onderwijs

Onderwijs krijgt extra geld voor energie (en beleid)

De scholen krijgen hulp bij de energiefactuur. ©  Fred Debrock

De Vlaamse regering voorziet in haar begroting in extra energiesteun voor de scholen. Het onderwijs krijgt ook wat ademruimte door extra beleidsmiddelen. De reacties zijn overwegend positief.

Klaas Maenhout

Tussen 2022 en 2027 komt er 525 miljoen euro bij in het onderwijsbudget. Dat heeft Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) aan de onderwijspartners gezegd tijdens een uitleg over het begrotingsakkoord van de Vlaamse regering.

Eerst en vooral kunnen de scholen dit en volgend schooljaar rekenen op wat energiesteun. De scholen krijgen dit jaar een eenmalige compensatie van 67 miljoen euro. In 2023 volgt nog eens hetzelfde bedrag. ‘Alle scholen van het basis- en het secundair onderwijs krijgen zo hulp bij het betalen van hun energiefactuur’, aldus de minister. De werkingsbudgetten worden ook sneller geïndexeerd.

Belangrijk: er wordt 10 miljoen euro extra voorzien voor de scholen van het beroepssecundair onderwijs (BSO) en het technisch secundair onderwijs (TSO), waar de energie- en materiaalkosten hoger liggen. De Vlaamse regering komt zo tegemoet aan de noodkreet die de vier onderwijsverstrekkers vorige week hadden geslaakt.

Renteloze energieleningen

Naast de energiesteun maakt de regering ook extra structurele beleidsmiddelen vrij. Het gaat om 83 miljoen euro jaarlijks: 25 miljoen euro voor het hoger onderwijs en 58 miljoen euro extra voor het basis- en secundair onderwijs.

Een deel van die middelen (10 miljoen euro) wordt ingezet voor meer busbegeleiders in het leerlingenvervoer van het buitengewoon onderwijs. Het buitengewoon onderwijs krijgt ook een extra teldag, waardoor scholen sneller extra middelen krijgen als ze bijkomende leerlingen opvangen.

Bovenop het half miljard aan investeringen is er ook 100 miljoen extra budget beschikbaar voor renteloze energieleningen, waarmee scholen kunnen investeren in onder meer zonnepanelen, hoogrendementsketels en betere isolatie, aldus het kabinet-Weyts.

Tevreden, maar...

‘We zijn tevreden dat er in de begroting extra inspanningen geleverd worden om de kosten voor scholen, centra en academies te drukken’, zegt Walentina Cools, algemeen directeur van de Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten (OVSG). ‘Bij de versnelde indexering van de werkingsmiddelen wordt ook het deeltijds kunstonderwijs meegenomen en dat is goed nieuws voor onze academies waarvan de meerderheid door steden en gemeenten wordt ingericht.’

Dat in de begroting van 2023 ook andere onderwijskwesties een antwoord krijgen, vindt Lieven Boeve, directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, positief. ‘Zo worden extra middelen voorzien voor het basisonderwijs, die zeker nodig zullen zijn om de schoolleider de noodzakelijke beleidsondersteuning te bieden. In het volwassenenonderwijs komt er ook een verhoging van de werkingsmiddelen van 1 miljoen euro.’ Boeve besluit: ‘Er is wat extra beleidsruimte voorzien waarvan wij verwachten dat die ingezet kan worden om bijkomend de gevolgen van het lerarentekort aan te pakken.’

Bij het GO! reageert men gemengd. ‘Het is fijn dat er extra middelen komen en dat de regering geluisterd heeft naar onze noden. Maar 100 miljoen euro voor komend jaar blijft volgens ons dubbel. Het lerarentekort is van die aard dat er volgens voorzichtige berekeningen 200 miljoen euro bespaard wordt. In dat opzicht krijgen we maar de helft van onze middelen terug’, aldus topman Koen Pelleriaux.