WFP/Hugh Rutherford

Twee maanden na de "graandeal" tussen Rusland en Oekraïne: 6 redenen waarom de deal geen groot succes is

Exact twee maanden geleden, op 22 juli, bereikten Rusland en Oekraïne na lang onderhandelen een akkoord over de export van 22 miljoen ton graan dat door de oorlog geblokkeerd was in Oekraïense havens. De "graandeal" moest de tekorten op de wereldmarkt wegwerken, de voedselprijzen doen dalen, en de hongercrisis in de wereld verlichten. VN-secretaris-generaal Antonio Guterres noemde de deal "een baken van hoop". Maar de deal is geen groot succes, zo blijkt. Waarom niet? We zetten het even voor je op een rij. 

Het akkoord, officeel "the Black Sea Grain Initiative", zorgt ervoor dat schepen veilig kunnen aanmeren in de Oekraïense havens van Odessa, Chornomorsk en Yuzhne. Daar worden ze gevuld met graan en worden ze door Oekraïense schepen begeleid uit Oekraïense wateren, want daar liggen zeemijnen. 

Eens in internationale wateren kunnen ze naar Istanbul (Turkije) varen, waar een Joint Control Center (met personeel uit Turkije, Rusland, Oekraïne en van de VN) de schepen controleert op wapens. Daarna kunnen ze verder varen naar hun eindbestemming. De deal geldt voor vier maanden en kan daarna verlengd worden. Na twee maanden - en dus halverwege - noemen de Verenigde Naties de "graandeal" een succes, maar dit zijn 6 redenen waarom dat niet zo is.

1. Het meeste graan gaat naar de rijkere landen

Sinds het in werking treden van de "graandeal" op 22 juli zijn er tot gisteren al 185 schepen vertrokken met in totaal 4,2 miljoen ton graan en andere voedingsproducten aan boord. 

Daarvan ging drie kwart naar de rijkere landen (hoge-inkomenslanden en hogere-middeninkomenslanden). 47% van al het Oekraïense graan kwam terecht in Europese havens. Opvallend ook is dat Turkije - die de deal mee onderhandelde - de grootste importeur is geworden (18%).

De armere landen (lagere-middeninkomenslanden en lage-inkomenslanden) konden maar een kwart van het graan importeren, terwijl zij de grootste voedseltekorten hebben.

2. Er ging amper graan naar de landen met de ergste honger

De landen die het graan het meeste nodig hebben en op de rand van een hongersnood staan - de landen in de Hoorn van Afrika en Jemen - kregen samen amper 4% van het Oekraïense graan binnen. Dat is ruim onvoldoende om de voedselcrisis daar op te lossen.

De Russische president Poetin laat niet na om dat voortdurend te benadrukken: "De Europese landen gedragen zich als koloniale machten en houden voedsel weg uit de armere regio's".

Wie de hoogste prijs biedt, krijgt het graan.

Landbouweconoom Jeroen Buysse

Maar volgens landbouweconoom Jeroen Buysse (Universiteit Gent) zijn het vooral de economische wetten die blijven spelen. "Daar heeft deze deal niets aan veranderd. Wie de hoogste prijs biedt, krijgt het graan. De deal heeft aan de ongelijkheid in de wereld niets veranderd. In tijden van crisis zijn het de armste landen die de zwaarste tol betalen."

Sinds het afsluiten van de deal is het voor importeurs uit arme landen als Jemen quasi onmogelijk om graan uit Oekraïne te kopen. Nochtans kwam vóór de oorlog een derde van de tarwe van daar. Ze kunnen niet op tegen de concurrentie uit het westen, zeggen importeurs ons. Bedrijven uit westerse landen kunnen meer geld op tafel leggen en langduriger contracten sluiten. In Jemen ligt dat moeilijker omdat de opslagcapaciteit beperkt is. Bovendien vragen de Oekraïense verkopers grotere voorschotten aan Jemenitische importeurs omdat Jemen een risicoland is. Voor hen heeft de graandeal tot nog toe geen positief effect.

