BEESTENBOEL

Dirk Draulans © Cheese photography

Bioloog Dirk Draulans zoomt elke week in op een opvallend specimen in de Vlaamse natuur – de mens uitgezonderd. Deze week: de Filipijnse tapijtschelp.

Op 4 juli 2014 vond marien bioloog Francis Kerckhof van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen in de haven van Zeebrugge het eerste levende exemplaar van de Filipijnse tapijtschelp in ons land. Dat was niet noodzakelijk goed nieuws: de soort is een uit Azië afkomstige exoot die een probleem kan vormen voor onze inheemse tapijtschelp. In Frankrijk is al vastgesteld dat de aanwezigheid van de Filipijnse schelp – een vrij grote, geribbelde schelp met een uitbundig kleurenpatroon – ten koste gaat van een sterk verwante inheemse soort.

Het opduiken van de Aziaat aan de Europese kusten heeft alles te maken met de klassieke vongole uit de Italiaanse keuken: de pastabereiding met schelpjes. Oorspronkelijk werd daarvoor het inheemse venusschelpje gebruikt, maar dat raakte door overconsumptie in de verdrukking. Daarom hebben kwekers in 1985 de Filipijnse tapijtschelp ingevoerd. Die groeit snel en garandeert dus een goede opbrengst.

Er was beloofd dat de soort niet uit de kwekerijen zou ontsnappen, maar dat is toch gebeurd. Omdat het dier veertig dagen lang als vrij zwemmende larve leeft – uitzonderlijk voor een schelp van die grootte – kan het zich snel verspreiden. In Nederland werd de soort voor het eerst in 2008 waargenomen, in de Scheldedelta. Waarschijnlijk waren het exemplaren die per ongeluk waren meegelift met geïmporteerde mossels of oesters.

Ondertussen is de Filipijnse tapijtschelp al op meerdere plaatsen aan onze kust gevonden. Ze verovert ook onze keukens. ‘Ik heb in damesbladen al foto’s gezien van recepten met schelpdiertjes die voorgesteld werden als vongoles of Franse palourdes, maar die gewoon Filipijnse tapijtschelpen waren’, zegt Francis Kerckhof. ‘Je denkt misschien dat je een bereiding met een natuurproduct maakt, maar het is een vervanger, een kweekproduct. Misschien proeven mensen geen verschil, maar eerlijk is het niet.’

In Normandië is al een handel ontstaan in verwilderde Filipijnse tapijtschelpen die stranden overwoekeren. Kerckhof: ‘Tapijtschelpen graven zich een beetje in de bodem in, waardoor je een strand als het ware moet omploegen om ze te kunnen verzamelen. Dat creëert een andere biotoop dan de oorspronkelijke. Sommige sterk door mensen beïnvloede stranden zijn als het ware kolonistenkampen geworden, met Japanse oesters, Amerikaanse zwaardschedes en andere bezoekers uit verre oorden. En ze zijn er om te blijven, want het zijn snelle groeiers die hun eigen leefomgeving creëren.’

Kerckhof wijst nog op een opvallende parallel. ‘Waar je in de mensenwereld ook komt, zie je dezelfde grote ketens – Ikea, McDonald’s en andere – waardoor die wereld overal dezelfde aanblik krijgt. Dat gebeurt nu ook in de natuur, met succesvolle soorten die de planeet veroveren en overal hetzelfde plaatje creëren. We weten niet of de nieuwe strandfauna een effect op onze tapijtschelp of andere inheemse soorten zal hebben. Zo ja, dan is het wellicht te laat om er nog iets aan te doen: exoten zijn moeilijk te bestrijden. De kans is dus reëel dat er binnen afzienbare tijd meer Filipijnse tapijtschelpen op onze stranden te vinden zullen zijn dan inheemse. De meeste mensen zullen daar niet wakker van liggen. Maar ik wel.’

De Filipijnse tapijtschelp verovert niet alleen onze pasta’s, maar ook onze stranden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content