Direct naar artikelinhoud
Schietpartij Luik

Pijnlijke vragen na de aanslag in Luik: is de crimineel wel crimineel genoeg?

Premier Charles Michel woont een minuut stilte voor de slachtoffers van de aanval in Luik bij.Beeld Photo News

Een grote vis was hij niet. Toch richtte de ‘draaideurcrimineel’ Benjamin Herman in Luik tijdens zijn penitentiair verlof een moordpartij aan. Het confronteert de samenleving met een pijnlijke vraag. Wat moeten ‘we’ doen als een crimineel niet crimineel genoeg is om hem opgesloten te houden?

Een politievakbond, een vicepremier en een partijvoorzitter. Allemaal plaatsen ze vraagtekens bij het penitentiair verlof van Benjamin Herman, die dinsdag in Luik twee agenten en een voorbijganger om het leven bracht. “Iedereen vraagt zich af hoe iemand met zo’n profiel vrij kon rondlopen”, stelde Bart De Wever voor de camera’s van de VRT. Heeft de Antwerpse burgemeester en N-VA-voorzitter, en de vele anderen voor wie hij zegt te spreken, gelijk? Of stelt hij misschien de verkeerde vraag?

Het profiel van Herman geeft geen eenduidig antwoord. Zijn strafblad begon op zijn zestiende. Herman werd nadien veroordeeld voor drugsfeiten, inbraken en geweldpleging. Hij zat bijna continu in de gevangenis, maar mocht verschillende keren op penitentiair verlof of kreeg een uitgangsvergunning. Hij ging soms over de schreef: zo overviel hij bijvoorbeeld in 2010 een bloemenwinkel.

'Iedereen vraagt zich af hoe iemand met zo'n profiel vrij kon rondlopen'
N-VA-voorzitter Bart De Wever

In regeringskringen wordt Herman, die op de radar van Staatsveiligheid stond omwille van omgang met geradicaliseerden, omschreven als een “kleine” crimineel. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) spreekt liever van een “draaideurcrimineel” en voegt eraan toe dat er in de Belgische gevangenissen “wel meer” van zulke gedetineerden zitten. Gedetineerden die in zijn ogen moeten worden voorbereid op een terugkeer in de samenleving, ook als er een kans bestaat op recidive.

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) noemt Benjamin Herman, dader van de moordpartij in Luik, een "draaideurcrimineel". Maar hoe moeten we met zulke gedetineerden omgaan?Beeld BELGA

Politiestaat

“Het gemakkelijkste is ‘nee’ zeggen”, zegt Frank Verbruggen, professor strafrecht aan de KU Leuven. “Niemand zal u verwijten dat je iemand te lang in de gevangenis houdt, behalve de gevangene zelf en zijn omgeving. Maar zo maak je die gevangenen niet minder gevaarlijk. Drugsdelicten en overvallen doen ook niet vermoeden dat iemand agenten gaat vermoorden. Het gaat altijd om berekende risico’s. Directies die zo’n besluit nemen, zullen er hun hand niet voor in het vuur durven te steken. Zij kunnen alleen hopen dat alles goed verloopt.”

'Als je alle kleinere criminelen strenger gaat behandelen, ga je meer geradicaliseerden creëren'
Criminoloog Mattias De Backer (KU Leuven)

Dagelijks gaan er volgens experten tientallen gedetineerden die soortgelijke feiten hebben gepleegd op verlof. Als de samenleving dat terugschroeft, zouden zij juist agressiever worden en zouden de risico’s op incidenten na hun vrijlating fors toenemen. “Die nuance ontbreekt vaak”, zegt criminoloog Mattias De Backer, die aan de KU Leuven onderzoek doet naar radicalisering. “Als je alle kleinere criminelen strenger gaat behandelen, wat de vox populi lijkt te willen, ga je meer geradicaliseerden creëren. We werken niet zomaar met rehabiliterende straffen. Alleen zien mensen de resultaten niet. Wie geen nieuwe feiten pleegt, staat niet op de voorpagina’s van de kranten.”

Op die voorpagina’s stond juist een totaal andere vraag. “Hoe kon dit?”, klonk het haast overal. Deskundigen schuiven die vraag terzijde. Natuurlijk moet er worden nagegaan of er bij het toekennen van het verlof een foute inschatting is gemaakt. Maar daardoor zal onze samenleving in de toekomst niet gespaard blijven van zulke drama’s. “Het is een valse vraag”, zegt advocaat Filip Van Hende. “Wie hier nu op focust, wenst een volstrekt veilige maatschappij. We kunnen die niet krijgen, tenzij we bereid zijn om in een politiestaat te leven. Maar dat willen we ook niet. Vanuit dat besef moeten we accepteren dat zulke feiten op elk moment kunnen plaatsvinden.”

Risico-avers

Zulke verklaringen staan haaks op die van bijvoorbeeld Open Vld-Kamerlid Carina Van Cauter. Zij meent dat we geen gedetineerden meer tijdelijk mogen vrijlaten als daar risico’s mee gepaard gaan. Het lijkt een symptoom van een samenleving die na een gruweldaad in een begrijpelijke, maar onmogelijke risico-averse houding schiet. In de plaats zouden we volgens Verbruggen, De Backer en Van Hende een debat moeten voeren over de toestand van onze gevangenissen.

“Als je het gedrag van gedetineerden wilt veranderen, moet je met ze praten”, zegt Van Hende. “Juist voor dat deel van de straf is er te weinig personeel. Wie zich nu afvraagt hoe dit is kunnen gebeuren, moet op een politicus stemmen die wil investeren in de begeleiding in gevangenissen. Maar dat is een moeilijke boodschap en de politieke klasse durft ze niet te verkondigen. In de plaats zien we een kortetermijnvisie op veiligheid.” Ook Verbruggen noemt meer begeleiding en opvolging noodzakelijk. “Maar we mogen ook geen valse beloftes doen. Zelfs in Scandinavië heb je gekken die opeens kinderen gaan doodschieten.”

'Wie zich nu afvraagt hoe dit is kunnen gebeuren, moet op een politicus stemmen die wil investeren in de begeleiding in gevangenissen'
Advocaat Filip Van Hende