Ondanks banenverlies doet Belgische economie het al bij al niet slecht

Ondanks de opeenvolgende berichten over banenverlies, draait onze economie al bij al goed. Een aantal cijfers bewijzen dat: er zijn meer banen dan pakweg tien jaar geleden, de economie groeit gestaag aan en de consumenten hebben meer vertrouwen. We zetten er enkele op een rij.

287.000 extra banen in 10 jaar tijd

Caterpillar in Gosselies, Douwe Egberts in Grimbergen, Axa, P&V,... Ja, er zijn deze maand al 4.000 banen verdwenen; en dat is voor de betrokkenen de keiharde realiteit: ze verliezen hun job. De vele aankondigingen van ontslagen scheppen bovendien het beeld van een slabakkende economie. Maar de cijfers zeggen iets anders: de Belgische economie doet het al bij al redelijk goed.

Dat blijkt bijvoorbeeld uit het aantal banen in ons land. In bijna tien jaar tijd zijn er globaal gezien toch 287.000 banen bijgekomen. In 2015 waren er 4.665.000 banen, tegenover 4.378.000 in 2006. Begin juni voorspelde de Nationale Bank nog dat er tegen 2018 140.000 banen zouden bijkomen in ons land.

Het is wel zo dat er een verschuiving aan de gang is. In de industriële sector en de landbouw is de werkgelegenheid bijvoorbeeld afgenomen, maar in andere sectoren zoals de sociale en commerciële dienstensector neemt het aantal banen toe. Het banenverlies is ook vooral merkbaar bij de groep van "midden opgeleiden".

Het toenemende aantal banen is ook te zien in het aantal vacatures bij de VDAB. In augustus 2016 waren er in Vlaanderen 210.988 vacatures. Een jaar eerder 167.779, in augustus 2014 158.976.

Loonkosten stijgen minder snel

En dan is er ook de loonhandicap, de vergelijking van de loonkosten in ons land met de buurlanden. Met loonkosten worden de (sociale) bijdragen bedoeld die werkgevers moeten betalen bovenop het loon van de werknemers. Op zich geen bewijs van een aantrekkende economie, maar recente cijfers over het tweede kwartaal van 2016 tonen aan dat de loonkosten in ons land minder fel gestegen zijn dan in enkele buurlanden.

In België was er een stijging van 0,1 procent ten opzichte van hetzelfde kwartaal van vorig jaar. De loonkosten zijn dit voorjaar dus amper gestegen. In Duitsland ging het om 1,8 procent, in Frankrijk 1,4 procent, in Nederland 0,6 procent. Het gemiddelde in de Europese Unie lag op 1,4.

Het gaat om een minder sterke stijging van de loonkosten, de cijfers geven niet weer hoe groot de loonhandicap met de buurlanden is en of die al dan niet is weggewerkt, wel dat die iets kleiner is geworden. En dus dat we op dat vlak iets aantrekkelijker worden voor buitenlandse investeerders.

Economische groei van 1,4 %

Een ander cijfer dat aantoont dat het beter gaat, is de economische groei. Terwijl we drie jaar geleden nog met een negatieve groei zaten, is die de laatste jaren gestaag gegroeid, tot 1,4 à 1,5 procent. Volgens de laatste prognoses wordt ook voor 2017 een groei van 1,4 procent verwacht en nog net iets beter in 2018.

Consumentenvertrouwen neemt toe

Tot slot: ook het consumentenvertrouwen toont de laatste maanden een stijgende lijn, sinds pakweg maart april. Op zich geen hard bewijs dat de economie goed boert, maar toenemend consumentenvertrouwen wijst op een stijgende consumptie, wat dan weer tot meer banen kan leiden.

Meest gelezen