Direct naar artikelinhoud
KONINGIN ELISABETHWEDSTRIJD

"Schubert in de Elisabethwedstrijd? Muzikale zelfmoord"

Charlotte Wajnberg, Belgische sopraan, stoot door naar de finale in de Koningin Elisabethwedstrijd.Beeld Tine Schoemaker

Ons land heeft zaterdag twee sopranen in de finale van de Koningin Elisabethwedstrijd voor Zang. Technisch gesproken eigenlijk maar één Belg, als we dubbele nationaliteiten even buiten beschouwing laten. "Het is nu al een visitekaartje", aldus Charlotte Wajnberg.

en

Het moet ergens op haar twaalfde gebeurd zijn. Als dochter van een dwarsfluitist in het orkest van de Munt, mocht Charlotte Wajnberg (28) al erg jong figureren in een opera. "Mijn rol bestond erin om wat spullen op de scène te zetten, maar stiekem zong ik al mee met het koor”, vertelt ze. “Ik kon het niet laten, het fascineerde me mateloos. Op die leeftijd was ik nog niet bezig met een beroepskeuze, enkele jaren later ben ik dan toch privélessen zang gaan volgen.”

Niets waarmee een jong meisje zich populair maakt op de speelplaats. “Ik was misschien een buitenbeentje, ja. (lacht) Het paste niet in het coole plaatje van een tiener, natuurlijk.” Maar nooit te beroerd om haar kunsten te delen. In haar laatste jaar middelbaar nam ze deel aan het free podium van het college. Leerlingen mochten er optreden voor hun medeleerlingen. De meesten kozen voor de populaire muziek van het moment. Wajnberg ging resoluut voor een aria, over een porseleinen pop. Helemaal geschminkt als die porseleinen pop.

“Ik wou dat popje in het muziekdoosje zijn. Dus heeft mijn vader een platform gemaakt met daarop een stok-met-zadel, waarop ik dan met mijn benen kon wippen. Er stonden zelfs wieltjes onder, zodat ze me echt over het podium konden rijden. Met veel schmink en een tweedehandskostuumpje van De Munt zag ik er ook echt uit als een pop met een porseleinen kopje.” In haar act werd ze begeleid door haar beide ouders: papa op dwarsfluit, mama op harp. En noem het een wonder: haar optreden viel in de smaak bij het tienerpubliek.

Charlotte Wajnberg.Beeld Tine Schoemaker

Echtgenoot aan de piano

Komende zaterdag – zo’n tien jaar later – mag Wajnberg aantreden tijdens de grote finale van de Koningin Elisabethwedstrijd voor zang. En dat is nu al een visitekaartje, zegt de sopraan. Maar dat is het ook voor haar echtgenoot Aaron Wajnberg (30), het hoofd van de pianoafdeling van het Antwerps conservatorium en vaste begeleider van zijn vrouw. “Ik ben de laatste jaren steeds meer gaan toeleggen op het begeleiden van zangers”, zegt de pianist. “Sinds vorige week kent iedereen ons.”

Hun wisselwerking heeft iets aandoenlijks. Tijdens de halve finale afgelopen zaterdag, zag je hem bij momenten een lach onderdrukken. Een lach die verraadde dat ook hij genoot, maar vooral heel erg fier was. Aaron: “Ik ben nog elke keer opnieuw verbaasd van wat Charlotte extra kan op het podium. We repeteren heel intens, bespreken elk detail zodat we op de scène de hoogst mogelijk graad van perfectie kunnen bereiken. Maar dan doet Charlotte weer iets onverwachts, waardoor ook ik tijdens de performance gegrepen kan worden door een subtiele impuls. Precies daarom begrijp ik waarom ze nu bij de laatste twaalf zit.”

In de keuze van haar stukken zoekt Wajnberg het midden tussen Lied en Opera. “Een goed stuk is een goed stuk." En het hoeft dan niet altijd om de platgetreden paden te gaan. Zo kiest ze zaterdag voor het eerder onbekende ‘Non, Monsieur mon mari’ van Francis Poulenc. Een stuk dat leest als een humoristisch, feministisch pamflet.

"Dat zit al een tijdje in mijn repertoire”, zegt ze. “Het blijft een wedstrijd, dus wil ik de jury overtuigen door mijn sterke punten te belichten. In die Poulenc kan ik karakter laten horen. Tegelijk zit er ook een wals in, die dan weer dat zachte heeft. Verschillende sferen en muzikale karakters, dus. Daarnaast is het vooral een erg aanstekelijk stuk, met veel humor."

Charlotte Wajnberg.Beeld Tine Schoemaker

Maar de ook de standaardstukken weert Wajnberg niet. In haar halve finale koos ze voor een Schubert, “omdat ik het belangrijk vind dat een zanger Schubert kan zingen”. En dat met Schubert-autoriteiten Christoph Prégardien en Helmut Deutsch in de jury. “Het was haast muzikale zelfmoord.” Toen ook op het programma: het populaire ‘La Bohème’ van Giacomo Puccini.

“Ik vind het interessant om na te denken hoe ik er daar nog iets kan aan toevoegen dat men nog niet gehoord heeft, zonder er iets smakeloos van te maken. Dit stuk kan nogal snel iets vulgairs worden. Dat is niet de bedoeling. Ik wil mezelf niet op de voorgrond zetten, maar de muziek voor zich laten spreken.” 

Belgisch patriottisme

Zo kiest ze in haar présence bewust voor enkel expressie in haar gezicht. "Ik heb geprobeerd om de bewegingen van mijn lichaam te beperken. Op een podium kan dat snel storen en afleiden van de essentie. Maar dat blijft een moeilijke evenwichtsoefening, want tegelijk wil je ook spontaan blijven. Je kunt niet elke beweging gaan instuderen en vastleggen." Dat repeteren doen Charlotte en Aaron Wajnberg deze dagen non stop, aan de piano in hun Antwerpse woonst, waar hun bijna tweejarige zoontje af en toe komt tussen lopen.

Aaron en Charlotte Wajnberg, met hun bijna tweejarig zoontje.Beeld Tine Schoemaker

"Niets is vanzelfsprekend in dit vak”, zegt Aaron. “We konden ons niet voorbereiden op de sfeer die we zaterdag in Flagey hebben ervaren. Pal voor onze neus zaten Koningin Mathilde en Herman Van Rompuy. Overal liepen er mensen met hoofdtelefoons en camera’s rond. We hadden ooit al in de Carnegie Hall in New York gespeeld, maar deze stress had ik nog nooit gevoeld. Deze wedstrijd is zo belangrijk in België.”

En zeker voor een Belgische kandidate. Ook Marianne Croux stootte door naar de finale, maar zij heeft de Belgisch-Franse nationaliteit. “We zeggen graag dat Charlotte de enige échte Belgische in de finale is," lacht Aaron. “Zo patriottisch zijn we wel.”

10-12/05 in Bozar en live te volgen op Canvas en Klara.