Direct naar artikelinhoud
Achter de sluiting van crèches schuilt een keiharde verrottingsstrategie
De gedachteAnn De Boeck

Achter de sluiting van crèches schuilt een keiharde verrottingsstrategie

Ann De Boeck is journalist.

Met de sluiting van dertig crèches geeft het Vlaamse agentschap Opgroeien voor de eerste keer de indruk dat het lessen heeft getrokken uit de tragische dood van een zes maanden oude baby in de Gentse kinderopvang ’t Sloeberhuisje in februari, waarover toen al tientallen klachten waren binnengekomen.

De sluiting van de crèches is dan ook het antwoord op de felle tegenwind die het Vlaamse agentschap kort na het drama moest trotseren. Op de audit die een vernietigend beeld schetste van zijn interne werking, op de kritiek die topvrouw Katrien Verhegge probeerde af te weren en op de speciale onderzoekscommissie in het Vlaams Parlement. Kortom, op de algehele vertrouwenscrisis in de Vlaamse kinderopvang.

Want zeg nu zelf: wie kan met zulke cijfers nog ontkennen dat de Vlaamse administratie deftig haar werk doet? Dertig crèches dicht in negen maanden, dat is een historisch record. Vijf keer zoveel als in heel 2020. Zoiets is enkel mogelijk als alles vlot draait, toch? Zelfs op het terrein merken uitbaters nu hoe het Agentschap alerter dan ooit ingrijpt bij klachten. Zeker als ze in de media verschijnen, zo laat er eentje optekenen in Het Laatste Nieuws.

Voor ouders die morgen met hun kind aan de crèche staan, zal het ongetwijfeld een geruststelling zijn dat wantoestanden in de kinderopvang – eindelijk – worden aangepakt. Maar sta ons toe om toch enkele bedenkingen te hebben bij al deze borstklopperij. Veel problemen in de kinderopvang vloeien namelijk rechtstreeks voort uit de jarenlange onderfinanciering en onderwaardering van de sector.

Uit de fameuze kindratio, onder andere, die stelt dat het volstaat om één begeleider per acht kinderen te hebben. Met deze verhouding bengelt België helemaal onderaan in een Europese rangschikking. Twee begeleiders volstaan bij ons om achttien kinderen op te vangen. Wanneer deze kinderen aan het rusten zijn, is het maximale aantal kinderen per begeleider zelfs veertien.

Wie in een crèche werkt, kan maar beter tien handen en evenveel ogen te hebben. En vooral: heel veel geduld. Al jaren wordt er namelijk beterschap in het vooruitzicht gesteld die er uiteindelijk niet komt.

Kijk naar voogdijminister Hilde Crevits (cd&v), die twee weken geleden nog beloofde om baby’s voortaan toch in kleinere groepjes op te vangen. Met de 100 miljoen euro die Vlaanderen vorige week vrijmaakte om in de kinderopvang te pompen, kan de sector hooguit de scheefgetrokken lonen wegwerken. De verlaging van de kindnorm blijft een verre droom. De leegloop onder het personeel zal zich de komende jaren doorzetten. En het toekomstperspectief waar iedereen naar snakt, blijft uit.

Op zijn minst hebben kinderbegeleiders nu het voordeel van de duidelijkheid. Maar zo is het natuurlijk wel makkelijk als overheid, de sector op de vingers te tikken. Eerst laat je mensen verzuipen, daarna zeg je dat hun werk op niets trekt. Achter de sluiting van de crèches schuilt gewoon een keiharde verrottingsstrategie.