Een Europese bizon doet zich tegoed aan een struik in het Rodopegebergte, Bulgarije.
Stefan Stefanov

Daar zijn onze dieren weer: wolf, bever en bizon maken spectaculaire comeback in Europa

Iconische diersoorten die lang (zo goed als) uitgestorven waren in Europa, vinden stilaan hun weg terug naar onze streken. Dat blijkt uit nieuw onderzoek. De bever doet het bijvoorbeeld uitstekend, maar ook de wolf en de Europese bizon zijn opvallende succesverhalen. Dat komt niet alleen de dieren zelf ten goede, maar ook de ecosystemen daarrond.

Er was een tijd dat het lot grote wilde dieren in Europa niet veel keuze liet: bejaagd worden, of verjaagd worden. Bejaagd in het geval van pelsdieren zoals de bever, en verjaagd in het geval van grote roofdieren die het boeren lastig maakten. 

Daardoor verdwenen een heleboel iconische dieren uit de Europese bossen. Terwijl andere westerse landen als Canada en de Verenigde Staten wel nog grote zoogdieren in hun wouden hebben, is dat bij ons amper nog het geval. Dat is niet alleen jammer voor de romantici onder ons, het is ook slecht nieuws voor het ecosysteem, dat daardoor verarmt.

De wolf was ooit een van de wijdst verspreide zoogdierensoorten ter wereld. In Europa kwam hij echter halverwege de vorige eeuw amper nog voor.
Grzegorz Le?niewski / Wild Wonders of Europe - .+ 46 8-583 518 31 - info@wild-wonders.com - .www.wild-wonders.com

Maar het tij lijkt stilaan te keren. Dat blijkt uit een nieuw rapport van Rewilding Europe, een organisatie die ijvert voor de comeback van wilde natuur in Europa. Samen met een resem natuurorganisaties (waaronder het WWF) en wetenschappers bracht die organisatie 50 verschillende Europese diersoorten in kaart: 24 zoogdiersoorten, 25 vogelsoorten en één reptielensoort (de karetschildpad, een soort van zeeschildpad).

En de meeste van die soorten doen het goed tot zeer goed. Hun aantallen én hun verspreiding zijn toegenomen sinds het midden van de vorige eeuw, soms zelfs spectaculair.

Tot aan de rand van de stad

Neem nu de Euraziatische bever, het grootste succesverhaal. 

De uitvinding van stalen vallen was slecht nieuws voor die soort, die (helaas voor het dier zelf) zeer geliefd was voor z’n bont en vlees. Bovendien werden geneeskrachtige eigenschappen toegeschreven aan castoreum, of bevergeil, een uitscheiding uit een geurklier van de bever. Het dier werd zo zeer overbejaagd dat er begin 20e eeuw nog slechts 1.200 bevers overbleven.

Even verderspoelen naar 2022. Vandaag is de bever bijna overal in Europa terug, alleen in het zuiden heeft hij het nog moeilijk. En hij is zeer talrijk: de aantallen zijn sinds 1950 toegenomen met maar liefst 16.000 procent (geen tikfout). Ook in ons land zwemt de bever nu rond, tot aan de rand van steden als Antwerpen en Gent.

Dat is ook goed nieuws voor het ecosysteem rond de bever. Met hun dammen veranderen bevers de lopen van rivieren, met meer stilstaand water en moerassen. Daar hebben libellen, vissen, amfibieën, vogels en ook andere zoogdieren zoals otters en vleermuizen dan weer baat bij.

Bovendien helpt al dat stilstaand en omgeleid water ook de mens een beetje. Aan beverdammen krijgt water langer de tijd om in de bodem te trekken, wat ook de overstromingsdruk vermindert bij hevige regenbuien. Zo werkt de bever een klein beetje mee aan de doelstellingen van de Vlaamse blue deal.

Megafauna

Nog zo’n succesverhaal is de Europese bizon. Dat is een van de weinig nog overblijvende megafauna (zeg maar zeer grote dieren, zoals de olifant) in ons werelddeel. Ooit leefde de Europese bizon van Frankrijk tot in Oekraïne, maar in 1924 was het dier uitgestorven in het wild, door overbejaging en de verdwijning van de steppes waar het leefde.

Dat veranderde in 1952, toen er twaalf nieuwe Europese bizons werden uitgezet in Polen, Wit-Rusland, Litouwen, Rusland en Oekraïne. Nu leven er al meer dan zesduizend in Europa, en is er zelfs al een populatie in Duitsland.

Een Europese bizon wordt uitgezet in de Karpaten, Roemenië.
Rewilding Europe

Of nog: de grijze wolf, die ook in onze streken de gemoederen verhit. Het dier maakt een echte comeback in Centraal-Europa, onder meer geholpen door het verdwijnen van landbouw uit bergachtige gebieden, waardoor het daar weer rustiger wordt voor het dier. Van daaruit verspreidt de wolf zich naar andere streken waar hij ooit voorkwam.

Maar het zijn niet alleen zoogdieren die het goed doen. Ook de gemonitorde vogelsoorten doen het over het algemeen goed. Gemiddeld namen de aantallen van de 25 gemonitorde vogels toe met 470 procent sinds midden vorige eeuw. Het grote succesverhaal daar is de brandgans, waarvan de aantallen sinds 1960 met 5.000 procent zijn toegenomen. Maar ook de Europese gieren gaan erop vooruit.

Hobbels en kuilen

Niet dat elke pagina van het rapport leest als een hoera-verhaal. Heel wat onderzochte diersoorten krijgen nog steeds te kampen met de druk van menselijke activiteit: woningenbouw bijvoorbeeld, maar ook recreatie of landbouw. Roofdieren lijken het ook moeilijker te hebben om weer op te veren dan planteneters.

“Voor veel soorten wilde dieren gaat de weg naar het herstel niet vlotjes of gemakkelijk”, zegt Fransch Schepers, directeur van Rewilding Europe. “Ze is bezaaid met hobbels en kuilen.”

Een probleemgevalletje: de Euraziatische lynx. Daarvan krimpt het leefgebied opnieuw na een korte heropflakkering.
Copyright © Staffan Widstrand, All Rights Reserved. This field may not be changed or deleted as stated in chapter 6 of the Swedish Law (1960:729)

De Euraziatische lynx is zo’n probleemgeval. Daarvan krimpt het leefgebied opnieuw, na een eerdere opflakkering. Hetzelfde geldt voor zes vogelsoorten.

Terugkerende dieren zijn mensenwerk

Uiteindelijk komt het erop aan om een draagvlak te creëren bij de lokale bevolking voor de terugkeer voor die diersoorten. Dat geldt vooral voor roofdieren. Denk aan de wolf, die in onze streken op heel wat tegenstand botst.

Daar is regelgeving voor nodig, bijvoorbeeld om de jacht te reglementeren. Maar het kan ook niet zonder beleid dat ervoor zorgt dat mens en dier kunnen samenleven: sensibiliseringsprogramma’s, inspraakmomenten, overheidssteun voor hekken en waakhonden, en compensatieregelingen voor landbouwers die vee verliezen. Dat doet de EU nu al goed, vindt Rewilding Europe.

In het ideale geval, stelt de organisatie, komen die terugkerende dieren de lokale bevolking zelfs ten goede, doordat ze kansen scheppen voor duurzaam toerisme. Zo kan je nu bijvoorbeeld in Polen de Europese bizons gaan bekijken in het woud van Białowieża.

Grote wilde dieren kunnen dus wel degelijk hun plaats krijgen in Europa. Al is daar wel hard mensenwerk voor nodig.

Meest gelezen