Direct naar artikelinhoud
De gedachteBart Eeckhout

Militaire dienstplicht? Daar is simpelweg geen geld voor

Bart Eeckhout is hoofdcommentator van De Morgen.

Is het, precies dertig jaar na de afschaffing ervan, tijd om de dienstplicht weer in te voeren? Een voorzichtige suggestie van admiraal Michel Hofman, chef van de Belgische krijgsmacht, doet het debat losbarsten. Meteen stijgt bij vijftigplussers een gevoel van nostalgie op over hun tijd in de kazerne (of als gewetensbezwaarde elders), evenals bij veertigers een gevoel van opluchting omdat zij er toch maar mooi aan ontsnapt zijn (nogmaals dank, wijlen minister Delcroix!), en bij twintigers een gevoel van verbazing. Want waarom zou dat plots een goed idee kunnen zijn?

Noem het jeunisme, maar ik sluit me graag aan bij de verbazing van de jongeren. Dat admiraal Hofman de herinvoering van de dienstplicht een prima plan vindt, is nogal wiedes. Militaire dienstplicht zou het Belgische leger weer doen opschuiven naar de kern van de samenleving. Bovenal zou ze defensie een geweldige budgettaire injectie opleveren, om weer op te bouwen wat al die tijd stilletjes afgestoten is: kazernes, opleidingsmateriaal, opleiders... Ziedaar de belangrijkste reden waarom ook dit ideetje wellicht een proefballon blijft: er is simpelweg geen geld voor.

Maar misschien is de legerdienst wel belangrijk genoeg om al dat geld vrij te maken? Veiligheid kent geen prijs, toch? De legerbaas heeft natuurlijk gelijk dat we vandaag weer in een andere tijd leven dan in de jaren negentig, toen na de val van de Muur de Koude Oorlog ten einde liep. Dan nog is het zeer de vraag of dienstplicht de goede reactie is op nieuwe veiligheidsrisico’s die nu inderdaad reëel geworden zijn.

Juist de oorlog in Oekraïne laat zie hoe die risico’s veranderd zijn. Voor (West-)Europese landen, verenigd in een versterkt Europese veiligheidskader, is de grootste zorg niet meer het verdedigen van landsgrenzen of het voorbereiden op een stellingenoorlog. Er is nog reden tot zorg genoeg, maar de risico’s zijn hybrider geworden. Dat vergt de respons van een beter gestroomlijnde en geprofessionaliseerde ‘Europese’ defensie, waarin landen zich kunnen specialiseren om beter samen te werken. Of hopen we dat dienstplichtigen onze energienetten en -pijpen gaan beschermen? Dat dienstplichtigen op wacht staan om cyberaanvallen af te slaan?

De dienstplicht is het foute antwoord op de juiste vraag vanwege defensie om meer aandacht en middelen te krijgen. Dat eerherstel voor het leger is al aangevat, na vele magere jaren. Terecht vindt de legertop dat het, in de huidige ongure omstandigheden, nog wat meer mag zijn. Als admiraal Hofman meent dat zijn krijgsmacht meer centen moet krijgen, bijvoorbeeld om een extra fregat te kopen om de essentiële Europese energieknooppunten te beschermen, dan verdient zijn vraag wel een serieuze overweging.

Maar voor een heringevoerde dienstplicht zijn de ernstige argumenten schaars. Wat rest, zijn conservatieve praatjes over ‘de jeugd van tegenwoordig’ die niet meer weerbaar zou zijn. Diezelfde praatjes gaan intussen ook al een jaar of tweehonderd mee. Niet alleen twintigers worden daar wat moe van.