‘Extreem’ weinig vlinders geteld door hitte

Klein koolwitje. © blg

De aanhoudende hitte heeft ook een impact op de vlinders. Tijdens de tuinvlindertelling zijn ‘extreem lage aantallen’ geteld, stelt Natuurpunt.

jvt

De telling was al met een week vervroegd om in te spelen op het veranderende klimaat, zegt vlinderexpert Wouter Vanreusel van Natuurpunt. ‘Maar dat bleek onvoldoende. Door de uitzonderlijke warmteperiode waren veel vlindersoorten, zoals de dagpauwoog dit jaar al erg vroeg voorbij hun piek, of zelfs volledig uitgevlogen.’

De meeste vlinders kwamen dit jaar twee tot drie weken vroeger uit hun pop. Bovendien is hun levensduur korter als ze door zonnig weer lange dagen kunnen vliegen en weinig nectar vinden, vervolgt Vanreusel. Heel wat nectarplanten zijn al uitgedroogd.

Telling

In de gemiddelde Vlaamse tuin werden 7 exemplaren van 4 soorten geteld, zo blijkt uit de voorlopige resultaten. Dat is laag in vergelijking met gemiddelde jaren. Ter vergelijking: in 2016 werden gemiddeld 14 vlinders van 5 verschillende soorten gemeld.

Het klein koolwitje was net als vorig jaar de talrijkste soort in Vlaamse tuinen. Op twee volgt het groot koolwitje. Nummer drie was de atalanta, een trekvlinder.

Natuurpunt wijst op het mooie resultaat van de koninginnenpage. De grootste dagvlindersoort van ons land werd in twaalf procent van de tuinen gezien. Liefst 38 procent van de 4.531 tellers gaf aan dat ze deze vlinder eerder dit jaar al konden spotten in hun tuin. Een teken van herstel na verschillende jaren van achteruitgang, klinkt het.

Zoals verwacht hebben enkele zuiderse soorten van de hete zomer geprofiteerd om hun verspreiding naar het noorden voort te zetten, zoals het kaasjeskruiddikkopje. Tot 2009 kwam die soort niet voor in Vlaanderen.

Volgend jaar

De warmte kan ook een impact hebben op de populatie van volgend jaar. ‘Door de aanhoudende droogte zijn veel nectarplanten verdroogd waarmee de volwassen vlinders zich voeden’, stelt Natuurpunt. ‘Maar ook veel waardplanten, die het voedsel voor de rupsen vormen, staan er dor bij. Dit kan nefaste gevolgen hebben voor de volgende generatie.’