Steeds meer 100-jarigen: ‘Wat als de oudere generaties hun stem plots wél kunnen laten horen?’

'De tijd van 20 jaar naar school gaan, 35 jaar werken en dan gaan uitrusten, is definitief voorbij.' © iStock
Michel Vandersmissen
Michel Vandersmissen Redacteur van Knack

Dankzij de medische vooruitgang en onze gezondere levensstijl leven we almaar langer – wie in 2018 geboren wordt, heeft zelfs een grote kans om 100 te worden. Maar dat heeft ook ernstige gevolgen: ‘De hele manier waarop we ons leven organiseren moet op de schop.’

Hoe oud kan een mens worden? Het voorlopige antwoord op die vraag is 122 jaar, 5 maanden en 4 dagen. Zo lang leefde Jeanne Calment uit Arles in de Provence, de oudste mens van wie de geboortedatum (21 februari 1875) en de sterfdatum (4 augustus 1997) officieel vaststaan. In het bureau van Lucien De Cock in het Algemeen Ziekenhuis Lokeren hangt een grote foto waarop Calment te zien is. Vlaanderens bekendste geriater leerde de Française kennen toen ze 104 was en bleef met haar bevriend tot haar dood. ‘Ze is zelfstandig thuis blijven wonen tot ze 108 jaar werd, en tot haar 121e ging ze elke dag naar de mis. Minstens tweemaal per jaar ga ik zonnebloemen op haar graf leggen, zoals ik haar heb beloofd.’

Waarom zou je niet op je 40e terug naar school gaan, op je 52e een jaar rust nemen enzovoort? Anders hou je het toch niet vol

Dirk Schyvinck, socioloog

De Cock bezit de geboorte- en de overlijdensakte van zijn Franse vriendin. Zulke officiële bewijzen ontbreken telkens weer in de verhalen van Afrikanen of Aziaten die de media halen omdat ze Calments record gebroken zouden hebben. Vorig jaar, bijvoorbeeld, overleed de Indonesiër Sodimedjo Ghoto, een man die in 1870 zou zijn geboren. Omdat Indonesië pas sinds 1900 geboortes registreert, was zijn leeftijd niet te controleren. De oudste nog levende vrouw, overigens, is de 115-jarige Japanse Kane Tanaka. Ook de oudste man is van Japan: Masazo Nonaka (112). De Oost-Vlaamse Elisabeth De Proost, geboren op 5 februari 1908, is de oudste Belg.

‘Eigenlijk is het jammer dat Jeanne niet is ingegaan op mijn vraag om haar lichaam aan de wetenschap te schenken’, zegt De Cock. ‘Dat zou ons veel geleerd hebben over onze maximale leeftijd. Je hoort wel eens zeggen: “Straks worden we allemaal 140 of 150 jaar!” Maar daar zou ik toch mee oppassen.’

De geriater verwijst naar een onderzoek door wetenschappers van het Albert Einstein College of Medicine in New York. Zij besloten in 2016, in een studie in het gezaghebbende tijdschrift Nature: ‘De menselijke levensduur zal wellicht nooit die overtreffen van de oudste mensen die al geleefd hebben.’ Ze deden dat op basis van een analyse van de Human Mortality Database, een Duits-Amerikaans initiatief dat gegevens over bevolking en sterfelijkheid van meer dan 40 landen verzamelt. De gemiddelde maximale levensduur van de mens zal nooit de 115 jaar overschrijden, stelden ze: een groot aantal genetische varianten bepalen die grens.

De kans dat iemand 125 wordt, waar ook ter wereld, lag volgens de onderzoekers lager dan 1 op de 10.000. ‘Jeanne Calment was een statistische uitschieter’, besloten ze.

