Direct naar artikelinhoud
NieuwsOlie

Prijs of politiek: minder opgepompte Opec-olie is hoe dan ook provocatie van Amerika

Het Khurais-olieveld in Saudi-Arabië.Beeld AP

Het besluit van de Opec om de olieproductie te verminderen, met name van Saudi-Arabië, is een grote tegenslag voor de Amerikaanse president Biden. De afgelopen dagen zette hij alles op alles om de verwachte productievermindering van 2 miljoen olievaten per dag tegen te houden.

Waar hij Saudi-Arabië eerder nog een pariastaat noemde vanwege de brute moord op journalist Jamal Khashoggi, reisde Biden afgelopen zomer zelfs af naar het land om de Saudiërs ervan te overtuigen meer olie op te pompen.

Want meer olie is hard nodig. Europa en de Verenigde Staten kampen namelijk met hoge energieprijzen, bovendien zijn in Amerika binnenkort tussentijdse verkiezingen. Bidens kansen op een gunstige verkiezingsuitslag krimpen aanzienlijk bij hoge benzineprijzen en probeerde daarom om in het gevlei te komen bij de Saudische kroonprins Mohammed Bin Salman.

Aanvankelijk leek dat te lukken: Saudi-Arabië voerde afgelopen tijd de productie van olie op. Met als gevolg dalende prijzen. De olieprijs, die kort geleden nog bijna 125 dollar aantikte, gleed de afgelopen weken weg tot bijna 80 dollar. Ook de haperende wereldeconomie speelde daarbij een rol. Door aanhoudende coronaproblemen in China en de oorlog in Oekraïne is er nu minder vraag naar olie dan eerder verwacht.

Comfortabele prijs

Het Midden-Oosten zag de snelle daling met lede ogen aan en wil voorkomen dat de olieprijs instort. Dat gebeurde bijvoorbeeld aan het begin van de pandemie en raakte de olieproducerende landen hard. Hoewel een vergelijkbaar scenario er nu niet in zit, vinden Opec-landen 90 dollar per vat een comfortabele prijs. En meer dan ooit zijn ze nu in staat dit hoge niveau af te dwingen: door simpelweg minder op te pompen. Alternatieven zijn er nauwelijks, zeker nu Europa op het punt staat zich af te keren van Russische olie.

Maar er is ook een politieke component. Saudi-Arabië laat met de ingreep, die de Amerikanen zeer slecht uitkomt, zien dat het zich onafhankelijker waant van de Verenigde Staten. Rusland en China zijn de afgelopen jaren belangrijker partners geworden en juist Rusland heeft nu baat bij hogere prijzen. Dat kan zijn olie straks niet meer verkopen aan Europa en moet het zien te slijten aan landen als China en India.

India verdient veel geld aan de diesel die het produceert en vervolgens doorverkoopt aan Europa, waar tekorten zijn, dus daar wil men de Russische olie best hebben. Zij het tegen een vriendenprijsje. Hoe hoger de mondiale prijs, hoe minder Moskou hoeft in te leveren.

Provocatie

Welke van de twee argumenten het zwaarst weegt (prijs of politiek), daarover zijn analisten het niet eens. Maar de Amerikanen beschouwen de maatregel in ieder geval als een provocatie.

De markt reageerde overigens lauw op de productiebeperking. Onder andere omdat ze verwacht werd. En omdat de beperking in de praktijk weinig voorstelt: Opec-landen hadden al de grootste moeite om eerder beloofde uitbreidingen van de productie te halen. Veel landen zitten aan hun plafond en kunnen domweg niet meer olie oppompen, onder meer doordat vanwege de pandemie investeringen in het vinden van nieuwe velden waren uitgesteld.

Het extra waar Biden om smeekte, zit er dus niet in. De gevolgen zullen in de VS zichtbaar zijn bij de pomp, en mogelijk ook bij de uitslag van de tussentijdse verkiezingen in november.