imago images/photothek

CD&V wil besparingen in Groeipakket weer weg, maar hoe hard hebben Vlaamse gezinnen die eigenlijk gevoeld? Dit zeggen de cijfers

Dat er nog geen Vlaams begrotingsakkoord is, heeft alles te maken met de strijd die CD&V met de N-VA en Open VLD voert over het Groeipakket, de vroegere kinderbijslag. CD&V wil, nu de energiecrisis hard toeslaat, eerdere besparingen daarin weer schrappen. Wat waren die besparingen precies? Hebben die de Vlaamse regering iets opgebracht? En vooral: hoe hard hebben Vlaamse gezinnen dat gevoeld?

1. Wacht even, het Groeipakket, wat is dat ook weer?

Het Groeipakket is sinds 2019 de nieuwe naam voor de kinderbijslag, of wat in de volksmond ook wel "het kindergeld" wordt genoemd: het bedrag dat mensen met kinderen elke maand van de overheid krijgen als ondersteuning.

De vroegere kinderbijslag, die federaal was, is bij de vorige staatshervoming overgeheveld naar Vlaanderen en de andere regio's. In Vlaanderen hebben ze het systeem hervormd en die nieuwe naam gegeven.

Voor kinderen die geboren zijn vanaf 1 januari 2019 geldt daarom een andere regeling dan voor kinderen die vóór die datum geboren zijn. Volgens de nieuwe regeling wordt er voor elk kind maandelijks een basisbedrag van 163,20 euro (intussen geïndexeerd tot 171,49 euro) uitgekeerd. Daarbovenop komen dan nog een schoolbonus en eventuele sociale en andere toeslagen.

De overgangsregeling voor kinderen die vóór 2019 geboren zijn werkt met andere basisbedragen, die afhankelijk zijn van de grootte van het gezin en de plek van het kind in het gezin, en dan nog met leeftijdsbijslagen.

2. Stijgen die bedragen mee met de stijging van de levensduurte?

Wel dat is net het hele punt van de politieke heisa momenteel. De vroegere kinderbijslag volgde gewoon de evolutie van de spilindex: als die overschreden werd, door de stijgende inflatie, werd de kinderbijslag - net zoals bijvoorbeeld de ambtenarenlonen, de pensioenen en de sociale uitkeringen - met 2 procent opgetrokken.

Daaraan heeft de Vlaamse regering de voorbije jaren meermaals gemorreld. Zo werd de indexering van het hoogste basisbedrag in de oude kinderbijslagregeling en van de leeftijdsbijslagen voor 5 jaar bevroren (van 2020 tot 2024). Ook koos de Vlaamse regering er in 2019 voor om voortaan het Groeipakket helemaal los te koppelen van de spilindex. Dat in tegenstelling tot Brussel, Wallonië en de Duitstalige gemeenschap, waar de spilindex voor de kinderbijslag nog altijd wordt gevolgd. In plaats daarvan zou de regering het Groeipakket gewoon jaarlijks, in september, met 2 procent indexeren. Maar vorig jaar werd die jaarlijkse indexering tijdens een besparingsronde teruggeschroefd naar 1 procent. 

In totaal wordt de besparing in het Groeipakket voor de Vlaamse regering tot dusver al geschat op 362,9 miljoen euro

Ten tijde van de beslissing over die jaarlijkse indexering van 2 procent lag de inflatie laag en was dat nieuwe systeem dus al bij al best voordelig voor wie het Groeipakket kreeg. Maar de voorbije maanden klom de inflatie naar zeldzame hoogtes, waardoor de spilindex al meermaals overschreden werd (en de komende maanden nog meermaals overschreden zal worden). Het Groeipakket miste door de nieuwe aanpak al die indexaanpassingen en kreeg er deze maand enkel die jaarlijkse 1 procent bij. 

CD&V wil daar in deze begroting een mouw aan passen: de besparing uit het verleden moet worden teruggedraaid en het Groeipakket moet weer zoals vanouds worden gekoppeld aan de spilindex, vindt de partij. Maar de andere regeringspartijen, N-VA en Open VLD, vinden dat veel te duur. Zij doen liever aanpassingen via de sociale toeslagen.

3. Wat hebben die besparingen de Vlaamse regering de voorbije jaren dan opgeleverd?

Het afstappen van de koppeling van het Groeipakket aan de spilindex moet intussen al 352,2 miljoen euro hebben opgeleverd, becijfert de studiedienst van de Gezinsbond. Daar komt nog eens 10,7 miljoen euro bovenop door de niet-indexering van het hoogste basisbedrag in de oude kinderbijslagregeling en van de leeftijdsbijslagen. 

