Btw-regels voor onlineverkoop worden eenvoudiger

Momenteel moeten onlinebedrijven zich voor de btw registreren in elke lidstaat waar ze hun producten willen slijten. Volgens de Europese Commissie kost die verplichting jaarlijks tot 8.000 euro per lidstaat. Bedrijven halen het systeem dan ook aan als één van de grootste obstakels voor e-commerce. Met dat éénloketsysteem zouden de onlinebedrijven zowat 2,3 miljard kunnen besparen.

De Europese ministers van Financiën maken zich sterk dat het nieuwe systeem de e-commercebedrijven ook een flinke boost zal geven en voor miljarden euro's belastinginkomsten zal zorgen. De inkomsten van de lidstaten zouden volgens ramingen met 7 miljard euro kunnen toenemen, door die extra onlinehandel en de btw-inkomsten die er het gevolg van zijn.

Ook komen er vanaf 2019 eenvoudigere regels voor start-ups en kmo's. Bedrijfjes die minder dan 10.000 euro per jaar online verkopen in andere lidstaten, zullen hun btw-verplichtingen gewoon in eigen land kunnen afhandelen.

Europa maakt vanaf 2021 ook komaf met een uitzondering voor zendingen uit derde landen. Op pakjes met een waarde tot 22 euro moet momenteel geen btw betaald worden. Dat systeem is kwetsbaar voor misbruik en zou de schatkisten tot één miljard euro aan inkomsten kosten.       

Ten slotte hebben de ministers de onlineplatforms verantwoordelijk gemaakt voor het inzamelen van de btw op de verkoop van niet-Europese bedrijven aan Europese consumenten. De verplichting geldt ook voor producten die deze bedrijven reeds gestockeerd hebben in Europese magazijnen.       

Volgens de Europese Commissie, die het voorstel een jaar geleden op tafel had gelegd, zal de hervorming verzekeren dat btw wordt betaald in het land van de consument, wat tot een eerlijkere verdeling van belastinginkomsten onder de lidstaten moet leiden.