder zijn dan milieuvriendelijkere verpakkingen. Dat moet ervoor zorgen dat producenten afstappen van het gebruik van wegwerpplastic. Gerecycled plastic is daarbij uitgezonderd.

4. Slow food

De Slow Food beweging is ontstaan in het Noord-Italiaanse Bra. Het is een culinaire beweging die zich afzet tegen de industriële productie van voedsel met als doel de traditionele keuken te behouden. De beweging focust zich op het blijven telen van lokaal voedsel, omdat dat beter is voor de biodiversiteit en het voedsel niet meer over de hele wereld gesleept wordt. Ieder jaar is er een groot Slow Food congres, de meest recente was afgelopen juli, in het Italiaanse Pollenzo.

5. Duurzaam toerisme

Massatoerisme wordt vaak in één adem genoemd met Venetië. De stad die letterlijk aan zijn eigen schoonheid ten onder gaat, omdat het voor de oorspronkelijke Venetianen niet meer leefbaar is. Het eiland Procida, net voor de kust van Napels, wil het juist helemaal anders doen. Het is dit jaar uitgeroepen tot culturele hoofdstad van Italië en wil een voorbeeld zijn van een duurzame vakantiebestemming. Dus een plek waar de lokale economie in evenwicht is met het toerisme.

Door niet in te zetten op marketing, maar juist in te zetten op toeristen die vaker terugkomen naar het eiland, wil Procida dat bereiken. Er is bovendien een plastic verbod op het eiland, en door het voedsel van zo dichtbij mogelijk te halen wil het de Zuid-Italiaanse economie stimuleren. Hopelijk kijken enkele Belgische burgemeesters mee, want ons land kan er vast ook wat van leren.

Meer