“Minder vervuilende stoffen in Antwerpen sinds lage-emissiezone”, maar prof trekt die conclusie in twijfel

Het invoeren van een lage-emissiezone in de Antwerpse binnenstad heeft na een jaar al een sterke daling teweeggebracht van de uitstoot van verontreinigende stoffen zoals roet, stikstofoxiden en fijn stof door het wegverkeer. Dat concludeert de stad Antwerpen uit een studie van Transport & Mobility Leuven en VITO, die het Vlaamse wagenpark van eind 2016 - voor de LEZ van kracht werd - vergelijkt met de wagens die eind 2017 in de LEZ rondreden. Er zijn nog geen meetresultaten om die beweringen te ondersteunen, zegt professor Roeland Samson van de Universiteit Antwerpen.

gjs

De studie baseert zich volgens het kabinet van schepen voor Leefmilieu Nabilla Ait Daoud (N-VA) op onder meer de technische gegevens van door de LEZ-camera’s gespotte wagens bij de Dienst voor Inschrijvingen van Voertuigen (DIV), de reële uitstootgegevens ervan - dus niet de gegevens van de fabrikanten - en informatie over afgelegde afstanden door de wagens in kwestie. Het gaat dus voor alle duidelijkheid niet om metingen van de eigenlijke luchtkwaliteit in de LEZ. “Die metingen gebeuren door de VMM (Vlaamse Milieumaatschappij, red.) en de resultaten daarvan worden in het najaar verwacht”, zegt Liesbet Brzyk, woordvoerster van schepen Ait Daoud.

Volgens de stad ging de uitstoot van roet door wagens in de LEZ er in de bestudeerde periode met 33 procent op achteruit. Daar moet wel nog de algemene verjonging van het wagenpark worden van afgetrokken, zodat het netto effect van de LEZ net geen 22 procent uitstootdaling zou zijn. De uitstoot van stikstofoxiden daalde netto met bijna 12 procent, van stikstofdioxide met 8 procent en van de types fijn stof PM 10 en PM 2,5 met respectievelijk 7 en 10 procent.

“De LEZ heeft als doel de uitstoot van schadelijke stoffen door het wegverkeer te doen dalen en dat blijkt te lukken”, stelt Brzyk.

Meetresultaten nodig

De studie stelt terecht dat het wagenpark dankzij de LEZ verjongt, maar die conclusies doortrekken naar een verminderde uitstoot van schadelijke stoffen is louter theoretisch en moet nog worden ondersteund door meetresultaten. Dat stelt hoogleraar Roeland Samson van de Universiteit Antwerpen, die onder meer meewerkte aan het Curieuzeneuzen-luchtkwaliteitsonderzoek.

“Het klopt dat het wagenpark versneld aan het verjongen is en dat is een belangrijk resultaat”, zegt Samson. “Het is het bewijs dat een lage-emissiezone een invloed kan hebben op het gedrag van mensen. Het is wel jammer dat dit op stadsniveau moet worden doorgevoerd. Het zou beter zijn als er meteen ook strenge Vlaamse of zelfs Europese normen komen, zodat wagens overal minder schadelijke stoffen uitstoten.”

Samson zegt wel een probleem te hebben met de berekeningen die zouden wijzen op een verminderde uitstoot van schadelijke stoffen zoals roet en fijn stof in de LEZ. “Die zijn theoretisch juist, maar zeggen niet waar mensen op het terrein aan blootgesteld worden”, stelt hij. “Er wordt bijvoorbeeld geen rekening gehouden met de doorstroming: wagens die in de file staan, zoals bij de vele wegenwerken in Antwerpen, stoten meer uit. De eerste indicaties van metingen zijn dat de verbetering in de luchtkwaliteit er in de praktijk voorlopig niet lijkt te zijn.”

Volgens Samson moet het invoeren van een LEZ nog meer gepaard gaan met maatregelen om wagens in het algemeen ook minder te doen rijden, zoals het uitbouwen van een goed openbaar vervoer en park & rides aan de stadsrand.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen