Direct naar artikelinhoud
DNA-onderzoek

Na 100 jaar weer een naam en een gezicht: voor het eerst soldaten uit WO I geïdentificeerd via DNA-onderzoek

Petrus PintensBeeld RV

Met wat geluk, maar met vooral veel doorzettings­vermogen zijn historici er voor het eerst in geslaagd om via DNA-onderzoek naam en gezicht te kleven op overblijfselen van gesneuvelde Belgische soldaten uit de Eerste Wereldoorlog. 

en

Een ‘Crime Scene Investigation’ van meer dan honderd jaar geleden kent eindelijk een uitkomst. Tijdens graafwerken voor een woonproject in Diksmuide kwamen twee jaar geleden beenderen bloot te liggen. Restanten van soldaten die in de loopgraven gestorven waren door Duitse kogels. Maar welke soldaten? Alleen al de lijst met Belgische vermisten telt zes­duizend namen.

Archeologen diepten met een schaar, een kam, een pijpje, een handwapen en zelfs een gevuld flesje parfum wel wat aanknopingspunten op uit het geïmproviseerde graf, maar het was dankzij enkele knopen met daarop het getal ‘12’ dat historici van het War Heritage ­Institute pas echt aan de slag konden. Want het ­ waren alleen de soldaten van het 12de Linieregiment uit Luik die zo’n knop ­droegen en het is geweten dat zij in de tweede helft van oktober 1914 slag hebben ge­leverd in Diksmuide. 

Zelfs dat bracht de onderzoekers nog maar een stapje dichter. Tijdens die hevige gevechten vonden immers in totaal 31 soldaten de dood: nog steeds een gigantische hooiberg om stamboomgewijs ­enkele spelden in te gaan zoeken.

Aantekening gevonden

"We zijn dan alle archieven over het 12de Linieregiment gaan uitpluizen en op een gegeven moment hebben we een aantekening gevonden van een zekere commandant Cogneaux, die schreef dat hij op 24 oktober 1914 drie manschappen – Pintens, Jacquet en Destrer – had verloren en samen had begraven", zegt historicus Franky ­Bostyn. "De drie skeletten die wij hebben aangetroffen, lagen ook boven elkaar gestapeld. Dus dat kon kloppen. Dan was het zaak om met DNA bewijs te leveren dat het wel degelijk deze drie soldaten ­waren."

Gerard DethierBeeld BELGA_HANDOUT

"Klinkt simpel, maar dat is het niet. Het nationaal instituut voor criminalistiek en criminologie slaagde pas na lang proberen om nog wat DNA-materiaal van de botten te schrapen, maar vooral de zoektocht naar de match was een werk van zeer lange duur. Soldaten sneuvelden meestal op jonge leeftijd ­zonder kinderen. We hebben dan gezocht naar ­namen van eventuele broers en zussen en zijn in hun stamboom gaan zoeken. Telkens naar ­vrouwelijke afstammelingen, want van de moeder ben je zeker – en dus ook dat ze hun DNA hebben doorgegeven –, maar van een vader niet altijd."

Kleindochter van nicht

Zo stelden de onderzoekers vast dat de naam ­Destrer door de commandant verkeerd geschreven was en dat Gerard Dethier uit Dalhem bij Luik waarschijnlijk de derde gesneuvelde was.

Hij was enig kind en dus liep het spoor aanvankelijk dood, was het niet dat zijn moeder destijds hertrouwde en nog dochters kreeg. Via een van die dochters vonden de historici een ‘halfnicht’ en haar DNA stemde overeen met dat van Dethier.

Zijn medesoldaat Petrus Pintens uit Hoboken was op het moment van zijn overlijden getrouwd met Louiza Claessens met wie hij één dochter kreeg. Die bleef echter kinderloos en overleed in 1933. "Langs zijn moeders kant kwamen we bij een kleindochter van een nicht die bereid was een DNA-staal af te geven en dat zorgde voor een positieve match."

'Een gigantische zoektocht, maar vergeten helden moet je in ere herstellen als dat kan'
Franky ­Bostyn, historicus

Zowel van Petrus Pintens als van Gerard Dethier kreeg het War Heritage Institute van de familie ­behalve het sluitende genetische bewijs ook een oude foto in handen. Van de andere soldaat, Félix ­Alphonse Jacquet uit Luik, ­vonden ze geen nabestaanden voor de DNA-analyse, maar door namen te schrappen op de vermistenlijst kwamen ze ontegensprekelijk bij hem uit.

Plechtig herbegraven

Het drietal zal op 1 juli tijdens een nationale plechtigheid op de Belgische, militaire begraafplaats van De Panne herbegraven worden. De nabestaanden krijgen dan militaire eretekens. 

"Het is niet dat die mensen daar nu de voorbije jaren nog van wakker lagen, maar het is toch een mooie erkenning die het lange en dure onderzoek rechtvaardigt", zegt ­Bostyn. "We hebben er lang aan gewerkt, maar voor mensen die hun leven gaven voor ons land is geen moeite te veel. Vergeten helden moet je in ere ­herstellen als dat enigszins mogelijk is."

Identikits

Petrus Franciscus Emmanuel Pintens werd in Mortsel geboren op 5 november 1890. Met zijn ouders verhuisde hij naar Hoboken. “Een militair dossier van Pintens was er niet”, zegt coördinator Rudy Baert van het War Heritage Institute. “Hij deed zijn militaire dienst van 1910 tot 1911. Hij diende als soldaat tweede klasse in het 12de Linieregiment dat toen nog in Luik was gevestigd.”

Gerard Joseph Dethier werd in Villers L’Evêque geboren op 4 november 1888. Hij verhuisde met zijn ouders naar een boerderij in Dalhem. Hij engageerde zich in 1914 als oorlogsvrijwilliger voor het 12de Linieregiment. Hij sneuvelde op 24 oktober 1914 in Diksmuide. In Dalhem is nog een straat naar hem genoemd.