Kerkhofblues

Van Dievel kijkt elke week met zijn eigenzinnige blik naar kleine en grote actua. Hij gaat  nooit een kerkhof voorbij zonder een kort bezoek, maar nooit met Allerheiligen of Allerzielen.

opinie
Louis van Dievel
Louis van Dievel is schrijver en journalist. Hij was journalist bij VRT NWS.

Ik kom graag op kerkhoven. Het is een onschuldige aandoening die ik heb opgedaan toen ik ruim tien jaar geleden een geschiedenis van de familie Van Dievel schreef.  Wie op zoek gaat naar zijn voorouders komt willens nillens op begraafplaatsen terecht. 

Van op hun verweerde kruisen en zerken keken de gebarsten foto's van oud-oud-tantes en overgrootvaders mij streng aan. Borstelsnorren en hoge kragen, zwarte jurken en gesteven hemden. In één graf op het kerkhof van Bonheiden lagen vier gezusters met de naam Van Dievel, alle vier ongehuwd gebleven. Ik kon raden waarom. Ik stond stil bij het graf van mijn vader, veel te vroeg gestorven, toen ik pas bij de openbare omroep werkte. Nu ligt mijn moeder bij hem, na een  eeuwigheid weduwschap. Straks ben ik de oudste mannelijke naamdrager, schoot mij van de week te binnen. Het stemt tot nadenken.

Sindsdien ga ik nooit een kerkhof voorbij zonder een kort bezoek, waar ik ook kom. Nooit met Allerheiligen of Allerzielen, dat moet ik er meteen aan toevoegen. Die dagen scheppen een beetje een vals beeld. Er zijn veel tradities en gewoonten gesneuveld in Vlaanderen, maar het oppoetsen  en versieren van het graf van de dierbaren (en minder dierbaren)  en de wandeling over het kerkhof zijn onverwoestbaar, zijn erfgoed. Ik juich dat toe. Maar ze doen de dodenakker (wat een mooi woord heb ik dat altijd gevonden) geen recht.

Een maand later, wanneer de chrysanten verslenst zijn en de kransen er zielig bij liggen, wanneer de schoonmaakproducten zijn uitgewerkt en  de letters op het marmer weer wazig worden, wanneer het vocht  en de gevallen bladeren de wandelpaden  en de voetzolen kleverig maakt, wanneer het een eerste keer heeft gevroren, dan pas is een begraafplaats op haar schoonst.  Dan pas is ze écht: de laatste rustplaats. 

Allerheiligen of Allerzielen scheppen een beetje een vals beeld van de laatste rustplaats

Let wel: een kerkhof kan ontluisterend zijn. Scheve kruisen en verzakte zerken waar niemand nog naar omkijkt. Ze hoeven niet eens heel oud te zijn. Een verwaarloosd graf wordt heel snel grauw. Voorlopige houten kruisjes die definitieve vermolmde houten kruisjes blijken te zijn geworden. Bordjes die waarschuwen dat een graf zal worden “opgeruimd” omdat de concessie verlopen is.  Eeuwige vergunningen zijn al lang niet meer voor altijd. En begraafplaatsen kampen altijd met plaatsgebrek. De lawaaierige graafmachine van de  gemeente waarmee beenderen worden opgegraven, die dan voorlopig ergens op een hoop worden gegooid. Waar gaan die naartoe? Vers gegraven putten vol grond- en regenwater.  Bierblikjes. Je houdt het niet voor mogelijk maar ze liggen er. Net als hondendrollen. 

Eeuwige vergunningen zijn al lang niet meer voor altijd

Maar veel – zo niet alles – wordt goed gemaakt door de kerkhofbezoekers die ook na de eerste dagen van november het piepende ijzeren hek van de begraafplaats open duwen. De zon mag schijnen, maar het moet niet. Het mag lichtjes waaien. Het zijn weduwen die – soms iedere dag - het graf van hun wederhelft bezoeken (weduwnaars die dat doen zijn een minderheid, is mijn indruk). Die het onkruid verwijderen. De zavel aanharken. De steen toch maar even schrobben. Verse bloemen leggen of nieuwe struikjes planten.

En terwijl ze daar toch zijn ook het graf links en rechts van hun man een beurt geven en controleren hoe het met de overleden familieleden wat verderop gesteld is, zodat er zo nodig tijdig alarm kan worden geslagen. Ze praten ook met hun geliefden. Ik vind dat zo ontroerend. Ik heb al horen snikken, ik heb verwijtende stemmen gehoord, ik heb iemand horen vertellen wat ze de avond tevoren gegeten had op het feest van de gepensioneerdenbond. Ik stond amper vijf meter verder, bij het graf van striptekenaar Willy Vandersteen, maar voor haar bestond ik niet.

Ze praten met hun geliefden. Ik vind dat zo ontroerend. 

 ‘Tot morgen, Jean’, hoorde ik een oude dame zeggen op hetzelfde kerkhof van Heide, waar ik woonde.  Waarna ze met haar stok even tegen het marmer tikte. Haar geboortedatum staat al in de steen geslepen. Waar een vader die ik ken iedere dag de urn van zijn verongelukte zoon komt groeten. Zonder die groet kan hij zijn dag niet beginnen, ook al is het drama intussen ruim vier jaar oud. Kerkhofblues.

---

VRT Nieuws wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Meest gelezen