Mobiliteitsbudget doet 90 procent van werknemers niet afzien van bedrijfswagen

door
Belga
Leestijd 2 min.

Mocht er een mobiliteitsbudget komen, dan zouden negen op de tien werknemers de bedrijfswagen gewoon behouden. Dat blijkt uit onderzoek dat HR-dienstverlener SD Worx en vacature.com lieten uitvoeren bij 2.000 werknemers en 500 werkgevers in België. Slechts 5 procent is bereid de bedrijfswagen volledig op te geven in ruil voor andere mobiliteitsoplossingen. Nog eens 5 procent heeft geen idee. Eerder deze week werd in de Kamer het wetsontwerp rond de mobiliteitsvergoeding ingediend. Die is beter gekend als de 'cash for car'-regeling, waarbij werknemers hun bedrijfswagen kunnen inruilen voor een extra bedrag in cash. Het mobiliteitsbudget gaat nog een stuk verder en biedt meer flexibiliteit. Daarbij stelt de werkgever medewerkers een budget ter beschikking om hun verplaatsing naar het werk te bekostigen. Werknemers krijgen zelf de keuzevrijheid en de financiële middelen om te beslissen met welk(e) vervoersmiddel(en) ze naar het werk pendelen. Rond het mobiliteitsbudget bestaat nog geen concrete wetgeving.

Het goede nieuws is dat iets meer dan de helft van de pendelaars (51,8 procent) geïnteresseerd is in een mobiliteitsbudget. Bij de werknemers zonder bedrijfswagen is de animo weliswaar groter: 56,9 procent tegenover 26,7 procent bij wie vandaag al een bedrijfswagen heeft. Bovendien is maar 5 procent bereid zijn of haar bedrijfswagen volledig op te geven in ruil voor een of meerdere andere vervoersmiddelen.

Eenenzestig procent zou kiezen voor dezelfde bedrijfswagen, 20 procent zou een kleiner model nemen zodat er nog budget overblijft voor andere vervoersmiddelen. Negen procent zou zelfs overwegen om een bedrijfswagen van een hogere categorie te kiezen en daarvoor bereid zijn om andere voordelen op te geven.

Voor het 'cash for car'-principe is er bij de werknemers met een bedrijfswagen zo mogelijk nog minder enthousiasme. Slechts 16 procent heeft interesse. Van diegenen die hun bedrijfswagen wel willen inruilen, zou 46 procent het woon-werktraject met de eigen auto afleggen. Tweeënveertig procent zou de fiets nemen, en 29 procent het openbaar vervoer. Twintig procent zou opteren voor een combinatie van vervoersmiddelen.

bron: Belga