Waar wacht u op, Vlaamse regering, om de crisis in de kinderopvang aan te pakken? 

Onderzoekers Jochen Devlieghere en Michel Vandenbroeck vragen zich af waar de Vlaamse regering op wacht om de crisis in de kinderopvang aan te pakken. De oorzaken en de oplossingen zijn bekend, zo vinden ze. Wat is het probleem en wat zijn de oplossingen? 

opinie
Jochen Devlieghere en Michel Vandenbroeck
Jochen Devlieghere is postdoctoraal onderzoeker en Michel Vandenbroeck is hoofddocent Gezinspedagogiek aan de Universiteit Gent.

Het is crisis in de kinderopvang. Zoveel is duidelijk. In alle eerlijkheid: het is het soort crisis dat we al een hele tijd op ons af zagen komen. Er werd vaak voor gewaarschuwd, maar de signalen werden onvoldoende ernstig genomen. Vandaag zijn er kinderopvanglocaties die, al dan niet gedeeltelijk, sluiten omdat ze geen kindbegeleiders genoeg hebben. 

Er zijn leefgroepen die meer kinderen opvangen dan wettelijk toegelaten, ook omdat ze geen kindbegeleiders genoeg hebben. Er zijn ouders die zelf een kinderopvang organiseren, eveneens omdat er onvoldoende kindbegeleiders zijn. Die sluitingen komen bovenop een al bestaand tekort dat op minstens 7.000 plaatsen geraamd wordt. En er zijn verschillende schrijnende gevallen geweest van ontoelaatbare onveilige situaties in kinderopvanglocaties waarbij kinderen zelfs het leven hebben gelaten. Kortom: de situatie is bijzonder ernstig.

De drie functies van kinderopvang

Wat in deze crisis vaak uit het oog verloren wordt is dat de kinderopvang traditioneel drie functies kent. Deze zijn trouwens ook decretaal verankerd in Vlaanderen. 

  1. De eerste functie is economisch van aard. Dankzij de kinderopvang kunnen vaders en moeders een opleiding volgen of deelnemen aan de arbeidsmarkt. 
  2. De tweede functie is sociaal van aard. Kinderopvang creëert netwerken voor ouders en biedt ondersteuning bij de opvoeding van hun kind. Op die manier draagt de kinderopvang ook bij aan een gelijkwaardige samenleving en gaat het de uitsluiting van bijvoorbeeld kansengroepen tegen. 
  3. De derde functie is pedagogisch van aard. Kwaliteitsvolle kinderopvang doet namelijk meer dan kinderen verzorgen. Ze stimuleert kinderen in hun sociale, emotionele, motorische, verstandelijke en taalontwikkeling. De kinderopvang is voor jonge kinderen een deur naar de wereld waarin ze kunnen experimenteren, waar er aandacht is voor spel en voor betekenisvolle interacties.

Niet kunnen gaan werken, vooral vrouwen

Die laatste twee functies (de sociale en pedagogische) staan al enige tijd onder druk. Nieuw is echter dat de huidige kinderopvangcrisis voor het eerst ook de economische functie van de kinderopvang onder druk zet. Het nijpende en groeiende tekort aan plaatsen en personeel zorgt ervoor dat sommige ouders niet langer kunnen deelnemen aan de arbeidsmarkt. 

We zien daarbij dat de loonkloof tussen mannen en vrouwen ervoor zorgt dat het vooral moeders zijn die thuisblijven. De crisis in de kinderopvang dreigt op die manier, naast een maatschappelijke en economische crisis ook een emancipatiecrisis te worden.

De enige reden waarom het schip nog niet volledig gekapseisd is, is dankzij het engagement van de kindbegeleiders zelf. Daar zit, zoals bij vele beroepen in de sociale sector, veel rek op. Alleen staat die rekker vandaag op springen. We hebben dan ook dringend nood aan een ‘Marshallplan Kinderopvang’ met daarin aandacht voor de volgende elementen.

De enige reden waarom het schip nog niet volledig gekapseisd is, is dankzij het engagement van de kindbegeleiders zelf.

Aantal kinderen

Eerst en vooral is er de begeleider-kind ratio. Vandaag staat 1 begeleider in voor 8 kinderen. Dat aantal stijgt naar 9 wanneer er twee begeleiders aanwezig zijn. Dat betekent dat twee begeleiders instaan voor maar liefst 18 kinderen, zonder enig onderscheid in leeftijd. 

Dat kunnen 10 baby’s van zes maanden oud zijn, aangevuld met 8 tweejarigen. Werkelijk alles is mogelijk. Die ratio moet omlaag. Andere landen en regio’s zijn daar trouwens al lang van overtuigd. In Wallonië bijvoorbeeld is de begeleider-kind ratio 1 op 7. In Nederland mag 1 begeleider dan weer maximaal 3 kinderen jonger dan één jaar opvangen.

Verloning

Ten tweede is er de verloning. Die is bijzonder laag. Het zou ons te ver leiden om de complexiteit van de verloning helemaal uit de doeken te doen, maar heel wat lonen in de sector liggen in de lijn van het Gewaarborgd Gemiddeld Maandelijks Minimuminkomen. 

We spreken hier over bedragen van ongeveer 1.600 euro bruto per maand voor een voltijdse betrekking. Dit maakt de job als kindbegeleider, in combinatie met de hoge begeleider-kind ratio niet alleen zwaar, maar vooral ook onaantrekkelijk.

Lage lonen leiden tot een hoog personeelsverloop, tot de onmogelijkheid om hoger geschoolden aan te werven en daardoor tot schaarste van personeel. Het hoeft ons dan ook niet te verwonderen dat er nergens in de Vlaamse sociale sector zo veel personeel wordt gezocht als in de kinderopvang. In 2020 waren er niet minder dan 4.000 openstaande vacatures als kindbegeleider.

Loopbaanperspectief?

Ten derde is er het loopbaanperspectief, of beter gezegd: het gebrek aan loopbaanperspectief. Kindbegeleiders die instromen krijgen onvoldoende doorgroeimogelijkheden. Wie begint als kindbegeleider, eindigt er ook vaak. Van een recht op kind-vrije uren voor bijscholing, coaching en vorming is nagenoeg geen sprake. Nochtans weten we dat zo’n doorgedreven professionalisering belangrijk is voor de kwaliteit van de kinderopvang. Hoe hoger de opleiding en vorming van kindbegeleiders, hoe hoger de kwaliteit.

De oplossingen voor de kinderopvangcrisis zijn dus bekend. Wat fout gegroeid is, kan nog rechtgetrokken worden. Kwaliteitsvolle kinderopvang is immers een waardevolle schakel in het leven van onze allerjongsten en onze maatschappij. Een ‘Marshallplan Kinderopvang’ moet die schakel opnieuw de zuurstof geven die ze nodig heeft én die ze verdient. De enige vraag die nog rest is: Waar wacht u op, Vlaamse regering?

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen