De wedstrijd werd georganiseerd door het Centro Sportivo Italiano, een sportorgaan voor amateursporters dat verbonden is aan het Italiaanse olympische comité. Emiliano Scalfi, de vicepresident van de CSI, gaf aan dat er een tip was binnengekomen en dat ze daarop beslist hadden om een warmtecamera te gebruiken. “We hadden duidelijke info en zo hebben we ernaar gehandeld”, vertelde Scalfi aan de Gazzetta. “Toen we door de camera keken, leek het alsof er een brandje was in de zitbuis van de fiets.” Het signaal dat er een motortje zit in de fiets, want bij activiteit zorgt het voor warmteontwikkeling.

De fietser eindigde derde in de wedstrijd en werd meteen mee gevraagd om met zijn fiets, een Argon 18, naar de jury te trekken voor verdere inspectie. Toen de twee juryleden voorstelden om naar een geautoriseerd center te gaan om de fiets goed te controleren, gaf de 53-jarige Italiaan toe dat er inderdaad een motortje in zijn fiets zat.

Ook in het profpeloton wordt volop getest op mechanische doping. Geregeld passeerde in de voorbije Tour de France een motor langs het peloton met een warmtecamera. Tot op vandaag was er nog geen enkel geval van mechanische doping in het profcircuit, ook al gaan de geruchten dat er renners zouden rondrijden met motortjes. Enkel veldrijdster Femke Van Den Driessche werd betrapt tijdens het WK veldrijden 2016 met een motortje in haar fiets. Daarvoor kreeg ze een schorsing van zes jaar en een boete van 20.000 Zwitserse frank van de UCI.