Crevits over onderzoek Unia: "Ik gruw van het idee van lagere en hogere studierichtingen"
"Jongeren blijven net te vaak hangen in een studie waarin ze niet thuishoren", zo reageert minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) op een studie die gelijkekansencentrum Unia heeft laten uitvoeren. Daaruit blijkt dat kansarme leerlingen vaker een B-attest krijgen dan kinderen van betere komaf, ook al behalen ze dezelfde cijfers. Maar Crevits vindt die studieoriëntering net heel relevant.
Kansarme leerlingen krijgen op school vaker een B-attest dan leerlingen van betere komaf, ook al zijn hun prestaties dezelfde. Dat blijkt uit een studie van universiteiten in opdracht van UNIA, het centrum voor gelijke kansen. Door die B-attesten belanden kansarme leerlingen vaker in richtingen die hen minder goed voorbereiden op hoger onderwijs, zo schrijven de onderzoekers.
Maar minister van Onderwijs Hilde Crevits vindt dat een "vreemde redenering", zo zegt ze in De Ochtend op Radio 1. "Studieoriëntering is net heel relevant. Jongeren blijven vaak hangen in een studie waarin ze niet thuishoren. Daarom willen we met een B-attest het aantal jongeren dat blijft zitten binnen de perken houden."
Op enkele uitzonderingen na is blijven zitten niet de beste oplossing, stelt Crevits. "We zien net dat de meerderheid van de jongeren die blijven zitten later meer spijbelen en nog meer in de uitzichtloosheid belanden."
Volgens Crevits gaat het onderzoek uit van "hogere" en "lagere" studierichtingen. "Ik gruw een beetje als ik zo'n zaken lees. Een studierichting die je voorbereidt op de arbeidsmarkt is net bijzonder waardevol."
"Ik vind het een beetje pijnlijk dat er een hiërachie wordt gemaakt van richtingen", zegt ze nog.