Direct naar artikelinhoud
Onderwijs

Ruim dubbel zoveel scholen bieden volgend jaar duaal leren aan

Steeds meer scholen nemen deel aan het proefproject rond duaal leren, waarbij leerlingen kennis opdoen op de werkvloer.Beeld kristof pieters

Duaal leren, waarbij leerlingen zowel op school als op de werkvloer leren, wint fors aan populariteit. Volgend jaar nemen leerlingen uit 187 scholen deel aan een proefproject, al plaatsen zij wel enkele vraagtekens. "Het zijn geen goedkope werkkrachten."

Sterke leerlingen, maar ook jongeren die schoolmoe zijn of dreigen uit te vallen zonder diploma kunnen baat hebben bij duaal leren. Waar momenteel 83 scholen aan een speciaal proefproject deelnemen, zullen dat er volgend schooljaar 187 scholen zijn. Dat meldt minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V), die het systeem samen met minister van Werk Philippe Muyters (N-VA) uitrolt. In totaal zullen leerlingen uit 50 studierichtingen, voornamelijk uit het beroeps- en technisch secundair onderwijs, een deel van hun opleiding in bedrijven kunnen volgen. Denk daarbij aan richtingen in chemie, mechanica-elektriciteit of sport.

Wie wil deelnemen, moet minstens 15 jaar oud zijn. Leerlingen zullen het merendeel van de noodzakelijke vaardigheden en kennis op de werkvloer opdoen, maar krijgen uiteindelijk wel een diploma dat gelijkwaardig is aan dat van het voltijds secundair onderwijs. “Het schooljaar 2016-2017 was het startschot van het proefproject”, zegt Crevits. “Nu zitten we al aan meer dan 180 scholen. Het is goed dat er zovelen instappen in het proefproject, want het is belangrijk dat bedrijven, scholen, leerlingen en ouders ervan overtuigd zijn dat de duale leerweg evenwaardig is aan het volgen van voltijds secundair onderwijs.”

Loon

Vanaf september 2019 zal het duaal leren over heel Vlaanderen worden uitgerold. Crevits en Muyters deden hiervoor inspiratie op in het buitenland, onder meer in Duitsland. Het vervangt het systeem van deeltijds leren en werken. Duaal leren is in die zin de meest vergaande vorm van werkplekleren. Bedrijven engageren zich immers om de leerlingen ook theoretische kennis mee te geven, terwijl de leerlingen een deeltijdse arbeidsovereenkomst aangaan en aan het einde van de maand loon uitbetaald krijgen.

'Leerlingen moet stipt zijn en nauwgezet werken, want anders gaan ze niet slagen'
Bart Bisschops, directeur Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs in Tongeren

“We gaan gericht leerlingen zoeken die hierin kunnen slagen”, zegt directeur Bart Bisschops, die met het Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs in Tongeren vanaf volgend schooljaar zal deelnemen. “Schoolmoeheid kan een factor zijn om deel te nemen, maar het mag niet de hoofdreden zijn. Het moet om leerlingen gaan die stipt zijn en nauwgezet werken, want anders gaan ze er niet in slagen. Het systeem kan een meerwaarde betekenen, maar vergt een goede screening door de scholen, veel motivatie van de leerlingen en kwaliteitsvolle begeleiding door de bedrijven. Zij krijgen geen goedkope werkkrachten, maar moeten de leerlingen echt opleiden.”

Lees ook: "Via duaal leren kunnen we knelpuntberoepen veel makkelijker invullen". Arbeidseconoom Stijn Baert enthousiast over leren en werken op werkvloer.

Onzekerheid

Werkgeversorganisaties als Unizo zijn al lang vragende partij voor de brede uitrol van duaal leren. Maar binnen het onderwijs blijven nog de nodige zorgen bestaan. Vooral de ondersteuning op de werkvloer blijft een aandachtspunt. Zowel Katholiek Onderwijs Vlaanderen als het Gemeenschapsonderwijs (GO!) lieten vorig jaar al verstaan dat het duaal leren zal “staan of vallen” met de kwaliteit van de mentoren. Een bezorgdheid die ook in de scholen leeft.

'Bedrijven screenen hun werknemers voor het geven van begeleiding, maar zij hebben geen lerarenopleiding gevolgd'
Barbara Heyde

“Leerlingen zijn actiever en zijn beter voorbereid op de arbeidsmarkt”, zegt Barbara Heyde, pedagogisch directeur van het VTI Kortrijk. “In september zullen we met duaal leren starten in het technisch secundair onderwijs. Leerlingen uit de richting mechanische vormgevingstechnieken zullen zo ook de theorie op de werkvloer leren. Concreet kan dat betekenen dat leerlingen in de bedrijven leren hoe ze constructietekeningen moeten maken of eerst een theoretische opdracht moeten maken voordat ze met een bepaald materiaal aan de slag kunnen. Het gaat echt om een vertaling van schoolopdrachten naar de werkplek. We geloven sterk in dat concept, maar voelen bij onze mensen en bij de bedrijven wat onzekerheid. Zij screenen hun werknemers voor het geven van begeleiding, maar uiteindelijk hebben zij geen lerarenopleiding gevolgd.”