© Tom Palmaers

Gene Bervoets trekt met cheque van 10.000 euro naar rampgebied: “Ondanks de orkanen zijn mijn kinderen gelukkig hier”

Alles is kapot. Het is waanzin dat de natuur met zo’n kracht kan toeslaan.” Acteur Gene Bervoets is op Sint-Maarten, bijna drie maanden na de allesverwoestende orkaan Irma die over het Caraïbische eiland trok. Hij is er niet alleen om zijn kinderen Tadzio (35) en Ayumi (31) te bezoeken. Ook om een cheque van bijna 10.000 euro te overhandigen, geld dat hij inzamelde voor de kunstschool van het eiland.

Hanne DE BELIE

Het gekraai van een haan. In de verte een hond die blaft. Tik, tik, tik. Het getik van hamers om daken te herstellen. Dat zijn de geluiden waar acteur Gene Bervoets dezer dagen mee ontwaakt. Van ’s ochtends vroeg al, zijn de inwoners van Sint-Maarten in de weer om stukje bij beetje de schade te herstellen die Irma, de zwaarste orkaan ooit, op 6 september aanrichtte. Terwijl Vlaanderen zich opmaakt voor de laatste aflevering van Tabula Rasa, bezoekt Bervoets voor het eerst na de orkaan zijn twee oudste kinderen, die op het Nederlandse deel van het eiland wonen.

Liefde gevolgd in jaren tachtig

Vrijdag trok Gene Bervoets met een ­cheque van bijna 10.000 euro naar de ­Charlotte Brookson Academy of the Performance Arts (zie kader). Geld dat ons land inzamelde na een oproep van de acteur vlak na de orkaan.

“Ik ben van 1980 tot 1982 directeur geweest van een cultuurcentrum op Sint-Maarten”, vertelt Bervoets, die begin jaren tachtig de liefde volgde naar de Nederlandse Antillen. “Ik heb hier ook lesgegeven op een school: theater, een facultatief vak. Vroeger was hier niets van vorming: geen dans of zang, geen muziek of ­schilderkunst. Deze school is wat Sint-Maarten nodig had. Hier geven de gasten les, waar ik indertijd nog mijn theaterles aan gegeven heb. Voor de orkaan zaten ze in het oude gouverneursgebouw. Nu zijn de klassen in een tent die de Nederlandse overheid geschonken heeft. Dat is goed voor even, maar ons bedrag zou een begin kunnen zijn voor een nieuw gebouw. Voor de architect, de bouwaanvraag, de administratie. Als je ziet wat hier nog moet gebeuren, is 10.000 euro maar een klein bedrag. Maar het is een ­beginkapitaal. Daar zijn ze heel blij mee.”

© Tom Palmaers

Tik gekregen door ongerustheid

“Eerst dacht ik het geld te schenken aan de Nature Foundation, waar mijn oudste zoon Tadzio manager is”, zegt Bervoets. “Ook zij kunnen het geld goed gebruiken. Maar ik wilde niet dat mensen gingen zeggen dat ik geld inzamelde uit eigenbelang. Mijn dochter Ayumi had het idee om het aan de kunstschool te ­schenken.”

Niet enkel voor zijn kinderen was orkaan Irma een harde klap. ­Bervoets zelf ging er ook even onderdoor. “In september zijn drie orkanen in twee weken tijd gepasseerd”, vertelt hij. “Telkens hoorde ik met mondjesmaat iets van mijn kinderen. Het eerste teken van leven na Irma, kreeg ik via de zus van Michèlle, de verloofde van Tadzio. Ze was de dag na de orkaan vertrokken naar Antigua en via haar wist ik dat Tadzio nog in leven was. Van Ayumi heb ik drie dagen niets gehoord, van Tadzio zelfs vijf. Ze wisten ook niets van elkaar. Het was via mij en via de zus van Michèlle dat Ayumi wist dat Tadzio ongedeerd was.”

“Tijdens José, de tweede orkaan, was ik opnieuw heel ongerust. Als de orkaan over Sint-Maarten trok, wetende dat heel het eiland vol puin lag, kon het niet anders dan dat er tientallen, zelfs honderden doden zouden vallen. Al het puin dat rondvliegt ... José is gelukkig ten noorden langs Sint-Maarten gepasseerd. De derde orkaan, ­Maria, ten zuiden van het eiland.”

“Door die onzekerheid heb ik een serieuze tik gekregen. Door alle omstandigheden was ik te veel aan het werken. Mijn jongste zoon ­Kaena kwam tussendoor vertellen dat mijn eerste kleinkind op komst is. Het ging van de hel naar de hemel en terug. Toen kwam die tik. Twee maanden mocht ik niets doen, moest ik rusten. Anders had ik nog meer mijn schouders onder de inzamelactie kunnen zetten. Dan was het misschien wat meer geld geweest.”

Op slag verliefd

In de jaren tachtig heeft Gene zelf een tijdje op Sint-Maarten gewoond. “In 1979 ben ik hier voor het eerst aangekomen en ik werd op slag verliefd op het eiland”, vertelt hij. “Mijn toenmalige vrouw Cheryl, de mama van ­Tadzio en Ayumi, had ik leren kennen toen ze in België studeerde. In 1980 zijn we dan naar hier verhuisd. ­Tadzio is hier geboren, Ayumi in Antwerpen. In 1982 ben ik opnieuw in België beginnen te werken voor film en tv. Ik ging op en af. Wat onwaarschijnlijk veel geld kostte, geld dat we eigenlijk niet hadden. In 1985 zijn we in België gaan wonen. Ik kon hier niet aarden, Cheryl niet in België. Daar is onze relatie uiteindelijk aan kapotgegaan. Ayumi was een jaar of 3 toen we uit elkaar ­gingen. Tadzio was 8 of 9. De kinderen waren hier gelukkiger dan in België, dus ze bleven bij hun mama. Na orkaan Luis in 1995 zijn ze wel twee jaar in België komen wonen. Ayumi heeft ook in België gestudeerd. Ik blijf een paar keer per jaar naar hier komen: met de verjaardagen en net voor of na de feestdagen. Sint-Maarten is nog altijd mijn tweede thuis.”

© EPA-EFE

Overal puin

Wanneer we rond het eiland rijden, is ­Gene sprakeloos. Het is amper te zien dat er al iets hersteld is. Want overal waar we kijken, ligt alles aan flarden. Van de kleinste hut die volledig plat ligt tot meest mondaine villa die zwaar beschadigd is. “Alles is kapot”, zucht hij. “Op het Nederlandse deel ziet het er wel al veel beter uit dan vlak na de orkaan. Het ergste puin is geruimd, het vuil langs de wegen is weg. Maar het blijft onwaarschijnlijk. Iedereen die je hier aanspreekt, heeft hetzelfde verhaal. Ze moeten allemaal opnieuw beginnen. Huizen en hotels zijn compleet verwoest. Boten liggen langs de weg. Auto’s liggen ondersteboven. Het is waanzin. En dan zeggen ze dat dit de nieuwe norm wordt: orkanen van categorie vijf. Dat wil zeggen: windsnelheden van 320 kilometer per uur. Irma haalde 380 kilometer per uur, zelfs tot 400. Als dit de norm wordt, denk ik: kinderen, denk eens na over jullie toekomst hier. Maar ondanks het feit dat ze geteisterd zijn door drie orkanen, zijn ze gelukkig hier.”