Direct naar artikelinhoud
Blik op BelgiëBrussel

‘Hoe kun je zo dom zijn?’: kil meubilair verovert nu ook Brussel-Noord

Het nieuwe meubilair valt bij heel wat passagiers niet in de smaak.Beeld Michiel Martin

In het station Brussel-Noord kon een wachtende kont zich sinds jaar en dag verwarmen aan een houten bankje. Nu doet een metalen make-over de pendelaar steigeren - en jaagt die terloops de havelozen weg.

“Hoe kun je zo dom zijn?”, vraagt Tom (46), die in Brussel-Noord op de trein zit te wachten. Aan de overkant van de sporen ziet hij ze staan, de houten banken die al sinds 1952 dit station sieren “en perfect bij het raamwerk en de bakstenen passen”. Zijn zitvlak raakt metaal, op de helft van de perrons zijn de oude banken weggehaald en vervangen door kil meubilair dat overal ter lande treinstations verovert.

Op sociale media heeft die beslissing een kleine storm ontketend. “Die banken hebben een grote emotionele waarde, er is zo veel op beleefd”, zegt Knack-journalist Stijn Tormans, ervaringsdeskundige in het bankzitten. “Ze leken gemaakt voor de eeuwigheid.” Wie oog heeft voor esthetiek, kan niet anders dan vaststellen dat dit verschraling is en geen vooruitgang. Een evolutie waarmee het openbaar vervoer in België al te vaak kampt.

Op de helft van de perrons staan nog houten banken, maar ook die verdwijnen op termijn.Beeld Michiel Martin

“Hout zit gewoon ook beter”, zegt Tormans. “Op die nieuwe banken heb je na tien minuten een zere rug.” Ongelijk heeft hij niet. Wie lang genoeg blijft zitten, krijgt door het raster vierkantjes in de bikinibips gedrukt. Al is daar sowieso wat volharding mee gemoeid: in het metalen zitvlak zit een flauwe kromming die onderuitzakken vrijwel onmogelijk maakt.

Een wat oudere reiziger merkt op deze zonnige herfstdag op: “Het voelt nu al een beetje koud aan.” De armleuningen die ons - en elke andere gezetene - scheiden, zijn dan weer een prachtvoorbeeld van de defensieve architectuur die Brussel moet behoeden voor alles wat hangt, zegt auteur Joost Vandecasteele. “Net zoals de metalen plaatjes op het straatmeubilair die skaten verhinderen”.

In deze: daklozen en/of vluchtelingen, die zich al eens op de houten banken neervlijen en dromen van een beter leven. “Ik vind niet altijd een opvangplek om de nacht door te komen”, vertelt Didier, die een dutje doet in een wachthokje waar de banken nog in hout zijn. Die verdwijnen binnenkort, dan moet hij zichzelf in vier plooien of oprotten. Ook in de vernieuwde stationshal staan enkel banken die geregeerd worden door leuningen.

Duurzaam

Dat de NMBS in de communicatie sleutelwoorden als ‘toegankelijkheid’ en ‘comfort’ gebruikt, getuigt van een wereldvreemdheid die dezer dagen tot een modetrend is uitgegroeid. ‘Duurzaam’ lijkt het ook niet meteen, al verdient de NMBS op dat vlak clementie, vindt architect Johan Anrys. Zijn architectenbureau 51N4E huist in het oude treinmuseum in de hal van Brussel-Noord, op de benedenverdiepingen komt binnenkort een ‘publieke ontmoetingsruimte’ met oog voor sociale projecten.

“Alle gebruikte materialen zijn gerecupereerd”, zegt hij trots. Ook een deel van de houten banken krijgt er normaal een plekje. “Maar aan die filosofie hangt helaas een niet te onderschatten kostprijs vast.” Lees: soms is het betaalbaarder om iets nieuws te importeren in bulk dan iets wat oud en goed en uniek is regelmatig van een likje verf en wat schrijnwerk te voorzien. Voor een prestigeproject lukt dat blijkbaar, voor de doorsneepassagier niet.

“De grandeur van de historische stationshal hebben we nochtans weten te behouden bij de renovatie”, reageert NMBS-woordvoerder Dimitri Temmerman, die verwijst naar de iconische ster op de muur. Dat burgers enkele jaren geleden eerst hevig protest moesten aantekenen tegen de plannen om die te vervangen door een groot scherm, is een kleine kanttekening.

De iconische ster in de hal van Brussel-Noord.Beeld Michiel Martin

Kan de klok net als toen niet teruggedraaid worden? “We zijn deze keer in snelheid gepakt”, zegt Tormans. Een vijftigtal verwijderde banken gingen - voor 749 euro per stuk - als warme broodjes over de toonbank bij Rotor DC, een Brusselse recupwinkel. Binnenkort duiken ze op in hippe interieurs, en hier en daar in een koffiebar of op een werkplek.

Een troost is die tweede liefde niet per se, zegt Tormans. Erfgoed kan je niet zomaar verplanten, samen met de wortels gaat ook de betekenis verloren. Joost Vandecasteele, die een bank op de kop wist te tikken, zou een retourtje alvast overwegen. “Als er een plaatje met ‘geschonken door’ op het hout komt”, lacht hij. “Maar wel met mijn naam verkeerd geschreven. Het is en blijft Brussel.”