In totaal wordt die besparing voor de Vlaamse regering tot dusver al geschat op 362,9 miljoen euro, de verwachte toekomstige overschrijdingen van de spilindex even buiten beschouwing gelaten. Tel je die erbij, dan ga je vlot boven een half miljard euro.

4. Hoeveel hebben die besparingen gezinnen de voorbije jaren gekost?

Dat precieze bedrag verschilt natuurlijk van gezin tot gezin: zo speelt de geboortedatum en leeftijd van de kinderen een rol, de gezinssamenstelling en welke toeslagen er al dan niet voorzien zijn in het Groeipakket. De studiedienst van de Gezinsbond bekeek daarom voor ons het effect op de basisbedragen in twee concrete situaties (de speciale toeslagen werden daarbij buiten beschouwing gelaten):

Situatie 1: Welk basisbedrag heeft een kind dat 6 jaar was op 1 september 2018 effectief gekregen van de kinderbijslag/het Groeipakket? En welk bedrag zou het zou gekregen hebben als de indexatie volgens de spilindex behouden was gebleven?

Situatie 2: Welk basisbedrag heeft een kind dat in 2019 geboren is van het Groeipakket gekregen? En welk bedrag zou het zou gekregen hebben als de indexatie volgens de spilindex behouden was gebleven?

In situatie 1 is het bedrag van het Groeipakket de voorbije jaren in realiteit licht gestegen van ruim 110 euro per maand naar iets meer dan 115 euro per maand:

Maar mocht de indexering in diezelfde periode nog zijn toegepast, zou het totaalbedrag per maand nu al op ruim 124 euro liggen:

Tel je die maandelijkse verschillen in de voorbije jaren op, dan heeft dat kind uit situatie 1, dat nu 10 jaar is, sinds 2018 in totaal 105,87 euro verlies geleden aan de aangepaste manier van indexeren. Ga je nog een stapje verder in die redenering en reken je daar ook het effect van de 4 toekomstige indexsprongen bij (waarmee het Planbureau rekening houdt voor dit en volgend jaar), dan loopt het financiële verschil met het huidige systeem (een jaarlijkse indexering met 1 procent in september, red.) voor datzelfde kind zelfs op tot 357,2 euro tegen eind 2023. 

In situatie 2 heeft een kind dat in 2019 geboren is het maandelijkse basisbedrag van het Groeipakket zien stijgen van 163,2 euro naar 171,49 euro. Maar als Vlaanderen de spilindex had blijven volgen en niet bespaard zou hebben, zou datzelfde kind vandaag al recht gehad hebben op 183,45 euro per maand.

Het totale financiële verschil tussen de huidige situatie en een koppeling aan de index is daardoor in de voorbije 3 jaar opgelopen tot 137,49 euro. Trek je ook hier diezelfde redenering door tot eind 2023 (het Planbureau verwacht zoals gezegd nog eens 4  indexsprongen) dan kom je uit op een verlies van 469,22 euro op 4 jaar tijd.

Opmerkelijk: Brussel steekt Vlaanderen voorbij

Een neveneffect van de Vlaamse besparingen in het Groeipakket van de voorbije jaren: zonder aanpassingen op Vlaams niveau zullen alle Brusselse kinderen tegen november meer kinderbijslag krijgen dan de Vlaamse. Dat is best opmerkelijk, omdat het basisbedrag in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de meeste kinderen aanvankelijk lager lag dan in Vlaanderen.

Vlaanderen startte in 2019 namelijk met een basisbedrag van 163,2 euro. Door de enkele indexeringen die zijn doorgevoerd, ligt dat bedrag sinds deze maand op 171,49 euro. Brussel startte in 2020 daarentegen met een basisbedrag van 150 euro voor kinderen jonger dan 12 - tussen 12 en 18 lagen die bedragen iets hoger - maar het gewest volgde sindsdien wel gewoon de spilindex.

Daardoor is het basisbedrag voor +12-jarigen in Brussel sinds begin dit jaar al het Vlaamse basisbedrag voorbijgestoken. Na de volgende overschrijding van de spilindex, in oktober, zal dat ook het geval zijn voor de -12-jarigen. Tenzij Vlaanderen alsnog ingrijpt.

Meer weten over de kinderbijslagdiscussie binnen de Vlaamse regering? Michaël Van Droogenbroeck gaf ook wat toelichting in onze dagelijkse nieuwspodcast "Het kwartier":

Meest gelezen