Direct naar artikelinhoud
Sociale media

Ook over uw LinkedIn-profiel is uw werkgever de baas

De LinkedIn-appBeeld ANP XTRA

Een Nederlands bedrijf heeft een 42-jarige medewerker op staande voet ontslagen omdat hij herhaaldelijk weigerde een onjuist profiel op LinkedIn aan te passen. Volgens de rechter was het ontslag terecht. 

De man ging in de herfst van 2015 aan de slag voor het Utrechtse ICT-bedrijf H&R, als accountmanager New Business. Een jaar later werd hij verantwoordelijk voor de marketing en pr, maar even later zette het bedrijf hem opnieuw in zijn oude functie van accountmanager. 

In de weken erna ontstond onenigheid daarover en daarop besloten het bedrijf en de werknemer dat hun wegen uit elkaar gingen. De werknemer liet op LinkedIn zijn functie van marketing- en pr-verantwoordelijke staan, omdat hij die richting uit wou. Met die omschrijving zouden recruiters in de pr-sector hem beter kunnen vinden.

'De rechtbank oordeelt dat die LinkedIn-titel een negatief effect heeft op het bedrijf'
Annelies Uytterhaegen, advocaat gespecialiseerd in arbeidsrecht

Ontslag op staande voet

H&R ging daar niet mee akkoord. Het bedrijf gebruikt LinkedIn om relaties te onderhouden met klanten, en daarom verzochten achtereenvolgens de directeur, de adjunct-directeur, zijn teamleider en de advocaat van het bedrijf de werknemer om zijn profiel aan te passen.

Dat weigerde de werknemer elke keer. Na een allerlaatste waarschuwing paste hij uiteindelijk wel zijn functie aan, maar liet in de kopregel 'Marketing & pr' staan. In oktober 2017 werd hij daarom op staande voet ontslagen.

'Mensen moeten beseffen dat zelfs het liken van een uitspraak die aanzet tot haat, hen medeplichtig kan maken'
Jacques Englebert (ULB)

De man stapte naar de rechter om zijn ontslag aan te vechten, maar ondertussen blijkt dat een rechter het bedrijf gelijk geeft. Volgens de rechtbank "hoefde H&R niet te blijven accepteren dat de werknemer zich naar buiten toe bleef presenteren als verantwoordelijk voor de marketing en de pr van het bedrijf".

"Dit soort zaak ben ik nog niet tegengekomen", zegt Annelies Uytterhaegen, advocaat gespecialiseerd in arbeidsrecht. "De rechtbank oordeelt dat die LinkedIn-titel een negatief effect heeft op het bedrijf."

Een ontslag omwille van sociale media is op zich dan weer niet nieuw. Alleen in haar advocatenpraktijk komt Uytterhaegen elk jaar een dertigtal casussen tegen, waarvan ze een groot deel in der minne kan regelen.

"Maar meestal gaat het om werknemers die informatie op sociale media zetten die beledigend is voor hun collega's of werkgever, of van racistische aard is", zegt Uytterhaegen. 

Liken kan aanzetten tot haat

Volgens Jacques Englebert, professor aan de ULB en als advocaat gespecialiseerd in mediarecht, oordelen rechters steeds strenger in dit soort zaken omdat ze er meer en meer van uitgaan dat burgers de impact kennen van wat ze op sociale media delen.

"Mensen moeten beseffen dat zelfs het liken van een uitspraak die aanzet tot haat, hen medeplichtig kan maken en mede-auteurschap van die uitspraak kan geven", zegt Englebert. "Niet onlogisch, want door iets te liken geeft u er een goedkeuring aan, maar zal de boodschap zich ook gemakkelijker verspreiden onder vrienden."  

Vorig jaar nog oordeelde de Luikse arbeidsrechter dat een vzw een werknemer om dringende redenen mocht ontslaan, omdat de betrokkene meermaals – en ondanks waarschuwingen – antisemitische inhoud likete op Facebook. De rechter had begrip voor de organisatie, die vreesde voor haar imago.

Publiek is relatief

Beslist een werknemer nog wel autonoom wat hij op zijn profiel zet? Ja, maar niet volledig, oordeelt Englebert. Wat op sociale media verschijnt, gaat best niet in tegen de belangen van de werkgever, toch als die boodschap publiek zichtbaar is.

"Alles hangt ervan af hoe publiek de boodschap is, maar dat is voor interpretatie vatbaar", zegt Englebert. "Een rechter heeft onlangs geoordeeld over een boodschap die op een publieke Facebook-pagina stond. Omdat de beklaagde maar een beperkt aantal vrienden had, ging het volgens de rechtbank toch om een privébericht. Evengoed is iemand veroordeeld om een boodschap die enkel zichtbaar was voor vrienden, maar het waren er wel 4.000."

Englebert begrijpt de uitspraak van de Nederlandse rechter, omdat het er vooral over gaat dat de werknemer liegt over zijn functie en daardoor klanten, prospecten en concurrenten verkeerd informeert.