Direct naar artikelinhoud
NieuwsEuthanasie

Europees Hof voor Rechten van de Mens kritisch over Belgische euthanasiecommissie

Landgenoot Tom Mortier stapte naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens nadat zijn 64-jarige moeder Godelieve De Troyer in 2012 euthanasie toegediend kreeg door LEIF-voorzitter en oncoloog Wim Distelmans (foto) vanwege een chronische depressie.Beeld Tim Dirven

De Belgische euthanasiewetgeving heeft de toets van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) doorstaan. Volgens het arrest mogen artsen in een euthanasiedossier wel geen rechter én partij zijn in dezelfde zaak.

en

Landgenoot Tom Mortier was naar het Hof gestapt nadat zijn moeder Godelieve De Troyer (64) in 2012 euthanasie had gekregen van de bekende LEIF-arts en oncoloog Wim Distelmans wegens chronische depressie. Volgens Mortier schoot België tekort in het beschermen van het leven van zijn moeder en gebeurde er geen grondig onderzoek naar haar dood.

De advocaten van Mortier stelden onder meer dat er te weinig garanties ingebouwd zijn in de Belgische wetgeving rond euthanasie, en dus artikel 2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) – het zogenaamde recht op leven – schendt. “De staat had de plicht om haar te beschermen, maar deed dat niet”, aldus Robert Clarke van de christelijk-conservatieve organisatie ADF International, die Mortier bijstaat in het proces.

Uit het arrest blijkt echter dat er voldoende zorgvuldigheidscriteria zijn opgenomen, en de wetgeving dus niet strijdig is met het recht op leven. “Deze Belgische euthanasiewet blijft pal boven water na dit arrest”, zegt professor Thierry Vansweevelt (UAntwerpen), die Wim Distelmans bijstond als advocaat. Volgens hem is dit de eerste keer dat het Hof een concreet euthanasiedossier getoetst heeft aan het EVRM. “Ook landen als Luxemburg, Nederland en Spanje, met een gelijkaardige wetgeving, zullen dit arrest met genoegen lezen.”

Eén schending

Drie van de vier klachten zijn door het Hof afgewezen. Op één punt is er dus wél een schending vastgesteld, omdat “een doeltreffende controle achteraf op de wettigheid van de euthanasie die op de moeder van verzoeker is uitgevoerd ontbreekt”.

Concreet doelt het Hof daarmee op de dubbelrol die sommige leden van de Federale Controle en Evaluatiecommissie Euthanasie (FCEE) kunnen aanhouden. Zo is Wim Distelmans niet alleen de behandelende arts maar ook covoorzitter, een heikel punt dat criticasters al langer viseren: er is te veel ons-kent-ons in het controleproces.

Volgens Vansweevelt valt dit echter op te lossen met een kleine procedurele wijziging van de wet. Nu moeten leden zich niet onthouden als een dossier geanonimiseerd besproken wordt, enkel als in een tweede fase – bij twijfel – ook de naam van de behandelende arts en patiënt ter sprake komt. “Maar eigenlijk zou een lid zich al bij aanvang van een dossier moeten terugtrekken, wanneer er sprake is van betrokkenheid. Dat lijkt met volkomen terecht.”

Eén schending
Beeld iStock

Jean-Jacques De Gucht, euthanasiespecialist bij Open Vld, is tevreden “dat het Hof niet is meegegaan in het argument van de nabestaande die de zaak heeft aangespannen”. Hij sluit een andere samenstelling van de euthanasiecommissie ook niet uit. “Het is wel van het uiterste belang dat het pluralistisch karakter van de commissie gegarandeerd blijft en dat er ook artsen in zetelen die vanuit hun praktijkervaring kunnen oordelen.”

Al krijgt België nog een blaam van het Hof omdat het strafonderzoek drie jaar aansleepte, een klacht uit 2014 werd pas in 2017 door het Brusselse parket geseponeerd. Die behandeltermijn is een oud zeer.

Verfijning

De Belgische euthanasiewetgeving bestaat dit jaar 20 jaar, maar blijft voer voor debat. Is een terugschroeving nodig, een verfijning of eerder een uitbreiding voor mensen met dementie die nu uit de boot vallen? Die discussie werd eerder al op scherp gezet door de euthanasiezaak van Tine Nys.

Hoewel de volksjury in een felbesproken assisenproces drie keer de vrijspraak oordeelde, zou er bij psychisch lijden een grotere terughoudendheid onder artsen ontstaan zijn om euthanasie toe te dienen. In 2021 besloeg die categorie zo’n 2 procent van de in totaal 2.669 euthanasiegevallen in België, een kleine minderheid dus.