Direct naar artikelinhoud
InterviewWouter Deprez

‘Niet alles wordt interessanter door er iets bij te vertellen’: Wouter Deprez over audiogidsen

Wouter Deprez is komiek en cabaretier.Beeld © Stefaan Temmerman

In de expo Grote mensen die ik kende toen ik klein was leidt Wouter Deprez de bezoekers door zijn geboortedorp. De audiogids die hij daarvoor ontwikkelde is voor de comedian een zoveelste experiment in het genre. Dat maakt hem de ideale man om naar de do’s en don’ts van het audiogidsen te vragen.

Een hond met een hoedje op. Een halve deux chevaux. Een boom vol fijne vleeswaren of het logo van de Franse supermarkt Auchan met daaronder twee jaren-80-trainingspakken op een kleerhanger. De historische refter van de Gentse Sint-Pietersabdij staat dezer dagen vol met eerder absurde installaties. Allemaal objecten ontsproten aan het ook al eerder absurde brein van comedian Wouter Deprez die hij samen met Ward Denys van Exponanza in vaste vorm goot. In de expo Grote mensen die ik kende toen ik klein was neemt hij de bezoekers mee naar Geluwe (West-Vlaanderen) om hen kennis te laten maken met de inwoners en de verhalen die over hen de ronde deden.

De objecten die daarbij als leidraad dienen zijn dan wel mooi om naar te kijken, echt tot leven komen doen ze pas wanneer je als bezoeker een koptelefoon op je hoofd zet. Bij de expo hoort een audiogids waarin Deprez – in het Nederlands en in het West-Vlaams – de verhalen vertelt die bij elk van de installaties horen. Daarmee is Deprez niet aan zijn proefstuk toe.

Hij mocht audiogidsgewijs al duiding geven bij de werken van Karl Meersman, zorgde voor tekst en uitleg bij een expo over de jeugd van illustrator Carll Cneut en gidst sinds een aantal jaar met zijn stem nietsvermoedende toeristen door het Gentse Gravensteen. Voor die laatste twee opdrachten en zijn nieuwe expo werkte Deprez samen met Historische Huizen, waar ze al jaren met originele audiogidsen experimenteren.

Aftoetsen

“Alles begint bij de opzet van zo’n expo”, geeft Deprez als eerste tip mee. “Wil je met een audiogids werken, dan moet je daar van bij het begin rekening mee houden.” Er moeten immers keuzes gemaakt worden. “Audio is een fantastisch medium om een extra laag aan een tentoonstelling te geven, maar het werkt alleen als de bezoekers er zich ook echt op kunnen concentreren.” Wat betekent dat je de andere prikkels moet beperken.

Deprez: “Alles begint bij de opzet van zo’n expo. Wil je met een audiogids werken, dan moet je daar van bij het begin rekening mee houden.”Beeld © Stefaan Temmerman

Deprez: “Het visuele zal het altijd van audio halen. Je kan dus niet groot uitpakken op visueel gebied, met verschillende dingen die bezoekers moeten bekijken en lezen en dan ook nog eens verwachten dat ze hun aandacht bij de audiogids zullen houden.” Net om die concurrentie met het visuele te vermijden, koos Deprez in zijn nieuwe expo voor telkens één object waar dan elke keer één verhaal bij hoort.

Zo’n audiogids wordt nu nog te vaak beschouwd als een extraatje, dat er achteraf bijkomt, vindt Deprez. Terwijl het net best werkt als het één van de vertrekpunten van een expo is. Al is dat natuurlijk niet altijd mogelijk. Wanneer je in het Gravensteen aan de slag mag, moet je wel werken met wat er al aanwezig is. Het maken van die audiogids was dan ook een behoorlijk karwei, ook omdat het in verschillende talen moest. “Daar komt meer bij kijken dan zomaar vertalen wat je in het Nederlands schreef”, vertelt Deprez. “Ik wou ook wat humor in die audiogids verwerken. Maar wat grappig is in het Nederlands, is daarom niet noodzakelijk om te lachen in het Spaans. Het was telkens aftoetsen bij de vertalers welke grappen werkten en welke niet.”

Dat aftoetsen doet Deprez ook bij audiogidsen die enkel in het Nederlands beschikbaar zijn. Een gewoonte die komt overwaaien uit de comedywereld waar aan elke nieuwe show een reeks try-outs voorafgaat. “Dat is precies wat ik ook bij mijn audiogidsen doe”, vertelt Deprez. “Dan laat ik een select testpubliek een rondje lopen op de expo om zo zicht te krijgen op wat goed zit en wat er beter kan.”

Wouter Deprez: "Het visuele zal het altijd van audio halen."Beeld © Stefaan Temmerman

Eén van de dingen die daarbij tegen het licht gehouden wordt, is de duur van elk van de geluidsfragmenten. Want hoewel je bij het maken van een audiogids niet per se gebonden bent aan een tijdslimiet, kan je maar beter niet te veel uitweiden, waarschuwt Deprez. “Veel langer dan twee minuten mag zo’n fragment niet duren. Mensen hebben nu eenmaal een steeds kortere aandachtsspanne.” Ook breedsprakerig taalgebruik is uit den boze. “Je houdt het beter kort en simpel.”

Op tijd stoppen

Niet alleen wat de duur van de fragmenten betreft blijf je beter bescheiden. Ook het aantal stops blijft best beperkt. Deprez: “Je hoeft niet per se bij alles iets te vertellen. Dat heb ik het duidelijkst gemerkt toen ik aan de audiogids voor de expo van Karl Meersman werkte. Bij een aantal van zijn werken bleek de combinatie met geluidsfragmenten echt een meerwaarde. Maar sommige schilderijen werden echt niet beter doordat ik er iets bij vertelde. Dan moet je dat durven toegeven en je ego even opzij schuiven.”

De laatste tip van Deprez voor al wie in de toekomst zo’n audiogids in elkaar wil boksen, klinkt misschien wat vreemd, maar is wel essentieel, geeft hij aan. “Je moet er op tijd mee durven ophouden. Een van de redenen waarom ik zo van audio als medium hou, is dat je er aan kan blijven knutselen tot alles klinkt zoals je het zelf wil. Voor een perfectionist als mezelf is dat een zegen, maar tegelijk een vloek.” Deprez vertelt dat hij tot overmaat van ramp een zo mogelijk nog grotere perfectionist gevonden heeft in monteur Ben Venesoen, met wie hij voor al zijn audioprojecten samenwerkt. “Het resultaat is dat we eindeloos fragmenten heen en weer mailen die volgens ons nog net iets beter kunnen. Een vicieuze cirkel die meestal pas doorbroken wordt wanneer onze vrouwen het woord ‘scheiding’ in de mond nemen.”

Grote mensen die ik kende toen ik klein was, vanaf 7 oktober in de Sint-Pietersabdij, Gent