Van Ierland tot Jersey: Apples uitgekiende belastingsstrategie

CEO van Apple Tim Cook betreedt het podium tijdens een conferentie in San Francisco, 11 juni 2012. © Reuters
ICIJ
ICIJ Internationaal Consortium van Onderzoeksjournalisten

Ook na het opdoeken van zijn oorspronkelijke belastingroute via Ierland, bleef Apple zoeken naar manieren om zo weinig mogelijk belastingen te betalen. Dat onthullen de Paradise Papers.

In mei 2013 werd Apple-CEO Tim Cook gehoord door een subcomité van de Amerikaanse senaat. Dat had net een onderzoek afgerond naar hoe Apple tientallen miljarden dollar aan belastingen ontweek door winsten te versluizen naar Ierse dochterbedrijven. De voorzitter van het subcomité noemde die Ierse vennootschappen… ‘spookbedrijven’.

‘We betalen alle belastingen die we verschuldigd zijn, tot op de laatste cent’, antwoordde Cook. ‘We hangen niet af van belastingtrucs (…) We parkeren geen geld op een of ander Caribisch eiland.’

Apple-CEO Tim Cook (midden), CFO Peter Oppenheimer (links) en hoofd van 'tax operations' Philip Bullock voor het subcomité van de Amerikaanse senaat, Washington DC, 21 mei 2013.
Apple-CEO Tim Cook (midden), CFO Peter Oppenheimer (links) en hoofd van ’tax operations’ Philip Bullock voor het subcomité van de Amerikaanse senaat, Washington DC, 21 mei 2013.© Reuters

Vijf maanden later moest Ierland toegeven aan internationale druk. Het land kondigde acties aan tegen Ierse vennootschappen die beweerden dat vrijwel al hun inkomsten niet onderhevig waren aan belastingen in Ierland of elders in de wereld. Gelekte documenten van het advocatenkantoor Appleby (dat later een deel van zijn activiteiten verkocht aan Estera) onthullen nu hoe Apple daarop heeft gereageerd. Hoewel Apple-CEO Cook in het publiek nog elke relatie met belastingparadijzen had afgewezen, is dat precies waar Apple in reactie op de Ierse ontwikkelingen onderdak ging zoeken.

Ultra-lage belastingvoet

Apple-adviseurs bij het Amerikaanse topadvocatenkantoor Baker McKenzie wendden zich tot het advocatenkantoor Appleby, gespecialiseerd in het oprichten en beheren van bedrijven in belastingparadijzen.

Uiteindelijk koos Apple voor Jersey, een klein eilandje in het Kanaal dat de winsten van de meeste bedrijven niet belast.

In maart 2014 mailde Baker McKenzie veertien vragen naar de kantoren van Appleby in de Kaaimaneilanden, de Britse Maagdeneilanden, Bermuda, het eiland Man, Guernsey en Jersey. Eén vraag luidde bijvoorbeeld: ‘Kan u bevestigen dat een Iers bedrijf managementactiviteiten kan ontplooien (…) zonder in uw land belastingen te moeten betalen?’

Apple peilde ook naar de stabiliteit van het lokale politieke klimaat. ‘Zijn er ontwikkelingen die erop wijzen dat de wetgeving in de nabije toekomst ten ongunste zou kunnen veranderen?’

Uiteindelijk koos Apple voor Jersey, een klein eilandje in het Kanaal dat -precies zoals verschillende Caribische belastingparadijzen- de winsten van de meeste bedrijven niet belast. Jersey zou een belangrijke rol gaan spelen in de aangepaste Ierse belastingstructuur van Apple.

Met deze nieuwe structuur slaagde de producent van onder andere MacBooks erin om te blijven genieten van een ultra-lage belastingvoet voor het gros van zijn wereldwijde winsten. Het parkeert nu heel wat van zijn niet-Amerikaanse inkomsten in een berg van 252 miljard cash buiten de Verenigde Staten.

Een woordvoerder van Apple ging niet in op de lijst met vragen over de offshorebelastingstrategie van het bedrijf. Wel stelde hij dat regulatoren in de Verenigde Staten, Ierland en binnen de Europese Commissie op de hoogte zijn gebracht van de reorganisatie. ‘De veranderingen die we hebben doorgevoerd, hebben niet geleid tot lagere belastingbetalingen in eender welk land.’

Hij voegde eraan toe: ‘Bij Apple volgen we de wetten, en als het systeem verandert, dan schikken we ons daarnaar. We ondersteunen de inspanningen van de internationale gemeenschap voor een omvattende internationale belastinghervorming en een veel eenvoudiger systeem, en we zullen daarvoor blijven pleiten.’

Drie Ierse dochterbedrijven

Heel de wereld keek in 2013 toe toen het subcomité van de Amerikaanse senaat 142 pagina’s documenten en analyses publiceerde voor de publieke hoorzitting over de belastingontwijking van Apple. Het subcomité ontdekte dat Apple jaarlijks miljarden dollar aan inkomsten toewees aan drie Ierse dochterbedrijven die verklaarden nergens ter wereld fiscaal ingezetene te zijn.

Onder Ierse wet moet het gros van de bedrijven in Ierland lokaal belastingen betalen op hun winsten. Maar als de directeurs erin slagen de Ierse belastingadministratie ervan te overtuigen dat een bedrijf in het buitenland ‘beheerd en gecontroleerd’ wordt, kan dat bedrijf vaak aan belasting ontsnappen op al zijn niet-Ierse activiteiten.

Gedurende meer dan twee decennia is dat precies wat de directeurs van drie Ierse Apple-bedrijven hebben gedaan -waaronder ook jarenlang Apple-CEO Tim Cook. Door de dochterbedrijven vanuit het Apple-hoofdkwartier in California te runnen, slaagden ze erin om niet als fiscaal ingezetene in Ierland aanzien te worden.

Het hoofdkantoor van Apple in Cupertino, Californië, op een luchtfoto genomen op 6 april 2016.
Het hoofdkantoor van Apple in Cupertino, Californië, op een luchtfoto genomen op 6 april 2016.© Reuters

Tegelijkertijd wisten die directeurs dat de Ierse bedrijven evenmin zouden kwalificeren voor een Amerikaanse belastingresidentie, aangezien de Amerikaanse belastingwet op een andere manier werkt. Voor de Amerikaanse regels is een bedrijf enkel ‘fiscaal ingezeten’ (tax resident) in de Verenigde Staten als het daar ook is opgericht.

De Heilige Graal van belastingontwijking

‘Apple zocht de Heilige Graal van Belastingontwijking: offshore bedrijven die volgens Apple -vanuit belastingstandpunt- nergens ter wereld ingezetene zijn’, zei toenmalig Amerikaans senator Carl Levin, voorzitter van het subcomité van de senaat, tijdens de hoorzitting in 2013.

In eerste instantie verdedigde toenmalig Iers minister van Financiën, Michael Noonan, het beleid van zijn land. ‘Ik wil niet de zondebok zijn voor enig misverstand in een hoorzitting van het Amerikaanse parlement’, aldus Noonan. Maar tegen oktober 2013, in antwoord op groeiende internationale druk, kondigde hij plannen aan om Ierse bedrijven op te leggen érgens ter wereld belastingplichtig te zijn.

Jersey maakt zijn eigen wetten, kiest zijn eigen belastingtarief en is niet onderhevig aan het gros van de EU-regelgeving, wat het eiland tot een populair belastingparadijs maakt.

Tegen die tijd had Apple 111 miljard dollar cash opgestapeld in zijn Ierse bedrijven, buiten het bereik van de Amerikaanse fiscus. Jaar na jaar groeide die berg geld aan, en stroomden miljarden dollar winsten binnen in deze laagbelaste dochterbedrijven. Zo wilde Apple het graag houden. En dus ging Apple op zoek naar alternatieven voor de regelingen waar Ierland snel een einde aan zou maken. Tegelijkertijd wilde de producent van onder andere iPhones liefst dat niets lekte over zijn interesse in de offshore wereld.

