Oké, ik geef toe: ik ben een kerstfanaat. Nu het koud wordt, begint het te kriebelen. Dan wil ik warme chocolademelk drinken en opnieuw Louis Armstrong op de radio horen. Bovendien kijk ik ongelooflijk hard uit naar de gezellige dagen waarop het vroeg donker wordt en de vele lichtjes het Antwerpse straatbeeld opwarmen. Want, zeg nu zelf: hoe mooi is dat wel niet? En hoe leuk is het om in het donker nog even te kuieren onder die vele lichtjes, warm ingeduffeld, terwijl je halt houdt bij de meest kitscherige etalages?

Je zou denken dat de kerstperiode ook voor de Antwerpse handelaar een hoogmis is. Dat ze er alles aan willen doen om bezoekers zo lang mogelijk in hun winkelstraten te houden.

Maar blijkbaar sla ik de bal hier mis, zoals u vandaag ook in uw krant kan lezen. Want de handelaarsverenigingen, verantwoordelijk voor het aanvragen van de kerstverlichting, zitten met de handen in het haar. Het district vraagt hen om een deeltje van deze kost op zich te nemen. Een bedrag dat de verenigingen jaarlijks bekostigen met de lidgelden die handelaars hen betalen.

Maar blijkt dat steeds minder handelaars deel willen uitmaken van een handelaarsvereniging. Of ze betalen gewoonweg hun lidgeld niet. In die mate dat er ondertussen enkele grote verenigingen krap bij kas zitten. In de Hoogstraat, Grote Pieter Potstraat en Vlasmarkt geeft de voorzitter van de vereniging er zelfs de brui aan: hier blijft het dit jaar donker, zegt hij. En als er nu één ding is dat niet bij de kerstperiode past, dan is het wel ‘donker’.

Dus bij deze, beste handelaar, laten we een deal maken. Jullie zorgen alsnog voor de sfeer en dan kom ik met plezier bij jullie mijn kerstcadeaus sprokkelen.