Direct naar artikelinhoud
AnalyseDroogte

Na natuurbrand in Luxemburg: hoe goed zijn we in Vlaanderen daarop voorbereid?

Het Zuidpark in Gent is al een tijdje niet meer groen door de hitte en droogte.Beeld Eric de Mildt

Op meerdere plekken in Vlaanderen is het risico op natuurbrand door de aanhoudende hitte de komende week ‘hoog tot zeer hoog’. Hoe goed zijn we daarop voorbereid? 

De hittegolf was nog niet eens officieel begonnen of het was al prijs in de provincie Luxemburg. Dinsdagavond ontstond er in de gemeente Vaux-sur-Sûre een brand in een beschermd natuurgebied. Tegen de ochtend kreeg de brandweer, met behulp van landbouwers die water aanleverden, het vuur onder controle. Tussen 10 en 12 hectare zou in rook opgegaan zijn.

Zorgt de hittegolf ook voor natuurbranden in Vlaanderen? Die kans is reëel. Niet voor niets geldt sinds woensdag code rood in alle natuurgebieden in Vlaanderen. “We kondigen dat aan als er een acute kans op natuurbranden is", zegt Jelle De Wilde, woordvoerder van Natuur en Bos. “Op dit moment lijkt het erop dat de droogte lange tijd zal aanhouden. In combinatie met een droge oostenwind is er dan weinig nodig om brandjes te doen opflakkeren.”

‘Door de combinatie van de droogte en de oostenwind is er niet veel nodig om vuur te doen opflakkeren’
Jelle De WildeWoordvoerder natuur en bos

Vooral in de provincies Antwerpen en Limburg en in delen van Oost-Vlaanderen, wordt het de komende week opletten. Daar is het risico op natuurbrand de komende week ‘hoog tot zeer hoog’, blijkt uit een Europese barometer voor natuurbranden (EFFIS). Uit gegevens van professor Jan Baetens (UGent), die in 2020 een risicokaart voor natuurbranden in België opstelde, blijkt Hechtel-Eksel de gemeente met het hoogste brandgevaar.  “De zandgronden die je daar vindt, drogen nu eenmaal sneller uit dan leembodems”, zegt Guido Winters, regiobeheerder Limburg van het Agentschap Natuur en Bos. “Bovendien zijn naaldbomen veel gevoeliger voor brandgevaar dan loofbomen.”

Toch ontstaan natuurbranden zelden uit zichzelf. Bij verreweg de meeste branden deed een mens de brand ontsteken, zij het doorgaans onbewust. Een gloeiende kool van een barbecue, een achtergelaten sigarettenpeuk of een te warme motor kunnen bij extreme droogte al voldoende zijn. Zo deden de slippende banden en de oververhitte motor van een defecte wagen in 2011 een brand ontstaan van honderden hectare in het Limburgse Meeuwen-Gruitrode. “Soms kan zelfs een stukje achtergelaten glas de zonnestralen net genoeg versterken dat een brand kan ontstaan", zegt Winters. 

Wees waakzaam 

Het Agentschap roept dan ook op om dezer dagen extra waakzaam te zijn in natuurgebieden. “We begrijpen uiteraard dat mensen verkoeling willen zoeken in de natuur”, zegt woordvoerder Jelle De Wilde. “We vragen mensen om dat te doen in bossen die ze goed kennen en niet tot diep in een bos te trekken waar ze minder thuis zijn. Het is belangrijk dat mensen zich snel kunnen oriënteren en het gebied verlaten mocht het misgaan.” 

Waar we natuurbranden vroeger vooral op televisiebeelden vanuit de Zuid-Europese landen te zien kregen, zullen ze door klimaatopwarming ook steeds vaker in ons land voorkomen. In 2012 waren er volgens gegevens van het Federaal Kenniscentrum voor de Civiele Veiligheid (KCCE) 1.569 brandinterventies voor branden op gras, bos of heide. In 2020 waren dat er al 3.027. 

Heeft ons land zich ook aan die veranderende realiteit aangepast? Dat blijkt maar deels het geval. Zoals wel vaker was er eerst een ramp nodig om het thema natuurbranden hoger op de politieke agenda te krijgen. In 2011 gaf toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Annemie Turtelboom (Open Vld) de opdracht om een nationaal actieplan Natuurbranden te ontwikkelen. De directe aanleiding daarvoor was een reeks enorme bosbranden datzelfde jaar in de Hoge Venen, in Meeuwen en in Kalmthout. 

Toch duurde het nog tot vorig jaar tot verschillende van de maatregelen uit dat actieplan uitgewerkt werden. “Sinds vorig jaar zijn er specifieke protocollen over hoe brandweermannen moeten opereren bij natuurbranden, want die vereisen een heel andere aanpak”, zegt Maya Gijselaar van de dienst noodplanning van de Antwerpse gouverneur. Anders dan bijvoorbeeld Frankrijk heeft het Belgische brandweerkorps weinig ervaring met natuurbranden. “Verschillende brandweerlieden gaan daarom op opleiding naar Frankrijk en leiden op hun beurt Belgische brandweermannen- en vrouwen op.”

Risicoanalyse

Ook is er bijvoorbeeld werk gemaakt van een betere cartografie. Met behulp van drones kan de brandweer vandaag veel accuratere informatie en beelden leveren over de grootte en richting van een uitslaande natuurbrand. Nu code rood ingaat, worden ook de noodplannen van de provincies opgefrist. Zo worden afspraken gemaakt met de federale politie over de levering van bijvoorbeeld helikopters, net als met de buurlanden. “Ook zullen de brandtorens in natuurgebieden permanent bemand worden en zullen patrouilles rondrijden in de risicogebieden”, zegt Gijselaar.

Brandgevaar EFFISBeeld DM

Toch is er nog een pak werk om die risicogebieden te detecteren. Als lid van het expertenpanel rond natuurbranden van de Europese Commissie werkt data-analist en professor Jan Baetens mee aan grootschalige Europese risicoanalyses voor natuurbranden. Maar in de afgelopen jaren kreeg hij van de dienst Binnenlandse Zaken geen enkele keer op tijd de data over natuurbranden van dat jaar aangeleverd. 

“Waar een natuurbrand plaatsvond, hoe groot die werd of hoelang die duurde: dat werd tot vorig jaar in ons land niet systematisch bijgehouden", zegt Baetens. Die gegevens zouden nochtans goed van pas komen, bijvoorbeeld om risicoanalyses af te zetten tegen de gegevens van recente bosbranden in ons land. “Alleen dan kun je nauwkeurig bepalen wat de risicogebieden voor natuurbrand zijn", zegt Baetens. “Dat lijkt me geen overbodige kennis.”