"Realistisch blijven" of "ervoor durven gaan": hoe ambitieus moet Vlaanderen zijn voor duurzame energie?

Europa heeft een akkoord bereikt om het aandeel hernieuwbare energie tegen 2030 in de EU als geheel op te trekken met 5 procent, naar 32 procent. Elke lidstaat afzonderlijk zal nu een plan moeten ontwikkelen tegen het einde van het jaar. Belangrijk: niet elke lidstaat zal 32 procent moeten halen. Voor België circuleert een cijfer van 21 procent. Maar hoe haalbaar is dit voor Vlaanderen? 

Europarlementslid Anneleen Van Bossuyt (N-VA) zegt dat we ambitieus mogen zijn, maar dat het "realistisch moet blijven." Volgens Van Bossuyt heeft Europa zelf al een soort berekening gemaakt van het maximale potentieel dat België aan hernieuwbare energie heeft, en dat zou tussen 16 en 19 procent liggen. 

"En we maken ons zorgen over de kostprijs.  Vlaanderen zit met een factuur van 20 miljard euro om de doelstellingen van 2020 (20 procent, nvdr.) te halen.  Voor 32 procent zal die factuur dus nog een stuk hoger zijn, wij maken ons zorgen voor de burgers en de bedrijven." 

Het kan wél, zegt Tommelein. Hij is optimistisch. Hernieuwbare energie wordt betaalbaarder én rendabeler, zegt hij.  "Offshore windparken vragen nu veel minder subsidies. Zonnepanelen kosten nu een vijfde van de prijs van 10 jaar geleden.  Dus nu gaan zeggen: 'we kunnen niet meer doen' is niet juist." Tommelein zegt dat er bijvoorbeeld veel potentieel overblijft voor zonnepanelen op daken van huizen, waar nu amper een 5 tal procent van de capaciteit is gebruikt.  

Groene energie kost niet enkel geld, countert Tommelein: "Het creërt ook jobs en een economische meerwaarde.  Trouwens: we moeten investeren door de omschakeling weg van kernenergie: ofwel doen we dat traag, ofwel met ambitie. En dit is niet zomaar even ambitieus zijn: dit is berekend door verschillende actoren. " 

Tommelein maakt zich sterk dat de Vlaanderen de doelstellingen weldegelijk kan halen.  "We zitten op schema voor 2016 en 2017. "Alle prognoses die ik vandaag maak, zegt dat we de doelstellingen in 2020 zullen halen. Of we zullen er heel dicht bij zitten." 

Toch blijft Van Bossuyt het moeilijk hebben met hoe realistisch het verhaal van Tommelein is. Er is sprake van dat Vlaanderen 1.400 gigawatt zal tekortkomen, het equivalent van 150 windmolens of 3 miljoen zonnepanelen. "Waar gaan we die molens plaatsen, of waar gaan we die zonnepanelen leggen", herhaalt Van Bossuyt.

Tommelein countert:  als het hele land zo goed zou doen als de provincie Limburg, zouden we al heel wat verder staan.  "Er is innovatie en versnelling. Als iedereen in Europa zegt 'we gaan versnellen', dan begrijp ik niet goed goed dat wij zouden zeggen "we gaan niet versnellen, maar enkel doen waarvan we zeker zijn. Af en toe moet je ervoor durven gaan."

Van Bussuyt  pleit voor voorzichtigheid: 21 procent is nog een kloof met een schatting van "tussen 16 en 19 procent" aan potentieel volgens het Europese rapport.