Op 16 september 2014 brachten de ouders van de 37-jarige E. V. een bezoek in haar appartementje in Genk nadat ze al enkele dagen niets van hun dochter vernomen hadden. De woonkamer hing onder het bloed en uiteindelijk vonden ze hun kind levenloos in bad. Volgens het autopsieverslag was de vrouw al enkele dagen dood. In de frisdrankfles, die naast haar lichaam lag, zat een drankje vermengd met GHB. “Een slok bevatte vier gram”, aldus de procureur. “Ze moet meermaals het bewustzijn verloren hebben waardoor ze ten val kwam en haar achterhoofd verwondde. Vandaar de bloedsporen. Uiteindelijk belandde ze in coma en is ze gestorven.”

250 mililiter

Sms- en Facebookberichten wezen al snel in de richting van de veertiger. Zo bestelde het slachtoffer enkele dagen voor haar dood “250 mililiter”. Volgens de beklaagde, die tot drie keer per week als vriend bij de vrouw op bezoek kwam, ging het over snoep en sterke drank. “En ja, ze vroeg wel vaker om drugs”, gaf hij voor de rechter toe. “Maar ik had geen GHB en dat wist ze. Ik weet niet waar ze het spul uiteindelijk vandaan haalde. Ik heb in de krant vernomen dat ze gestorven is. Ik weet van niets.” Toch werd er tijdens de huiszoeking bij de man cannabis en wit poeder aangetroffen. “Alles wijst in zijn richting”, aldus de procureur die dertig maanden opsluiting en 6.000 euro boete eist. “Die man heeft geen schuldinzicht, hij wist hoe slecht het met haar ging en toch bracht hij haar drugs.”

Vrijspraak

Toch blijft de man ontkennen. “Ze waren jeugdvrienden”, aldus zijn raadsman. “Hij rouwt zelf enorm om het verlies. Mijn cliënt heeft nooit GHB geleverd. Hij had zelf schrik van dat soort harddrugs. Bovendien verklaart de buurtvrouw van E. dat er veel mensen over de vloer kwamen. Waarschijnlijk uit het drugmilieu. Er is dus minstens sprake van twijfel. Ik vraag de vrijspraak.”

Vonnis volgt op 11 januari.