"Als ik het kan vanuit een wiebelende kajak, dan kan iedereen het"

Hoeft het nog gezegd? In onze wateren drijft een enorme hoop afval. En het plastic dat aanspoelt op het strand en we dus te zien krijgen, is maar het topje van de ijsberg. Met zijn zeekajak probeert Dimitri Vandepoele (35) iets aan die ronddrijvende rotzooi te doen. In de hoop dat anderen zijn goede voorbeeld volgen. “Want het wordt steeds meer en meer en meer.”

Kijk eens om je heen en bewonder de wondere wereld van plastic. We gebruiken het voor zowat alles: voedingsverpakkingen, kledij, elektronische apparaten, gadgets,... Hoewel we milieubewuster worden, gaan we nog steeds onbezonnen om met plastic. “Mensen vinden al de vuiligheid die ze tegenkomen op het strand erg, maar beseffen niet dat dit nog maar een zesde is van wat er werkelijk in onze wateren ronddrijft”, zegt professor Milieutoxicologie Colin Janssen.

Van stofzuigers tot koelkastdeuren

Dimitri Vandepoele is een 35-jarige fervente zeekajakker. Al heel zijn leven woont hij aan zee en valt het hem ook op dat er enorm veel afval wordt achtergelaten. Daarom is hij begonnen met alles wat hij op zee in zijn kajak tegenkomt op te rapen. "In de tien jaar dat ik zeekajak heb ik al honderden kilo’s vanuit zee of vanop het strand opgepikt. En het valt op dat het steeds meer en meer en meer wordt."

Vandepoele vist voornamelijk plastic zakjes en ander klein afval op, maar stoot af en toe ook op gekkere voorwerpen. Een industriële stofzuiger bijvoorbeeld. Of jawel, een koelkastdeur.

In 1950 werd er wereldwijd 1,7 miljoen ton plastic geproduceerd. In 2014 was dat al 311 miljoen ton. Sindsdien komt er elk jaar 4 à 5 procent nieuw plastic bij. Een groot deel daarvan komt in onze rivieren en zeeën terecht. "Er zijn geen wetenschappelijke publicaties die exact kunnen aantonen hoeveel plastiek er in alle wateren zit omdat er nu te veel variabiliteit op de metingen zit. Die zijn over de hele wereld anders", verklaart Janssen. "Maar we schatten dat er zo’n 5 tot 12 miljoen ton plastic per jaar in onze oceanen terechtkomt."

Single use-plastic

"De hoeveelheid afval piekt vooral in de zomervakanties wanneer er meer toeristen en dagjesmensen naar zee komen”, weet Vandepoele. “Het afval dat ik tegenkom, komt effectief van mensen die hun vuiligheid achterlaten op het strand omdat ze te lui zijn om hun brol in de vuilnisbak te gooien."

Ongeveer 60 tot 80 procent van het afval dat in de zeeën en oceanen ronddrijft, is werkelijk afkomstig van het land. Toch is de bewustwording in de laatste tien jaar zeker gestegen volgens Janssen. Alleen pakken we de vervuiling nog steeds niet op de juiste manier aan. "We zijn diertjes die het onszelf graag gemakkelijk maken. Waarom zou je een boodschappentas meenemen als je in de winkel zelf een zakje krijgt? We zijn een beschaafd land, maar gaan zeer onbezonnen om met plastic. Ongeveer 25 miljoen ton plastic in Europa wordt slechts eenmalig gebruikt. De oplossing zit niet in ons ophaalsysteem van pmd-zakken, want slechts een derde van alle plastic materialen wordt hiermee opgeruimd om te recycleren. En recycleren verandert bovendien ons gebruik niet: het blijft plastic dat we in een andere vorm terugkrijgen. We moeten dus de bron aanpakken. Wij moeten minder plastic consumeren, te beginnen bij single use-plastic."

Microplastics

Door zijn watersport ondervindt Vandepoele die vervuiling aan den lijve. "Ik zit in een vaartuig waarbij mijn gezicht amper een meter boven het wateroppervlak uitsteekt en ik word letterlijk met mijn neus op de feiten gedrukt. Het afval beperkt zich niet tot wat de mensen enkel zien aan de hoogwaterlijn."

Van al het plastic in het water, spoelt volgens Janssen ongeveer 15 procent aan en drijft 15 procent rond. De overige 70 procent zakt naar de zeebodem waar het voor niemand zichtbaar is.

En dan spreken we niet alleen over grote delen plastic, wat op zich al 700 verschillende soorten zeedieren beïnvloedt: zowel zoogdieren, vogels en schildpadden. Ieder jaar sterven er tussen de een en anderhalf miljoen zeedieren door het eten van plastic. Schildpadden, bijvoorbeeld, zien plastic zakken aan voor kwallen. Maar groot plastic wordt klein. Door het zonlicht en de golfslagen wordt het afval zodanig verbrokkeld, dat we spreken van microplastics.

"Per Vlaming komen er dagelijks 5000 kleine deeltjes plastic in onze rivieren terecht nadat het water is gezuiverd", vertelt Janssen. "En dan wordt het zelfs niet alleen gevaarlijk voor het leven in de zee, maar ook voor ons. Microplastics dringen door tot de kleine zeedieren en zij vormen de basis van onze voedselketen." Onderzoek van Janssen toonde enkele jaren geleden aan dat microplastics bijvoorbeeld ook al in het weefsel van mosselen zitten. Wie dus een kilo mosselen eet, krijgt ongeveer 600 deeltjes microplastics binnen. Het is niet dodelijk, maar evenmin gezond.

"Ik raap het vuil op uit overtuiging", zegt Vandepoele vastberaden. "Ik ga nooit beweren dat ik een volledig groene jongen ben, maar ik probeer mijn steentje bij te dragen en zo weinig mogelijk plastic te verbruiken. Niets doen vind ik bijna even erg als je afval niet wegsmijten. En ik hoop dat toch enkele mensen mijn voorbeeld zullen volgen. Want als ik het kan vanuit een wiebelende zeekajak, dan kan iedereen het."

Meest gelezen