Langer leven, langer ziek

Vooruitgang in de gezondheidszorg kan alleen de gemiddelde levensverwachting nog omhoogstuwen, klonk het nog in Nature. En dat gebeurt ook, zegt De Cock, die wijst op het stijgende aantal eeuwelingen. Hij houdt de Belgische cijfers nauwgezet bij in zijn praktijk: ‘In 1996 waren er 735 100-plussers in ons land, in 2016 waren het er al 1860. ‘

Wereldwijd zal het aantal 100-jarigen om de 10 jaar verdubbelen, zo schatten demografen. Volgens De Cock zal het in werkelijkheid nóg sneller gaan. Hij verwijst ook naar de babyboom na de Eerste Wereldoorlog: ‘Die zal de komende jaren zichtbaar worden in de statistieken over eeuwelingen.’ Ook Dirk Schyvinck, auteur van het boek Wat als we straks 100 worden?, vindt de officiële inschattingen te voorzichtig. ‘De afgelopen 170 jaar is de levensverwachting gestegen met 2 jaar per decennium. Buitenlandse experts denken dat die evolutie zal versnellen, en dat tegen 2060 de helft van de bevolking 100 zal worden.’

Steeds meer 100-jarigen: 'Wat als de oudere generaties hun stem plots wél kunnen laten horen?'
© Statbel

‘Als ik tijdens lezingen over mijn boek vertel dat de Britse krant The Guardian heeft berekend dat we elke dag 4 tot 5 uur aan levensverwachting winnen, gaat er een zucht van ongeloof én opwinding door de zaal’, zegt Schyvinck, die socioloog van opleiding en marketeer van beroep is. Natuurlijk zal niet alleen het aantal 100e verjaardagen toenemen: ‘Het Federaal Planbureau voorspelt 3,2 miljoen 65-plussers tegen 2060, op een totale bevolking van 13 à 14 miljoen Belgen. 4 Belgen op de 10 zullen dan 50 jaar of ouder zijn; 1 op de 10 zal 80 jaar of ouder zijn. Maar ook die aantallen zullen volgens mij nog hoger liggen.’

Vrouwen hebben nog altijd meer kans op een lang leven dan mannen, zegt Lucien De Cock – ter illustratie: van de Belgische 100-plussers zijn 9 op de 10 vrouw. Vroeger werd dat verschil bijna uitsluitend door externe factoren verklaard: dat mannen ongezonder leven en doorgaans zwaardere beroepen hebben, terwijl vrouwen vaker thuisblijven en meer begaan zijn met hun gezondheid. Vandaag weten we dat er ook een genetische factor meespeelt: vrouwen zijn bijvoorbeeld tot hun 60e beter beschermd tegen een verhoogde cholesterol en tegen hart- en vaatziekten.

Sinds de emancipatie van de vrouw is ingezet, neemt het verschil in levensverwachting wel af. In 1996 was er nog een kloof van 7 jaar tussen die van Belgische vrouwen (81 jaar) en mannen (74 jaar); in 2016 ging het nog om 5 jaar: vrouwen worden nu 84, mannen 79. Als je rekening houdt met de medische vooruitgang in de toekomst – de zogenoemde longitudinale vooruitzichten – wordt het verschil nog kleiner: in dat scenario worden in 2018 geboren vrouwen 91,5 jaar en mannen 90,1 jaar.

Ook het aantal gezonde levensjaren, waarin we zonder langdurige beperking leven en onszelf ook gezond voelen, stijgt. Toen Lucien De Cock als geriater aan de slag ging, eind jaren 1970, waren de meeste mensen al tevreden met 60 gezonde jaren. ‘Vandaag ligt dat aantal flink hoger, zegt hij. De stijging is wel minder sterk dan die van de algemene levensverwachting – een wereldwijd fenomeen. In 2013 bleek uit onderzoek van de Europese Unie dat Belgische vrouwen die gezond over de meet van de 65 gingen, gemiddeld nog op 10,9 gezonde jaren konden rekenen (ofwel 51 procent van hun resterende levensverwachting) en mannen op 10,8 (ofwel 61 procent van hun resterende levensverwachting): vrouwen leven dus wel langer, maar zijn minder gezond in de laatste fase van hun leven.

