Direct naar artikelinhoud
Paradise City

Dag twee op Paradise City: ko gaan was nog nooit zo aangenaam

Dag twee op Paradise City: ko gaan was nog nooit zo aangenaam
Beeld Aurélie Geurts

Oosterse weelde en meesterlijke mixers waren de kernbegrippen op de tweede dag van Paradise City. Ook in de schaduw van het kasteel van Ribeaucourt was het bloedheet, wat zorgde voor het betere voetenwerk op half tempo.

Drie meisjes poetsen hun tanden aan de toiletten en blikken terug op gisteren – een blonde paardenstaart en twee vlechten met een mond vol fluoridespul kletsend met hun ogen half dicht. Grote kans dat zij niet een van de twaalf zielen waren op de parkbanken die suffend voor zich uit zaten te staren, goed wetend waar ze waren, zichzelf net niet genoeg kwijt. Met grotere waarschijnlijkheid stonden zij ongeveer een half etmaal aan een van de drie podia op Paradise City, met glazige ogen een spetterend serotonine-shot overlevend – een natural high, uiteraard – en dansend op tijdloze tracks. In stilte schrobt hun tandenborstel de gin-restanten van hun beitertjes, en bereiden zij zich mentaal voor op de dag des heren op het terrein van Ribeaucourt.

Geoefend sensueel

Enkele livebands mochten zaterdag de egards waarnemen op Paradise City Live-stage. Zo beet Claire Laffut, een frisse en modieuze Belgische die resideert in Parijs, ongenadig de kop eraf voor een publiek beperkt in aantal maar niet in enthousiasme. Haar band had het naar hun zin, zij nog meer. Ergens tussen verlegen, onhandig en geoefend sensueel, zoals tweeëntwintigjaren dat af en toe kunnen, speelde ze Franse elektropop die welkom en verfrissend was als het zeldzame briesje tussen het gebladerte.

Timmerman speelde dan weer op de Love Stage een set die voor ieder wat wils was – smaakvol maar complexloos, de ideale Paradise City-act. The Human League in een dub-remix draaien: voor sommige buitenstaanders is het misschien de grootste vorm van satanverering, wij geloofden dat de vader van de heer zijn volk met zachte hand de juiste richting toonde.

The Human League in een dub-remix: voor buitenstaanders misschien de grootste vorm van satanverering, wij geloofden dat de vader van de heer zijn volk met zachte hand de juiste richting toonde

Kokende hersenpannen

Eén van onze must-sees was het Brusselse Haring; een producer van mooie, minimalistische elektronica met een dito ingetogen look. Ook hij bracht een band mee, en dan gaan we altijd extra graag een kijkje nemen. Tussen de luttele vijf andere geïnteresseerden stelden we vast dat het niet werkte, toch niet op dat uur van de dag: om 15.30 uur was het snikheet, en kon de zachte aanpak van Haring niet aanslaan bij kokende hersenpannen. John Noseda kon de aandacht van de het publiek er ook nauwelijks bijhouden, maar hij had tenminste wel publiek.

Lees verder onder de foto.

Met de voeten in het water op Paradise City, op het terrein van het kasteel van Ribeaucourt.Beeld Aurélie Geurts

Tijdens de set van 's wereld bekendste trouw-dj Omar Souleyman ging ook het licht in onze bovenkamer even uit van de hitte. Gelukkig konden we even terecht in een zitzak onder een parasol voor water met wat ijsblokken. Op zo'n moment mogen we onze beide handen kussen dat we ons hier bevinden. Ja, we herhalen het nog eens: Paradise City heeft zijn naam niet gestolen. Het festival vindt plaats op een sublieme site met zitvoorziening en lommerte alom, waar je met gemak bijna overal op groen gras kunt zitten, in plaats van een plaatsje te moeten zoeken tussen sigarettenpeuken, een tapijt van platgetrapte plastic bekers en gladde pizzaschijven. Ko gaan is nog nooit zo aangenaam geweest.

Bij ontwaken klonk Session Victim in de verte verdienstelijk, maar vooral de niet zo heel bekende Willow gooide hogen met het eerste loeiharde feestje. Onbeschrijflijk lekker draaide de fronsende dame de rest van de dag-dj's naar huis – wie het lef en de puf had om in de warmte naar haar podium te tjollen, ging niet meer weg.

Paradise City heeft zijn naam niet gestolen: bijna overal kun je op groen gras zitten, in plaats van een plaatsje te moeten zoeken tussen sigarettenpeuken

Hoge verwachtingen, voorbodes van verdriet

Ons grootste dilemma van de dag kwam neer op kiezen tussen Or:la en Acid Arab: aan de ene kant een ticket voor subtiele maar gewaagde techno en bassbeats, de andere een garantie op het beste feestgedruis van de dag, incluis Oosterse melodieën.  Maar zoals hoge verwachtingen de voorbodes van verdriet kunnen zijn, kon geen van beide ons echt wegblazen. 

Het was net wat daarna kwam – een zeer welkom en alweer live Who Made Who – dat de regels van dit festival omverschopte met een soort indie-optreden dat alle aanwezige harten veroverde. De band is geen kleintje – zelfs Josh Homme haalde het al in zijn hoofd om een nummer van hen te coveren. Och, wat doet ons hart meer zingen dan analoge samenzang bij ondergaande zon? Niets!

Wat doet ons hart meer zingen dan analoge samenzang bij ondergaande zon? Niets!

Lees verder onder de foto.

Als het te warm is om te dansen, biedt Paradise City zitvoorziening en lommerte alom.Beeld Aurélie Geurts

Om nog niet te spreken over wat onze organen doet gillen na het ondergaan van het gele hemelorgaan! Konstantin Sibold was het nachtelijke equivalent van Timmerman, die de juiste platenkeuze combineerde met een ontzettende mixgevoeligheid en een feestje op en voor het podium. Kuar klonk zò goed in de mix dat we metéén erna ribbedie waren voor een einde met Call Super en Objekt, want zoals we leerden van alle slimmeriken op deze aardkloot, kan je maar beter vertrekken op een hoogtepunt.

Verdwaalde zielen

Call Super en Objekt bestreken elk mogelijk genre subliem, en eindigden droogweg met 'Once in a Lifetime' van Talking Heads. Zoek hen op, ze zijn de moeite. Meer hoeven we niet kwijt. Behalve dat de kikkers luidkeels kwaakten en wij het kampvuur opzochten, waar alle zo goed mogelijk verdwaalde zielen elkaars puzzelstukken bij elkaar zochten en lustig combineerden. Vandaag zijn we weer onszelf, tenminste tot zonsondergang.