Direct naar artikelinhoud
Voor u uitgelegdReuma

Kan reuma ineens toeslaan, van de ene op de andere dag?

Kan reuma ineens toeslaan, van de ene op de andere dag?
Beeld Getty Images

De kiem voor de ontwikkeling van reuma zit soms al jaren in het lichaam, voordat de ziekte zich ontwikkelt. 

Twee dagen na een tennistraining kreeg een 48-jarige vrouw ineens een dikke knie. Dat was eind vorig jaar. Nu, maanden later, is de knie nog altijd dik. “De zwelling zit rond de hele knie”, schrijft de vrouw. “Vooral na beweging. Alsof iemand iets oppompt. En ik heb stekende pijnen in de knie zelf.”

Ze heeft nu een afspraak met de reumatoloog. Maar reuma, van de ene op de andere dag? Kan dat, vraagt de vrouw zich af.

“Een diagnose kan ik op afstand niet geven”, zegt Jaap van Laar, hoogleraar reumatologie in het UMC Utrecht. “Maar het kan reumatoïde artritis zijn, een van de meest voorkomende vormen van reuma. Het kan zeker ook een andere reumatische ziekte zijn. Daar zijn er ongeveer tweehonderd van”, zegt hij.

Dat de klachten opeens optraden is ongewoon voor reumatoïde artritis, maar dat de zwelling zo lang aanblijft (zonder behandeling) past wel bij een chronische gewrichtsontsteking zoals reumatoïde artritis of een variant ervan. “Meestal gaat het geleidelijker, maar reumatoïde artritis heeft een heterogeen ziektebeeld, dat zich in veel gedaantes kan manifesteren in handen, polsen en voeten maar vaak ook in de knieën kan beginnen.” Het kan dus wel, dat de ziekte ineens toeslaat.

In de longen

Reumatoïde artritis is een auto-immuunziekte. De gewrichten gaan ontsteken doordat afweercellen en antilichamen (auto-anstistoffen) gewrichten aanvallen. Er zijn aanwijzingen dat die auto-antistoffen al jaren voordat iemand reumatoïde artritis krijgt worden geproduceerd”, zegt Van Laar. “Dat is aangetoond in onderzoek met muizen. Uit dat onderzoek blijkt ook dat roken een rol kan spelen. Als je muizen blootstelt aan sigarettenrook, kunnen ze specifieke auto-antistoffen in de longen en gewrichten maken die ook bij reumatoïde artritis voorkomen.”

Wie de auto-antistoffen in zijn of haar lichaam heeft, hoeft nog niet ziek te zijn en ook krijgt niet iedereen met auto-antistoffen in het bloed reumatoïde artritis. Er moet dus meer gebeuren voordat het ontregelde afweersysteem tot deze auto-immuunziekte leidt. “Wat die trigger is, dat is de hamvraag”, zegt Van Laar. Roken kan zo’n trigger zijn, of hormonale schommelingen. Reumatoïde artritis komt meer bij vrouwen voor. Maar een goed wetenschappelijk antwoord op die vraag is er nog niet.

Reumatoïde artritis kan zich onder meer manifesteren in handen, polsen, voeten en knieën.Beeld Colourbox

Er zijn veel meer auto-immuunziekten dan alleen reumatoïde artritis. Denk aan diabetes mellitus, waarbij de alvleesklier is aangedaan, en de ziekte van Crohn waarbij de darmen ontstoken raken. Zeg maar de zachte delen van het lichaam. Hoe komen de auto-antilichamen bij reumatoïde artritis terecht in de gewrichten? “We weten uit proefdieronderzoek dat auto-antistoffen door de bloedvaatjes in de gewrichten kunnen sijpelen, vanuit het gewricht de bloedbaan in en andersom, zeker als de bloedvaatjes wat verwijd zijn zoals bij ontstekingen”, zegt Van Laar. “Als dat gebeurt, kan er een reactie plaatsvinden waarbij auto-antilichamen gewrichtsontstekingen zodanig verergeren dat het chronisch kan worden.”

Betere behandeling

De vrouw met de dikke, stijve en pijnlijke knie schrok toen zij een verwijzing kreeg naar de reumatoloog. Reumatoïde artritis is dan ook een nare, chronische aandoening, al is de ziekte veel beter te behandelen dan vroeger. “Als je nu vergelijkt met twintig jaar geleden, dat is een verschil van dag en nacht”, zegt Van Laar. “We hebben bijvoorbeeld geleerd dat hoe vroeger je anti-reumatica (medicatie tegen reuma, red.) inzet en hoe intensiever de behandeling in de beginfase, des te groter de kans dat een patiënt een remissie krijgt.” Een remissie is de toestand waarin de ziekte geen klachten meer veroorzaakt en er geen gewrichtszwelling meer aantoonbaar is.

“Nu lukt het met moderne anti-reumatica om bij 70 tot 80 procent van de patiënten in ieder geval de ziekte onder de duim te krijgen. En bij de helft van de patiënten langdurig. Soms komen patiënten zelfs van de medicijnen af. De vooruitzichten voor patiënten met reumatische artritis zijn dus drastisch verbeterd.”