Gezondheidseconoom Lieven Annemans (UGent) onderstreept dat het aantal jaren dat we ziek zijn óók groeit. ‘In België zijn vrouwen vandaag gemiddeld 11,2 jaar ziek en mannen gemiddeld 9,1 jaar’ – dat is telkens meer dan een maand méér dan 10 jaar geleden. ‘En dat komt vooral omdat we te weinig investeren in gezondheidspromotie en gezondheidspreventie.’ De sterftekans verkleinen: daarop hebben de gezondheidswetenschappen zich te lang geconcentreerd, zegt Lucien De Cock, in plaats van het aantal gezonde jaren te vergroten.

Steeds meer 100-jarigen: 'Wat als de oudere generaties hun stem plots wél kunnen laten horen?'

What’s another year?

Lucien De Cock: ‘Ik ben er nooit op uit geweest om iemand tot zijn 100e in leven te houden. 70 tot 80 gezonde jaren zijn al een groot succes. Mensen kunnen beter met hun schoenen aan sterven.’

Wat is een extra jaar waard? De Cock twijfelt. ‘Gisteren kreeg ik het bezoek van een Marokkaanse familie. Het leven van de oude vader zat erop, volgens mij. Ik had hem al een paar keer “erdoor gehaald”. Moest ik het nog eens proberen? Zijn kinderen waren verdeeld. “Nee”, zeiden de jongsten. “Het is genoeg geweest.” Zijn oudste zoon verzette zich: “Vecht voor zijn leven”, vroeg hij. Dan doe ik dat ook. Maar soms vraag ik me af of dat wel de juiste beslissing is.’

‘Aan de andere kant: je mag ook niet te economisch denken over het leven. In het Verenigd Koninkrijk geldt bijvoorbeeld een officiële bovengrens van 20.000 tot 30.000 pond (23.300 euro tot 34.960 euro) per gewonnen kwaliteitsvol levensjaar. Wordt een behandeling duurder – bijvoorbeeld een kankerbehandeling van 50.000 euro om één jaar langer te leven – dan krijg je die niet terugbetaald. Sommige experts pleiten ervoor om ook de leeftijd van de patiënt in rekening te brengen: voor een 85-jarige zou een extra levensjaar dan minder waard zijn dan voor een 5-jarige.’

Daarmee is Lieven Annemans het niet helemaal eens. ‘Natuurlijk is het, in aantal extra levensjaren, “winstgevender” om een kind met leukemie te behandelen. Maar moet je daarom een 85-jarige die verder geen medische problemen heeft een transplantatie ontzeggen? Niet alleen de betrokkene wint bij die ingreep, ook vanuit maatschappelijk oogpunt is het een verdedigbare investering.’

‘Eigenlijk moet je elk geval apart bekijken’, zegt Annemans. ‘Zulke beslissingen mag de overheid in elk geval niet nemen. Nu doet de behandelende dokter dat in overleg met de patiënt en de familie. Hou dat zo.’

De overheid heeft volgens Annemans wél een rol te spelen in de vooruitgang van de medische wetenschap. ‘We moeten daar op een slimme manier mee omgaan. De regeneratieve geneeskunde, die zich bijvoorbeeld bezighoudt met de vervanging van organen, is duur. Hoever mogen die kosten gaan? Daarover moeten er goede afspraken komen met de gezondheidsindustrie.’

Kosten vs. baten

Dat we almaar ouder worden, zal niet zonder gevolgen blijven. ‘De tijd van 20 jaar naar school gaan, 35 jaar werken en dan gaan uitrusten, is definitief voorbij. De hele manier waarop we onderwijs, tewerkstelling – kortweg: ons leven – organiseren moet op de schop’, zegt Dirk Schyvinck. ‘ De jongens en meisjes die nu nog op de schoolbanken zitten, zullen minimaal tot hun 75e moeten werken. En omdat wat je nu leert op school nog een houdbaarheid van 5 à 10 jaar heeft, door de snelle technologische ontwikkelingen, zullen we ons constant moeten bijscholen. Daarom stel ik voor: laten we onze gewonnen levensjaren niet opsparen tot het einde, als het ware, maar ze spreiden. Waarom zou je niet op je 40e terug naar school gaan, op je 52e een jaar rust nemen enzovoort? Anders hou je het toch niet vol.’