Cameron Adderley van Appleby beschreef het als volgt in een email naar andere senior partners van het advocatenkantoor: ‘Voor zij die het niet moesten weten: Apple [-functionarissen] zijn extreem gevoelig aan publiciteit. (…) Ze verwachten dat het werk dat voor hen wordt gedaan, enkel besproken wordt door personeel dat ervan op de hoogte moét zijn.’ Need to know, heet dat in het jargon.

Achter gesloten deuren besliste Apple dat het voor zijn nieuwe offshore belastingstructuur, met de hulp van Appleby (later Estera), een beroep zou doen op Jersey. Dat eiland behoort (net als Guernsey en het eiland Man) tot het Britse Kroonbezit. De gebieden onder Brits Kroonbezit zijn geen onderdeel van het Verenigd Koninkrijk en behoren niet tot de Britse overzeese gebieden. Zij maken evenmin deel uit van de Europese Unie. Jersey maakt zijn eigen wetten, kiest zijn eigen belastingtarief en is niet onderhevig aan het gros van de EU-regelgeving, wat het eiland tot een populair belastingparadijs maakt.

Google, Facebook, LinkedIn

Terwijl Apples plannen om een deel van zijn activiteiten te verhuizen naar een offshore eiland langzaam vorm kregen, dook een ander potentieel probleem op. Midden 2014, opnieuw onder druk van andere regeringen, begonnen Ierse ministers een verbod te onderzoeken op een belastingtruc die bekend werd onder de naam Double Irish. Het gaat om een strategie voor belastingontwijking die door tal van bedrijven gebruikt werd: Google, Facebook, LinkedIn, en andere technologiebedrijven, alsook de farmaceutische industrie.

Die Double Irish werkt als volgt: winsten worden gemaakt door een Ierse entiteit die effectief personeel in Ierland tewerkstelt, en vervolgens worden de winsten gekanaliseerd naar een tweede Iers dochterbedrijf dat claimt fiscaal ingezetene te zijn van een eiland met lage belastingen -zoals Bermuda, de Kaaimaneilanden of het eiland Man.

Uiteindelijk besliste Ierland een overgangsperiode in te lassen voor multinationals die reeds Ierse belastingstructuren op poten hadden gezet. Die transitiefase zou duren tot eind 2020, kondigde Iers minister van Financiën Noonan in oktober 2014 aan. In beleidsdocumenten stond bovendien dat die overgangsregeling ook nog zou gelden voor nieuwe bedrijven die voor eind 2014 werden opgericht.

Iers minister van Financiën Michael Noonan bij de opening van de nieuwe kantoren van de Ierse centrale bank in Dublin, Ierland, 24 april 2017.
Iers minister van Financiën Michael Noonan bij de opening van de nieuwe kantoren van de Ierse centrale bank in Dublin, Ierland, 24 april 2017.© Reuters

Dat gaf Apple net genoeg tijd. Tegen het begin van 2015 had Apple zijn activiteiten in Ierland geherstructureerd. Twee van de drie Ierse bedrijven die door het subcomité van de Amerikaanse senaat tegen het licht waren gehouden, werden ondergebracht in Jersey. Het gaat om Apple Sales International en Apple Operations International.

In de vijf voorgaande jaren was Apple Sales International de grootste winstgenerator van Apple. Het was goed voor bijna 60 procent van Apples wereldwijde inkomsten. Flink wat van die winsten werden als dividenden overgemaakt aan Apple Operations International. CEO Cook beschreef dat bedrijf als ‘een bedrijf opgericht om een efficiënte manier te bieden om Apple’s cash te beheren.’

Spookbedrijf

Gecontacteerd in het kader van wederhoor liet Baker McKenzie weten niet in te gaan op de zaken van zijn cliënteel. Appleby beantwoordde geen vragen, maar stelde op zijn website: ‘We zijn een offshore advocatenkantoor dat klanten adviseert over legitieme en wettelijke manieren om zaken te doen.’ Estera, het dienstenbedrijf dat begin 2016 afsplitste van Appleby, en heel wat offshore vennootschappen blijft beheren in opdracht van zijn klanten, geeft geen commentaar.

