Waarom hockey nooit voetbal zal zijn (en dat een zeer goede zaak is)

© Belga Image

Op 18 augustus hebben maar liefst 1,4 miljoen Belgen de verloren Olympische finale tegen Argentinië (2-4) op televisie gevolgd. Dat is ongezien.

Het hockey kende een daverend succes tijdens de Olympische spelen van Rio. De prestaties van de Red Lions in Brazilië brachten het hockeymilieu in opschudding en wakkerden de passie aan bij het grote publiek. De uitzending van de gewonnen halve finale tegen Nederland (3-1) op 16 augustus haalde 30% marktaandeel op de RTBF terwijl 700.000 kijkers de match op Sporza volgden. En maar liefst 1,4 miljoen Belgen keken naar de verloren finale tegen Argentinië (2-4) op 18 augustus. Dat is nooit gezien!

De Red Lions keerden dinsdag met het hoofd in de wolken terug naar België, ondanks de ontgoocheling van de gemiste gouden medaille tegen de zeer efficiënte Argentijnen. Dankzij hun prestaties in Rio klom het hockey de laatste weken naar de voorpagina’s van het nieuws naast een aantal veel populairdere sporten zoals voetbal, wielrennen, atletiek of tennis. De laatste Belgische Olympische medaille in een teamsport dateert immers van bijna een eeuw geleden, van de Spelen in Berlijn in 1936 toen de Belgen het brons in waterpolo binnenhaalden.

Hockey was vroeger voor een bepaalde elite weggelegd en draagt nog altijd waarden als fair-play, respect en gezin hoog in het vaandel. Hockey is (nog) niet verdorven door geld of aangetast door doping. En de sport heeft er de laatste jaren alles aan gedaan om de niet altijd evidente regels aantrekkelijker en innoverender te maken. Zo is er geen buitenspel meer. Er bestaan wel tijdelijke opschortingen van spelers die fouten maken, de mogelijkheid om zichzelf een pas te geven op een vrije trap of de toelating voor een team, in grote tornooien, om beroep te doen op gefilmde arbitrage.

Kortom, alles waaruit voetbal inspiratie uit kan putten. En toch zal hockey nooit evenveel mediatieke impact hebben als hockey. “Ook al worden we olympisch kampioen, we zullen nooit tegen voetbal kunnen opboksen”, vertelde Marc Caudron, de voorzitter van de Koninklijke Belgische Hockey Bond (KBHB). De dag van de finale tegen Argentinië waren er trouwens geen tricolore vlaggen in het stadsbeeld te bespeuren en er stond geen groot scherm op de grote Markt. Het contrast met het EK 2016 waarin de Rode Duivels uitgeschakeld werden in de kwartfinales tegen Wales was frappant.

“Het ergste wat kan gebeuren is dat we in 2017 60.000 leden tellen”

“Het grote verschil is dat voetbal een universele sport is”, verklaart Marc Caudron. “Het raakt alle categorieën van de bevolking. In alle landen van de wereld speel je en spreek je voetbal, wat niet het geval is voor hockey. Voetbal is misschien ook makkelijker te spelen. Met een eenvoudige bal kan iedereen plezier maken. Voor hockey heb je echter een vlak en synthetisch oppervlak nodig. Iedereen moet een stick hebben, de doelman moet beschermd worden. Het is een zeer spectaculaire sport omwille van de snelheid, maar die moeilijker te organiseren is.

Dit gezegd zijnde, klaagt Marc Caudron niet. Integendeel. De voormalige international is zeer blij met de evolutie van zijn sport. En hij wil vooral niet te snel groeien. Het ergste dat zou kunnen gebeuren is dat we in 2017 met 60 000 leden zijn. We zullen de komende week de grens van de 40 000 leden overschrijden en dat zou ondoenbaar zijn!”, zegt hij. Niet enkel in termen van infrastructuur, maar ook van omkadering. Wat ik wil voor hockey, is dat elke jongere die de sport wil beoefenen kan ontvangen worden in een kwaliteitsomgeving. In alle clubs is er een gebrek aan gekwalificeerd personeel. Dat zijn uiteraard positieve problemen, en de uitdaging is groot.

Dan is er ook nog het gebrek aan ruimte en aan terreinen. Veel clubs, een beetje overal in België, vragen een tweede, en zelfs een derde terrein om alle spelers in goede omstandigheden te ontvangen. Naast de ruimte kost een synthetisch kwaliteitsterrein ongeveer 500.000 euro.

“We zullen creatief moeten zijn. We zullen zeker een duwtje in de rug nodig hebben van de gemeentelijke of regionale overheden maar we zullen ook via de tax shelter moeten werken. In Rio heb ik trouwens afgesproken met Didier Reynders om de Belgische sportieve wereld binnen tien of vijftien jaar te moderniseren. Het is positief dat meer en meer voetbalvelden synthetisch zijn. We zouden ze dus ook kunnen gebruiken voor hockey of rugby.”

Marc Caudron heeft trouwens een duidelijk idee over wat hockey moet zijn binnen tien jaar. “Ik wil dat hockey blijft goed evolueren. We kunnen ons nog op vele niveaus verbeteren. Ik herhaal het, de belangrijkste doelstelling van de KBHB is dat de clubs over een kwaliteitsvolle omkadering en infrastructuur beschikken, met onder meer tribunes van 500 à 1500 plaatsen. Ik zou ook graag willen dat het vrouwelijke team in de sporen van de heren treedt. We gaan het Europees kampioenschap organiseren, waarschijnlijk in Wilrijk, op de oude voetbalsite van Beerschot. Het zal ook mooie reclame zijn. Kortom, we gaan in de goede richting. En ik ben ervan overtuigd dat de prestaties van de atleten van hoog niveau, hockeyspelers of andere, de jongeren motiveren om meer aan sport te doen. Dat is ook heel belangrijk.”

Serge Fayat

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content