Vorig jaar at de gemiddelde Belg zo’n 51 kilogram vlees. Dat klinkt misschien ongelooflijk veel, maar het is al een flink pak minder dan een aantal jaar geleden. In 2005, bijvoorbeeld, moesten we in ons land nog rekenen op 66 kilogram vlees per inwoner. Sindsdien is onze vleesconsumptie dus met meer dan 20 procent gedaald.  

Uit onderstaande grafiek blijkt dat er vorig jaar per hoofd zo’n 4 kilogram minder vlees werd gegeten dan in 2015. Een gigantisch groot verschil, want gemiddeld neemt onze consumptie slechts met 1,3 kilogram per jaar af.

De Belg maakt ook geen onderscheid tussen de verschillende vleessoorten. Of het nu om runds- en kalfsvlees gaat, om schapen- en geitenvlees of om paardenvlees: we eten er minder van dan vroeger. Eén uitzondering: wild en konijn eten we de laatste jaren iets meer dan pakweg 10 jaar geleden. Maar de meest geliefde vleessoorten blijven ongewijzigd: varkensvlees (vorig jaar nog goed voor 22,5 kilogram per inwoner) en gevogelte (goed voor zo’n 13 kilogram in 2016).

Volgens voedingsexpert Patrick Mullie hebben we verschillende redenen om minder vlees te eten. “Ten eerste is er meer aandacht voor duurzaamheid, vooral bij de jongere generatie. We worden er ons meer bewust van dat we maar één planeet hebben en proberen waar het kan voor een kortere voedselketen te kiezen.” Verder speelt ook het gezondheidsaspect een rol: “We hebben een ouder wordende bevolking. Met de daarbij horende cholesterolproblemen en hart- en vaatziekten. Zij moeten de consumptie van hun vlees wel beperken”.

En dan zijn er natuurlijk ook nog de confronterende beelden van dierenmishandeling in slachthuizen. “Dergelijke schandalen in de vleessector hebben er ook voor gezorgd dat de consument afhaakt," meent Mullie.