Apple beantwoordde geen vragen van ICIJ over zijn nieuwe structuur, maar het lijkt erop dat het bedrijf een sleutelrol heeft toegekend aan nog een ander Iers dochterbedrijf: Apple Operations Europe. Ook dit derde bedrijf werd door de Amerikaanse senators een ‘spookbedrijf’ genoemd.

Tegen 2015 hadden striktere Ierse wetten de drie bedrijven ertoe aangezet om een nieuw fiscaal verblijf op te zoeken. Maar terwijl de andere twee zich fiscaal vestigden in Jersey, werd Apple Operations Europe een belastingingezetene in Ierland zelf.

Genereus regime

Terwijl media wereldwijd berichtten over het Ierse optreden tegen Double Irish-structuren, ging er minder aandacht naar andere maatregelen die Ierland aankondigde in beleidsdocumenten. Zo was er het plan om het reeds genereuze regime voor bedrijven die zogenaamde ‘immateriële activa’ (zaken als patentrechten en trademarks) in Ierland onderbrachten nog verder uit te breiden.

Die incentive, gekend als ‘capital allowance’ (kapitaalvergoeding), liet Ierse bedrijven jarenlang toe om grote belastingaftrekken toe te passen als ze maar dure ‘immateriële activa’ aankochten. Belangrijk voor multinationals is dat die incentive ook mocht gebruikt worden door een Iers bedrijf dat ‘immateriële activa’ aankocht van een ander bedrijf uit dezelfde groep. De regeling was vooral interessant voor multinationals die de immateriële activa vanuit een dochterbedrijf in een belastingparadijs (waar de winst uit de verkoop onbelast zou blijven) konden verkopen aan een Iers bedrijf.

Want hoewel zo’n interne verkoopsoperatie de multinational niets zou kosten, leverde ze toch een belangrijke belastingkorting op in Ierland. Volgens een aantal experts zou dit kunnen leiden tot erg lage belastingtarieven van amper 2,5 procent.

Apple antwoordde niet op vragen of het daadwerkelijk ook van deze incentive gebruik heeft gemaakt, door bepaalde rechten op zijn immateriële activa te verkopen van Apple Sales International in Jersey aan Apple Operations Europe in Ierland.

Apple niet aan hoeveel winst het maakt via zijn Ierse bedrijven, waardoor het gewoon onmogelijk is om in te schatten of 1,5 miljard dollar op drie jaar tijd nu eigenlijk veel is of niet.

Was het nu veel of weinig?

Apple meldt dat het sinds de reorganisatie meer belastingen in Ierland betaalt dan ervoor. ‘De veranderingen die we hebben doorgevoerd, hebben in geen enkel land tot lagere belastingbijdrages geleid’, aldus Apple in een verklaring. ‘Onze betalingen aan Ierland zijn op drie jaar tijd (2014-2016) zelfs aanzienlijk gestegen. We hebben daar 1,5 miljard dollar belastingen betaald, liefst 7 procent van alle vennootschapsbelasting die in Ierland betaald wordt.’

Toch geeft Apple niet aan hoeveel winst het maakt via zijn Ierse bedrijven, waardoor het gewoon onmogelijk is om in te schatten of 1,5 miljard dollar op drie jaar tijd nu eigenlijk veel is of niet.

Volgens Reuven Avi-Yonah, directeur van het internationale belastingprogramma aan de University of Michigan Law School, was Apple ‘vastbesloten om niet geraakt te worden’ toen het zijn vorige Ierse structuur moest opgeven. ‘Zo gaat het meestal: je sluit één belastingonderdak, en elders opent er alweer een nieuw. En zo blijft het maar voortgaan.’

In 2016 oordeelde de Europese Commissie dat de belastingafspraken die Apple had gemaakt met de overheid in Ierland neerkomen op staatssteun. Ze eiste dat Apple in Ierland 13 miljard euro aan achterstallige belastingen betaalt.

Auteur: Simon Bowers (ICIJ). Vertaling/bewerking: Kristof Clerix. Jesse Drucker (The New York Times) leverde een bijdrage aan dit artikel.

Partner Content