Ik ben er nooit op uit geweest om iemand tot zijn 100e in leven te houden. Mensen kunnen beter met hun schoenen aan sterven

Lucien De Cock, geriater

Dat de vergrijzing zwaar zal inhakken op de Belgische begroting, is bekend. In 2016 bedroeg de pensioenlast 10,5 procent van het bruto binnenlands product; in 2040 zal dat al 13 procent zijn – een kostprijs van vele miljarden extra. Schyvinck: ‘In Nederland wordt, om alles betaalbaar te houden, de pensioenleeftijd in de toekomst gekoppeld aan de levensverwachting. Dat principe zat ook in de oorspronkelijke voorstellen voor het Belgische pensioen met punten (waarbij je voor elk gewerkt jaar één punt krijgt, en meer punten als je een zwaar beroep hebt, nvdr). Het zal voor de sociale partners niet makkelijk zijn om daarover een akkoord te bereiken, maar het zal niet anders kunnen.’

En dan is er de zorg. Eind vorige eeuw gingen ouderen gemiddeld rond hun 82e naar een woon-zorgcentrum, vandaag rond hun 85e. ‘De babyboomers – de generatie geboren na de Tweede Wereldoorlog – kijken anders aan tegen het laatste deel van hun leven: ze willen de touwtjes zo lang mogelijk zelf in handen houden. En dus: zo lang mogelijk thuis blijven wonen, en desnoods dáár verzorgd worden’, zegt Schyvinck. ‘We zullen evolueren naar een meer individuele zorg die gericht zal zijn op zelfredzaamheid, en het belang van mantelzorg zal nog toenemen – nu al zorgt 28 procent van de Vlamingen voor iemand uit zijn onmiddellijke omgeving. We zullen daarbij wel flink geholpen worden door technologische veranderingen. Eén voorbeeld: 80-plussers zien hun leefwereld nu sterk verkleinen door een gebrek aan mobiliteit. Als eerste stap moeten ze vaak hun rijbewijs inleveren, omdat autorijden niet meer veilig is. Zodra de zelfrijdende auto er is, zal dat niet langer nodig zijn.’

Kan onze samenleving de vergrijzingskosten dragen? Lieven Annemans denkt van wel. ‘De Studiecommissie voor de Vergrijzing heeft het berekend: tussen 2016 en 2060 zullen de sociale uitgaven met 2,3 procent van het bbp stijgen. Dat is niet niks, maar de maatschappij kan dat perfect opvangen – zolang we achter het solidariteitsprincipe blijven staan en dat liefst nog een beetje versterken, waardoor de sterkste schouders iets meer lasten zullen dragen.’

‘Aan de andere kant – en dat wordt wel eens vergeten – zijn er ook baten aan de vergrijzing’, zo onderstreept Dirk Schyvinck. ‘In 2016 liet de Amerikaanse non-profitorganisatie AARP (American Association of Retired Persons) door Oxford Economics de economische waarde van Amerikaanse 50-plussers berekenen. Het resultaat was onthutsend: virtueel vormde die groep de derde grootste economie ter wereld, na de Amerikaanse en de Chinese.’ De onderzoekers gingen ervan uit dat de zogenoemde longevity economy – de verzamelde economische activiteit gedreven door de behoeften van 50-plussers – in 2032 goed zal zijn voor bijna de helft van het Amerikaanse bnp.

Dat effect zie je ook in België, zegt Schyvinck: ‘Een recente studie van ING bevestigde dat 65-plussers de afgelopen 10 jaar veel meer hebben geconsumeerd dan jongeren. En toch wordt maar 5 procent van de marketingbudgetten aan ouderen besteed. Veel van mijn collega’s in de reclamewereld staren zich blind op de groep van 25 tot 40 jaar – misschien ook omdat reclamejongens zelf over het algemeen niet zo oud zijn. Zo gaan veel kansen verloren.’

