Spanje wil "arische" kunstgeschenken aan nazi's terug
Gouden en bronzen bekers en halskettingen en zelfs menselijke botten uit de tijd van de Visigoten: dat kreeg SS-baas Heinrich Himmler in 1940 in Berlijn via diplomatieke post toegestuurd uit Spanje nadat hij het land even tevoren had bezocht.
Het ging om artefacten die Spaanse archeologen in de jaren 30 hadden opgegraven in een necropolis in de buurt van Segovia, een stad even ten noorden van Madrid. Door ze aan de nazi's te geven, wou Franco de "arische" band tussen Spanje en Duitsland benadrukken.
De Visigoten waren immers een germaans volk dat tussen de 5e en de 8e eeuw over het Iberisch schiereiland regeerde, tot het in 711 door de Moren werd verslagen.
Grote en blonde arbeiders
De Spaanse archeoloog Julio Martínez Santa-Olalla wou de juwelen en menselijke resten eigenlijk persoonlijk aan Himmler overhandigen tijdens zijn bezoek aan Spanje eerder in 1940.
Hij vergezelde de topnazi eerst tijdens zijn bezoek aan het klooster van Montserrat in de buurt van Barcelona. Vervolgens had hij Himmler de archeologische site in de buurt van Segovia zelf willen tonen om hem daar de artefacten cadeau te doen. In de aanloop naar dat bezoek ging Martínez Santa-Olalla in de buurt op zoek naar grote en blonde arbeiders om de "germaanse connectie" tussen Spanje en Duitsland in een oogopslag aan Himmler duidelijk te maken.
Het bezoek aan de archeologische site ging uiteindelijk niet door wegens slecht weer. Spanje zou de artefacten even later naar Berlijn sturen. Daar aangekomen werden ze verdeeld over musea in Nürnberg, Keulen en Wenen.
Inventaris
Ruim 75 jaar later bereidt de Spaanse regering nu een officiële vraag aan Duitsland en Oostenrijk voor om de artefacten terug te krijgen. Ze wil ze onderbrengen in het nationaal archeologische museum en Madrid.
Dit lijkt makkelijker gezegd dan gedaan want Spanje heeft weinig bewijzen. Zo is destijds geen inventaris van de bewuste artefacten opgemaakt. Spanje kan evenmin aantonen waar ze precies zijn terechtgekomen.