WFP/Hugh Rutherford

3. Het Wereldvoedselprogramma kreeg nog maar 2 schepen in hongergebied

Het Wereldvoedselagentschap van de VN haalde vóór de oorlog meer dan de helft van de tarwe die het aankocht op de internationale markt, bedoeld voor voedselhulp, in Rusland en Oekraïne. Nu kon het nog maar drie schepen vullen met tarwe (goed voor ongeveer 90.000 ton). Ook het WFP moet concurreren op een vrije markt en betaalt nu meer dan vroeger.

Eén van de graanschepen is begin september aangekomen in de haven van Djibouti, in Oost-Afrika. De lading kwam uiteindelijk in Ethiopië terecht, één van de landen met de ergste honger. Een tweede schip ( met 37.400 ton tarwe) kwam aan in Jemen. Een derde schip is nog onderweg naar de Hoorn van Afrika. Landen waar de VN nu elk moment een regelrechte hongersnood verwacht.

"Maar dat is veel te weinig om de hongersnood tegen te houden of de voedselcrisis daar op te lossen", zegt Jordan Cox, woorvoerder van WFP. 

Copyright 2017 The Associated Press. All rights reserved.

4. De schepen zijn vooral geladen met maïs, meestal bedoeld voor dierenvoeding

De lading van de schepen die uit Oekraïne vertrokken zijn, bestaat voor bijna de helft (47%) uit maïs. Dat wordt meestal gebruikt voor het maken van dierenvoeding en biobrandstoffen. "In Afrika zou maïs onmiddellijk in de voedselketen terechtkomen als basisvoedsel," zegt proffessor Buysse, "maar in Europa is dat niet het geval. Als diervoeder wordt het natuurlijk omgezet in vlees of melk, maar ook dat komt bij de rijkere mensen terecht."

Slechts 25% van de schepen is gevuld met tarwe, waarmee in de meeste lageloonlanden basisvoedsel als pasta en brood wordt gemaakt.

De rest is gevuld met voedingsproducten als sojabonen en koolzaad. Ook in de haven van Gent kwam op 9 september een schip met 30.000 ton raapzaad (gelijkt sterk op koolzaad) aan. "Dat wordt gebruikt voor olie en dierenvoeding", weet professor Landbouweconomie Jeroen Buysse.

5. De graanprijs is gedaald, maar niet (alleen) dankzij de graandeal

"Sinds de graanprijzen een record bereikten in maart, zijn de graanprijzen al 15 procent gedaald", triomfeert VN-secretaris-generaal Antonio Guterres. 

"Dat klopt", beaamt professor Buysse, "maar die prijs was al sterk aan het zakken nog vóór de graandeal werd besloten. Dat had te maken met de goede oogsten in Australië, Frankrijk en de VS." De impact van de graandeal op de graanprijzen is dus erg beperkt, zoals in de grafiek hieronder te zien is.

6. Rusland dreigt de graandeal op te blazen

De Russische president Vladimir Poetin dreigt er sinds begin september mee de graandeal op te blazen, wat de graanprijzen onmiddellijk zou kunnen doen stijgen. Rusland dwong bij het sluiten van het akkoord namelijk af dat ook Russisch graan en meststoffen gemakkelijker zouden kunnen worden geëxporteerd, maar dat is compleet mislukt.

Voor de export van Russische voedselproducten gelden nochtans geen handelsbeperkingen of sancties, maar toch geraken die het land maar moeilijk uit. Belangrijkste oorzaken daarvoor zijn de sancties voor Russische banken en het feit dat vele handelaars geen zaken meer willen doen met Rusland.

De graandeal lost de verwachtingen voorlopig dus niet in. De prijsdaling is maar zeer beperkt een gevolg van de graandeal en kan bovendien zo weer tenietgedaan worden. Van de verlichting van de wereldwijde hongercrisis is voorlopig maar weinig te merken. Landen op de rand van de hongersnood krijgen amper graan uit Oekraïne binnen.

AP

Meest gelezen