De Britse en Europese onderhandelaars zaten de voorbije dagen samen voor een derde onderhandelingsronde, maar achteraf zei de Europese hoofdonderhandelaar Michel Barnier dat er opnieuw geen "beslissende vooruitgang" geboekt is over de belangrijkste elementen van de boedelscheiding tussen de Europese Unie en Groot-Brittannië.

De gesprekken gaan over de rechten van Europese burgers in Groot-Brittannië en vice versa, de financiële afwikkeling van de boedelscheiding en de Ierse kwestie, de nieuwe grens die er komt tussen Noord-Ierland en EU-lidstaat Ierland. Pas als over die drie zaken een akkoord is, kan er gesproken worden over essentiële thema's als handel en de toekomstige relaties na de brexit.

"Het is een centenkwestie", zegt Vos. "De scheidingsfactuur is altijd de moeilijke kwestie als je gaan scheiden."

Volgens Hendrik Vos zijn de Britten slecht voorbereid aan de onderhandelingen begonnen. "Ze zijn tegen de voorstellen van de EU, maar een alternatief leggen ze niet op tafel. Ze hebben nooit een plan voorgelegd van hoe zij de toekomst dan wel zien.  Wat er nu in de eerste plaats moet gebeuren, is dat de Britten in hun kaarten laten kijken, dat ze op een heldere manier zeggen hoe ze de brexit zien, op alle vlakken."

"Het wordt bijzonder dringend. Om in 2019 echt uiteen te kunnen gaan, moet men volgend jaar rond deze tijd klaar zijn met het doorhakken van de grote knopen, en we staan nog nergens."

Als de Britten en de EU geen akkoord bereiken, tuimelt Groot-Brittannië in maart 2019 uit de unie zonder een nieuwe regeling. "Dat is het horrorscenario. Daarvoor is er geen draaiboek", zegt Vos, die waarschuwt voor de grote onzekerheid die daarop zou volgen.

Op 18 september komen de onderhandelaars een volgende keer bijeen. Op 19 oktober verzamelen de Europese leiders, onder wie ook Theresa May. "Dan zal op het allerhoogste niveau de stand van zaken worden opgemaakt."