De peiling werd door onderzoeksbureau Ipsos uitgevoerd bij 1.000 Vlamingen, tussen 29 mei (de dag van de aanslag in Luik) en 6 juni. De foutenmarge bedraagt drie procent.

Voor N-VA-voorzitter Bart De Wever komt de mindere peiling als een donderslag bij heldere hemel: “Een mindere peiling is nooit aangenaam, zeker als je die totaal niet ziet aankomen. Wij monitoren namelijk vrij goed het effect van onze voorstellen op onze aanhang, en wij hadden helemaal niet de indruk dat die aan het afhaken was. Integendeel: wij dachten dat we ongeveer een bevestiging zouden krijgen van de vorige peiling. Het is heel raar dat dat niet het geval is, want onze concurrenten winnen ook niet.”

Maar uiteraard blijft De Wever strijdvaardig: “Ik wil het slechte nieuws eigenlijk omdraaien: voor onze aanhangers, militanten en leden is dit het signaal dat de verkiezingen nooit gewonnen zijn. De komende 120 dagen tot de gemeenteraadsverkiezingen op 14 oktober moet elke stem echt wel binnengehaald worden. Dus ik zie dit als een oproep tot actie.”

Verlies voor regeringspartijen, winst voor oppositie (behalve SP.A)

Naast het verlies voor N-VA blijven aan Vlaamse kant ook coalitiepartners CD&V en Open VLD onder hun verkiezingsresultaat van 2014. CD&V blijft net boven de 15 procent en dus nog ruim drie procent onder haar verkiezingsresultaat van 2014. De christendemocraten blijven daarmee wel de tweede grootste partij van Vlaanderen. Open VLD wint 1,2 procent ten opzichte van maart, maar blijft met 13,9 procent nog ruim anderhalf procent onder het resultaat van 2014.

Bij de oppositie profiteert vooral Groen. Met 12,4 procent zit die partij bijna vier procent boven het kiesresultaat. De groenen springen zelfs nipt over de sp.a, die met 11,7 procent verder naar beneden zakt. SP.A haalde bij de verkiezingen nog 14 procent van de stemmen. Vlaams Belang zit net onder de tien procent, PVDA haalt met 6,2 procent de kiesdrempel in Vlaanderen.

Volgens Groen-voorzitster Meyrem Almaci bewijst deze peiling dat er iets beweegt in de samenleving: “Mensen zijn de bullebakkerij en het verdeel-en-heers-discours, bijvoorbeeld de harde taal rond het Koerdische meisje dat haar leven verloor door een politiekogel, echt beu. En je ziet dat er tegelijkertijd stilstand is op het vlak van daden. Dan bieden wij een hoopvol alternatief.”

Francken blijft populairste politicus

Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) is de populairste politicus in Vlaanderen, voor zijn partijvoorzitter Bart De Wever en premier Charles Michel (MR).

In Wallonië blijft Paul Magnette (PS) de populariteitspoll aanvoeren, voor Olivier Maingain (DéFI) en zijn partijvoorzitter Elio Di Rupo, die minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders uit de top drie stoot. Maingain is ook populairste politicus in Brussel voor Magnette en Reynders.

PS blijft grootste partij in Wallonië

Ook bij 1.000 Walen is er gepeild. Daar blijft de PS de grootste partij, al zit die partij met 23,4 procent fors onder het kiesresultaat (32 procent). MR blijft de tweede partij met twintig procent. De PTB (of PVDA) valt wat terug en haalt nog 12,8 procent. Voor de derde plaats moeten de communisten nipt de groenen van Ecolo laten voorgaan (13,2 procent). Het cdH herstelt zich een klein beetje (9 procent). Opvallend hier is dat de radicaal rechtse Parti Populaire een sprongetje maakt en uitkomt op 7,3 procent.

In Brussel is een peiling afgenomen bij 532 mensen. De foutenmarge ligt er iets hoger, namelijk op 4,3 procent. De PS blijft er verliezen (14,2 procent) en moet nu DéFI laten voorgaan als tweede partij (15,4 procent). DéFI-voorzitter Olivier Maingain is er de populairste politicus. Aan Vlaamse zijde in Brussel is ook N-VA veruit de grootste, met 6,7 procent. Open VLD deelt de tweede plaats met Vlaams Belang (2,3 procent).