Zo zal de nieuwe Vlaamse kinderbijslag eruit zien

© ss

De Vlaamse regering heeft de vernieuwde kinderbijslag, die de naam Groeipakket krijgt, goedgekeurd. Zoals bekend zal het nieuwe systeem gelden voor kinderen geboren vanaf 1 januari 2019. Minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) benadrukt dat het systeem via de verruiming van een aantal sociale toeslagen ook een bijdrage levert aan het verder terugdringen van de armoede voor gezinnen die nu al kinderbijslag ontvangen, maar experts spreken dat tegen.

Het ontwerpdecreet legt de principes vast van de hervorming die de Vlaamse regering vorig jaar uittekende. Voor elk kind komt er een eenmalig startbedrag (bij geboorte of adoptie) van 1.100 euro en een basisbedrag van 160 euro per maand. Daarbovenop komt een schoolbonus voor de start van elk schooljaar, een zorgtoeslag voor kinderen met specifieke ondersteuningsbehoeften, (half-)wezen en pleegkinderen, een sociale toeslag voor kinderen uit gezinnen met een lager inkomen. Er komen ook “participatietoeslagen”, die gezinnen moeten stimuleren om kinderen naar de kinderopvang en naar school te sturen.

In de schooltoelage wordt fors extra geïnvesteerd. Er wordt dertig miljoen euro extra voor uitgetrokken, de toelages in het secundair onderwijs zullen aanzienlijk stijgen (met gemiddeld 200 euro per jaar) en - los van de kinderbijslag - is er nog eens acht miljoen euro vrijgemaakt voor de uitbouw van studietoelagen in het hoger beroepsonderwijs. Door de koppeling van de schooltoelage aan de kinderbijslag zou niemand die recht heeft op de toelage deze nog mogen mislopen.

Dubbel doel

Minister Vandeurzen benadrukt dat kinderbijslag een dubbel doel moet dienen: een deel van de opvoedingskosten dekken plus een bijdrage leveren in de strijd tegen armoede. De minister maakt zich sterk dat die bijdrage groter is dan in het huidige systeem. Negen procent van het budget zou in de toekomst gaan naar sociale correcties, tegenover 3,4 procent nu. De hervorming zou 16 procent van de nieuwe gezinnen boven de armoedegrens tillen en de kloof met de armoedegrens met 68,2 euro per maand doen dalen.

Ook voor gezinnen die onder het huidige systeem blijven vallen, zou het armoederisico dalen. De uitbreiding van de sociale toeslagen zal immers ook gelden voor ouders met een laag inkomen uit arbeid, niet alleen voor hen met een vervangingsinkomen. De participatietoeslagen - toeslagen voor kinderopvang en onderwijs - zullen ook onmiddellijk van toepassing zijn op deze gezinnen. Daardoor daalt de armoedekloof met 55,3 euro.

Kritiek

Volgens de definitieve armoedetoets van acht organisaties doet de nieuwe Vlaamse kinderbijslag “onvoldoende” in die strijd tegen kinderarmoede. “De verwachte daling is heel beperkt, zeker in het licht van de doelstelling van de regering om tegen 2020 de kinderarmoede te halveren.”

De regering had zelf aangestuurd op die nieuwe armoedetoets nadat de eerste twee ook al negatief uitvielen. Maar net als de vorige keren werd ook gisteren beslist om er geen rekening mee te houden en toch door te zetten. Dat is vooral pijnlijk voor CD&V. De grootste coalitiepartner N-VA benadrukte vorig jaar al dat “vooral jobs, jobs, jobs” het instrument zijn om kinderarmoede de wereld uit te helpen “en niet de kinderbijslag”. Ook voor Open VLD was de aanpak van de kinderarmoede nooit de grootste prioriteit. Alleen de christendemocraten bleven altijd fors hameren op de kinderarmoede. “We moeten weten of het werkt in de strijd tegen kinderarmoede, anders moeten we ons uiteraard bezinnen binnen de regering”, benadrukte Vandeurzen vorig jaar nog in het parlement.

De armoede-experts oordelen nu unaniem dat dit níét het geval is. “Met deze keuze van de Vlaamse regering zijn geen grote verschuivingen te verwachten in de kinderarmoede”, zegt Wim Van Lancker (UAntwerpen). Ook zijn collega Ive Marx benadrukt dat de nieuwe kinderbijslag “geen grote impact zal hebben op de kinderarmoede”.

De belangrijkste reden daarvoor is het hoge basisbedrag van 160 euro per maand voor ieder kind, terwijl de regering nog forser had kunnen inzetten op de zwakkere groepen. “Daar zit een simpele electorale redenering achter”, zegt Marx. “Als centrumrechtse partijen strijden ze in de regering allemaal om de middenklasse. Logisch dat ze dan landen op een systeem dat vooral voor die groep goed uitkomt. Ook de oppositiepartijen durven daar trouwens niet al te ver in te gaan.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen