Direct naar artikelinhoud
InterviewMobiliteitsexpert Kris Peeters

‘Hij normaliseert gevaarlijk gedrag’: hoe kwalijk zijn Jambons uitspraken over ‘af en toe’ te snel rijden?

Links: Rechts: Mobiliteitsexpert Kris Peeters. Jan Jambon in het programma 'De tafel van vier'.Beeld Thomas Legreve, VIER

Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) geeft zijn chauffeur ‘heel zelden’ de opdracht om te snel te rijden. In De tafel van vier zei hij dat ‘je af en toe gewoon moet zeggen: we nemen het risico’. Verkeerskundige Kris Peeters (PXL Hasselt): ‘In België ontbreekt het aan een veiligheidscultuur.’

Wat dacht u toen u Jan Jambon hoorde?

(Slaakt een hele diepe zucht) “Geldt dit ook als antwoord?”

Waarom is de uitspraak zo kwalijk?

“Woensdag organiseerde de Belgische politie een flitsmarathon. Ik ben niet erg origineel als ik zeg dat deze opmerking het effect daarvan nogal ondergraaft. De flitsmarathon heeft immers ook een symbolisch doel. Het is bedoeld als wake-upcall en zet ons aan het denken over onveilig gedrag in het verkeer. De minister-president draagt nu bij aan het idee dat ‘sneller’ altijd ‘beter’ is. Maar in het verkeer geldt dat allerminst.

“De uitspraak is bovendien een klap in het gezicht van mensen die bij de politie of in het ziekenhuis werken. Daar krijgen ze dagelijks met auto-ongelukken te maken. En dan heb ik het nog niet over de slachtoffers of hun nabestaanden gehad.”

Is het dan echt zo erg om een beetje te snel te rijden?

“Ja. Als iemand één procent sneller rijdt, wordt het niet één procent onveiliger. Het gevaar neemt exponentieel toe. Zo wordt bijvoorbeeld de reactiesnelheid minder. Ook ontstaan er onveilige snelheidsverschillen tussen voertuigen onderling . En het belangrijkste: de impact van een crash neemt toe.”

Toch blijven veel mensen, onder wie Jambon, denken: ik heb haast, dus neem het risico maar.

“Dat is een nogal arrogante attitude. Wie te snel rijdt, brengt niet alleen zichzelf maar ook anderen in gevaar. Blijkbaar vindt zo iemand de eigen prioriteiten, zoals een volle agenda of tijdnood, belangrijker dan mensenlevens.

“Verder is het een hardnekkig misverstand dat het zin heeft om te snel te rijden. Mensen met een navigatiesysteem kunnen dat weten. Het apparaat voorspelt namelijk een aankomsttijd en houdt daarbij rekening met de maximumsnelheid. Als je wat trager rijdt, zul je merken dat de verwachte aankomsttijd nauwelijks verandert. Alleen bij lange afstanden scheelt dat misschien een paar minuten. De verwaarloosbare tijdwinst die te snel rijden oplevert, weegt dus volstrekt niet op tegen de extra risico’s.

“Als iedereen zich netjes aan de maximumsnelheid houdt, heeft dat bovendien een gelijkmatig verkeer als voordeel. Dan stroomt alles soepeler door. En omdat er minder ongelukken gebeuren, zijn er ook nog eens minder files. Je kunt dus zonder overdrijving stellen: als iedereen trager rijdt, zijn we rapper thuis.”

Waarom doen we dat dan niet?

“In België ontbreekt het aan een veiligheidscultuur. We doen het in dat opzicht een stuk slechter dan andere landen, zo blijkt ook uit onderzoek. Onze houding is vaak: ach, een paar kilometer per uur te snel, wat maakt dat nu uit? We vinden het helemaal niet abnormaal om wat soepel met de regels om te gaan. Dat zou in de luchtvaart of op het spoor ondenkbaar zijn. Als we daar ook zo laks waren, zouden de kranten vol staan met neergestorte vliegtuigen en op elkaar gebotste treinen. Dan accepteren we de ongelukken niet.”

Wat moet er veranderen?

“Het moet niet sociaal geaccepteerd zijn dat je de regels overtreedt. Jan Jambon maakt in dat opzicht geen beste beurt. Als de minister-president, toch iemand met een voorbeeldfunctie, zo’n uitspraak doet, normaliseert dat gevaarlijk gedrag. Maar verkeersongevallen horen er niet bij en het is niet normaal dat iemand met haast wat te snel rijdt. Dat is zinloos en gevaarlijk. En misschien kom je in plaats van eerder helemaal nooit op de plaats van bestemming.”