We telden al vlinders en vogels, nu is het de beurt aan schelpjes

Nadat Vlaanderen massaal aan het vogels en vlinders tellen geslagen is, zijn nu de schelpen aan de beurt. Want welke soort is nu eigenlijk het talrijkst aan onze kust? Geen mens die het weet. Nochtans onthult hun aantal van alles over de toestand van de zee. Hoe vervuild die is, bijvoorbeeld.

Silke Remmery

Ze doen het al massaal in de zomer – al was het maar om papieren bloemen te kopen – maar laat uw kinderen ook eens schelpen rapen ten voordele van de wetenschap. Dat vraagt het Vlaams Instituut voor de Zee, dat voor het eerst een Schelpenteldag organiseert. Op 17 maart verwachten de organisatoren zo veel mogelijk schelpenrapers in tien kustgemeenten. Elke deelnemer moet langs de vloedlijn de eerste honderd schelpen rapen die hij vindt en er met behulp van een zoekkaart een naam op plakken.

Vergelijk het met het Vogel­telweekend van Natuurpunt, dat de Schelpenteldag mee ­organiseert. “Alleen is schelpen tellen baanbrekender”, zegt woordvoerder Hendrik Moeremans. “We weten intussen welke vogels het vaakst voorkomen, maar van schelpen hebben we geen idee.”

Niet dat er geen wetenschappers zijn die schelpen bestuderen, zegt Jan Feys van het Vlaams Instituut voor de Zee. “Maar die concentreren zich vooral op de zeldzame soorten. Net zoals bij vogels, trouwens. De huismus kwam zo vaak voor dat hij voor ornithologen minder interessant was. Dus werd pas vastgesteld dat hij aan het uitsterven was, toen hij al bijna helemaal was verdwenen. We willen hetzelfde scenario vermijden bij schelpen.”

Want die hebben wel degelijk nut, zegt Feys. Ze vertellen bijvoorbeeld hoe de zee verandert. “Zo zijn er soorten die toenemen als de zee opwarmt. Of we kunnen er de vervuiling van het water uit afleiden. De purperslak, bijvoorbeeld, was dertig jaar geleden bijna verdwenen omdat via schepen een gif in het water terechtkwam dat de voortplanting van de slak verstoorde. Toen dat gif werd verboden, is de slak teruggekeerd. Hadden we dat sneller ontdekt, dan hadden we vroeger kunnen ingrijpen.”

© Wim Dirckx

Terugleggen, graag

“Nog een voorbeeld is het scheermes, de lange mesvormige schelp. Voor de jaren 80 waren die hier niet te vinden, tot ze via schepen vanuit Amerika hier zijn beland. Maar niemand weet hoe wijdverspreid die zijn. Als het onderzoek zich jaarlijks herhaalt, zullen we die evoluties op lange termijn wél kunnen zien.”

Alleen: als in onze tien kustgemeenten elk jaar tienduizend schelpen worden geraapt voor onderzoek, blijft er dan nog wat over? “Het strand zal natuurlijk nooit volledig leeg geraapt raken”, zegt Feys. “Daarvoor vermenigvuldigen de schelpen zich te snel. Bovendien raden we de mensen af om alle schelpen mee naar huis te nemen. In slakkenhuisjes kan bijvoorbeeld een kreeftje schuilen dat in een Gentse tuin in de problemen zou kunnen komen. Bovendien ruiken rottende schelpen niet zo lekker.”

Maar dat weten ouders van kinderen met een verzameldrang intussen al uit ervaring.

INFO

Schelpenteldag 17 maart. Inschrijvingen: www.iedereenwetenschapper.be

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen