Direct naar artikelinhoud
Blik op BelgiëBrussel

Brussel telt weer meer toeristen, maar met hen ook meer bedelaars: ‘Ik ben in shock, is dit Europa?’

De Brusselse Grote Markt – archiefbeeld.Beeld Marc Baert

Na een periode van lockdowns en strenge coronamaatregelen wemelt het in Brussel opnieuw van de dagjestoeristen. In hun kielzog duiken ook weer meer bedelaars in de straten van de hoofdstad op. ‘Is dit Europa? Hoe kan dit?’

“Belgian Beer and fries. Ooh, and chocolate!” Aan het Théâtre Royal des Galeries, in de Brusselse Koninginnegalerij, spreekt een gids een groepje Spaanse toeristen toe. Ze kijken om zich heen, terwijl ze horen dat ze zo meteen een uurtje de tijd krijgen om het stadscentrum te verkennen. Al snel banen enkele leden van de groep zich een weg door de drukke galerij, waar ze halt houden aan Neuhaus Chocolade. 

Nadat ze de etalage uitvoering bestudeerd en gefotografeerd hebben, kopen ze pralines. De dame achter de toonbank lijkt het allemaal wel amusant te vinden. “Het is gelukkig opnieuw wat drukker hier”, zegt ze. “Er komen nu al 30 procent meer klanten dan vorig jaar.” 

De juwelier tegenover de bekende chocolatier is eveneens tevreden. “Ook wij zien de toeristen weer graag komen, en dit jaar zijn het vooral Amerikanen.” Een koppel Amerikanen komt toevallig net voorbij. “Gisteren zaten we in Brugge en nu spenderen we een dagje in Brussel. We houden van België”, klinkt het. De juwelier, wanneer het koppel wegstapt: “Weet u, ik merk wel dat de toeristen minder geld uitgeven. Zelfs de Amerikanen geven weinig uit. Maar bon, ik klaag niet.”

Jeroen Roppe, woordvoerder van Visit Brussels, bevestigt dat het aantal toeristen in Brussel stelselmatig toeneemt. Recordjaar 2019 is vooralsnog niet overtroffen, maar dat zal niet lang meer duren. “Het gaat de goede richting uit”, zegt hij. “We bereiken stilaan weer het niveau van voor corona. Hotelovernachtingen, museumbezoeken en boekingen zitten in de lift.” Volgens Roppe speelt vooral het aantal muziekevenementen in Brussel en omstreken een belangrijke rol bij die hernieuwde toeloop in de hoofdstad.

Brussel telt weer meer toeristen, maar met hen ook meer bedelaars: ‘Ik ben in shock, is dit Europa?’
Beeld Samira Atillah

Terwijl ik naar de Grasmarkt slenter, kan ik een glimlach niet onderdrukken. Groepjes toeristen met gidsen – die trots met vlaggetjes zwaaien – zijn opnieuw van de partij. Zelfs ik, die dergelijke vlaggetjes uiterst belachelijk vind, kan mijn blijdschap niet onderdrukken. Het gaat inderdaad goed in Brussel. Een Chinees meisje en haar vriend zeggen voor het eerst in België te zijn. Op de Grote Markt staan er bijna alleen toeristen, die foto’s maken en druk babbelend in het Duits, Amerikaans en Chinees hun weg zoeken. Een Israëlische gids spreekt intussen met veel overtuiging over de architectuur van de gebouwen op de markt. Een man, die de gids volgt: “We zijn pas gearriveerd. We komen van Parijs en gaan morgen naar Amsterdam. Ik wil graag die jongen zien. Hoe heet hij weer? Pipiboy.

De gids zelf is ook content. “Ik ben al 26 jaar gids. Tijdens corona was het lastig, maar nu zie ik opnieuw zes groepen per week.” Toch moet de man nog iets kwijt. “Nu de toeristen er weer zijn, zien we ook meer bedelaars. Dat vinden de toeristen niet leuk. Ze voelen zich niet veilig.” Een jongen uit Qatar zegt iets later net hetzelfde. “Hier zijn veel arme mensen. Ik ben in shock: is dit Brussel? Europa?”

Filip Keymeulen, straathoekwerker bij Diogenes vzw, bevestigt wat de toeristen zien. Hij stelt dat vooral de Romagemeenschap heel zichtbaar is in het centrum. “Het is een grote groep mensen die alleen maar een beroep kunnen doen op het recht op dringende medische hulp. Vaak hebben ze al een lange weg afgelegd door Europa en waren ze nergens welkom. Ze hebben sterke familiebanden, maar de banden met het thuisland zijn vaak broos en ook daar kregen ze te maken met discriminatie. Ze moeten het zonder minimaal comfort en zelfs veiligheid rooien: ze slapen op straat, en dan is gaan werken geen optie. Er rest hen alleen maar te bedelen om een bestaan bij elkaar te sprokkelen, en dat is wat ze doen in de hoofdstad.”

De gids, die net een paar bedelaars van zich afschudt, haast zich naar zijn groep en maakt een foto vooraleer hij afscheid van hen neemt. Terwijl ik richting het station wandel, zie ik een bedelaar viool spelen. Een groep toeristen houdt halt om te luisteren. Een taxichauffeur, die aan zijn wagen een sigaretje rookt: “We zijn blij dat het normale leven weer opstart. De bedelaars horen er gewoon bij. Het hoort bij de sfeer.”