Direct naar artikelinhoud
AchtergrondGravel

‘Zelfs op een rechte baan moet je soms ogen op je gat hebben’: nieuwste wielerhype ‘gravelen’ slaat op hol met eerste WK

‘Zelfs op een rechte baan moet je soms ogen op je gat hebben’: nieuwste wielerhype ‘gravelen’ slaat op hol met eerste WK
Beeld Christophe Impens

Het hipste snoepje op twee wielen is dezer dagen de gravelbike. Dit weekend komt wielerster Mathieu van der Poel proeven van het eerste gravel-WK in Veneto, maar ook in Vlaamse velden gaat het hard. Volgens sommigen zelfs iets té hard.

“Een bebaarde man met een houthakkershemd die zich een weg baant langs verafgelegen grindwegen.” Frederik Backelandt, hoofdredacteur van fietsmagazine Grinta, kent het stereotiepe beeld van de gravelbiker. Anno 2022 strookt dat verhaal echter niet meer met de realiteit. “De gewone wielertoerist is helemaal overtuigd. Elke zichzelf respecterende fabrikant heeft tegenwoordig een of meer gravelfietsen in de catalogus zitten.”

Niet dat we Mathieu van der Poel of Peter Sagan ooit gewone wielertoeristen zouden durven te noemen, maar dat ze dit weekend aan de start van het eerste WK gravelracen van de UCI komen in het Italiaanse Veneto is geen toeval. Iedereen wil een stukje van de taart, ook Vlaanderen: in de Vlaams-Brabantse bossen – waar nu al officiële gravelroutes zijn aangelegd – zal in 2024 het WK plaatsvinden.

Wat is gravelen eigenlijk? Noem het een compromis à la belge dat is overgewaaid uit de Verenigde Staten. “De simpelste manier om het uit te leggen: het is een koersfiets met dikkere banden, die je de mogelijkheid biedt ook op onverharde paden te rijden”, zegt Bart De Keyser, die onder het pseudoniem Der Lokomotiv ‘Gravel & Coffee’ ritjes organiseert. Die vlag dekt vele ladingen. “Bij sommigen schiet dan meteen de Strade Bianche in het hoofd, maar die mooie grindwegen heb je hier in Vlaanderen niet. Het is soms behelpen met kerkwegels en stukjes gras.”

Lockdown

Vooral sinds de pandemie is de verkoop van gravelbikes door het dak gegaan, en lieten zowel fietsleken als flandriens zich verleiden door het hippe snoepje. De verklaring is tweeledig. Volgens de Nederlandse ex-prof Laurens ten Dam is het codewoord vrijheid, het inrijden van nieuwe weggetjes die je anders links laat liggen – wat meteen mooi aansluit bij de lockdownvibe.

Maar voor een stuk gaat het ook om veiligheid. Op het Vlaamse asfalt is het toch altijd een beetje scheuren langs de vaart – saai, vinden sommigen – of lijf en leden riskeren op nauwe wegen of moordstrookjes. “Zelfs op een rechte baan moet je soms ogen op je gat hebben”, zegt De Keyser. In het bos of langs de velden rijd je, ondanks een wortel hier of daar, veel comfortabeler.

“Op de gewone koersfiets was de fun er voor mij al snel af, terwijl ik op een gravelfiets nieuwe dingen kan blijven ontdekken”, vertelt Gertjan Tanghe, die zo’n zes jaar geleden volop voor de gravelfiets koos en met Bere Gravel een fietsclub is gestart.

Ook profrenners laten het de laatste maanden steeds vaker doorschemeren via sociale media: gravel is pure spielerei. “De instapdrempel is lager dan bij een koersfiets”, merkt Carl Vansteenkiste, die voor Golazo de recreatieve gravelevents overziet. “Snelheid is minder van belang, merken we bij het publiek dat daar op afkomt.” Ze willen vooral mooie paden, zonder de halsbrekende toeren te moeten doen die weleens aan de mountainbike gelinkt worden.

‘Gravel Grinder’-blend

Dat een grootspeler als Golazo – eveneens de organisator van het gravel-WK – zich op de markt smijt, zegt wel iets. Maar daarnaast is er een wildgroei aan spelers die gravelraces of -weekends in de markt proberen te zetten. “Zelfs de lokale toertocht wordt omgeturnd naar een gravelevent, en er volgt een verdriedubbeling van de prijzen”, zegt Tanghe. In plaats van Palm serveren ze dan een craftbeer, op maat van de hippe vogel.

Bij een deel van de gravelgemeenschap steekt die “vertomorrowlandisering”, zoals Tanghe het noemt. “Alles moet een beleving zijn.” Die botsing is niet onlogisch, want in essentie gaat gravelen om een zoektocht naar rust en natuur – of authenticiteit, om dat vieze woord even boven te halen. Maar onbegane paden veranderen natuurlijk snel in een snelweg als de commercialisering toeslaat. Dat zie je evengoed in heel wat toeristische trekpleisters. Te veel volk = weg sfeer.

Dat die machine op volle toeren draait, is te merken aan de manier waarop gravelfietsen als een levensstijl gecultiveerd raakt. De ware gravelaar fietst niet zomaar van A naar B. Die drinkt eerst een dampende tas koffie – gemaakt met de ‘Gravel Grinder’-blend – hult zich in een speciale gravelkledinglijn en gooit nadien mooie kiekjes op Instagram. Het hoort er allemaal bij.

“Je hoort inderdaad weleens dat het te veel kanten uit gaat, en dat het competitief gravelen niet strookt met de filosofie van het gravelen”, merkt Frederik Backelandt op.

Hoewel iedereen natuurlijk vrij is om traag of snel te fietsen, schuilt daar wel een gevaar in. “Het is niet de bedoeling dat fietsers wegvluchten van de weg voor de auto’s, om zich dan zelf als terroristen te gaan gedragen tegenover wandelaars”, zegt Bart De Keyser. “Er moet elementaire beleefdheid zijn.” Hij verwijst naar het incident uit 2020 in de Hoge Venen – een gravelparadijs –, waar een ongeduldige fietser een kind een kniestoot gaf.

Al mag er wat hem betreft ook wat meer souplesse zijn in de wetgeving. Nu blijven veel paden in de natuur onbegaan, omdat fietsers er niet welkom zijn. Daar moeten organisatoren trouwens ook rekening mee houden. “Nooit gedacht dat ik bij een organisatie rekening zou moeten houden met de broedseizoenen van vogels”, lacht Vansteenkiste.

Gertjan Tanghe richtte gravelclub Bere Gravel op: 'Op de gewone koersfiets was de fun er voor mij al snel af, terwijl ik op een gravelfiets nieuwe dingen kan blijven ontdekken.’Beeld ID/ Alex Vanhee