De babyboomers kijken anders aan tegen het laatste deel van hun leven: ze willen de touwtjes zo lang mogelijk zelf in handen houden

‘Om je een voorbeeld te geven: waarom concentreren fabrikanten van voedingssupplementen zich alleen op jongeren die fit en gezond willen blijven? Oudere mensen willen dat toch ook? Het befaamde Massachusetts Institute of Technology (MIT) heeft een pak ontwikkeld waarmee studenten, ontwerpers of architecten in verschillende omgevingen, van de werkvloer tot het openbaar vervoer, kunnen voelen hoe het is om 70-plusser te zijn: motorisch, qua zicht, handigheid en kracht. Dankzij dat pak werd onder meer vastgesteld dat producten die ouderen vaak kopen in de supermarkt zich vaak op voor hen moeilijk bereikbare plaatsen bevinden – onderaan de rekken, bijvoorbeeld. Op basis van zulke inzichten kun je je tot die “nieuwe” doelgroep richten. Dat zoiets kan, heeft de e-bike bewezen: die was eerst bedoeld voor oudere fietsers, maar marketeers zijn er toch in geslaagd om hem helemaal hip te maken voor jonge mensen. Het omgekeerde kan ook.’

Oud vs. jong

‘In de vergrijzing schuilt, tot slot, ook een generatieconflict’, zegt Dirk Schyvinck. ‘Vroeger had de samenleving een gezonde bevolkingspiramide: een brede basis van jonge mensen en een smalle top met de ouderen. In plaats daarvan hebben we nu een soort van pilaar. “Elke maand komen er 10.000 gepensioneerden bij”, zei CD&V-voorzitter Wouter Beke recent in een interview. 2017 was volgens hem het laatste jaar dat er in Vlaanderen meer mensen de arbeidsmarkt instroomden dan er met pensioen gingen. Zullen de jongere generaties blijven pikken dat ze almaar meer moeten betalen voor het groeiende leger ouderen?’

‘Het omgekeerde geldt ook: wat als de oudere generaties, die lang geen prioriteit waren voor beleidsmakers, hun stem – door hun getalsterkte – plots wél kunnen laten horen? Kijk naar wat er in het Verenigd Koninkrijk is gebeurd met het brexitreferendum. De jongeren stemden tegen de brexit, de ouderen waren massaal vóór – en zij hebben de doorslag gegeven.’

Hoe vermijd je dat conflict? Schyvinck pleit ervoor om de oudere generaties langer in de samenleving te blijven inschakelen. ‘Puur technische taken zullen in toenemende mate worden overgenomen door robots, andere taken kun je perfect aan oudere mensen toevertrouwen. Waar er behoefte is aan empathie, aan creativiteit, aan organisatietalent en noem maar op, daar zullen zij een rol te spelen hebben.’

‘Ach, 100 worden stelt niet meer zoveel voor’

‘Ik leef op geleende tijd. Het is goed geweest.’ Jan Verroken, gewezen fractievoorzitter van de toenmalige CVP en kruisvaarder tegen het Egmontpact is 101, loopt een beetje krom, maar oogt nog altijd gezond.

Jan Verroken en zijn vrouw Germaine: 'Oud worden begint in de benen.'
Jan Verroken en zijn vrouw Germaine: ‘Oud worden begint in de benen.’© Carmen De Vos

Jan Verroken is ongetwijfeld de bekendste Vlaamse 100-plusser. Hij tekende de taalgrens, liet in 1968 de regering-Vanden Boeynants struikelen over zijn motie over de splitsing van de Leuvense universiteit, en op zijn 94e achtte hij de tijd rijp om te gaan twitteren.


In de hoek van zijn woonkamer staat een gigantisch computerscherm. ‘Voor dat scherm volg ik nog elke dag de actualiteit.’ Het is de dag van de historische ontmoeting van de Amerikaanse president Donald Trump en de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-un. ‘Zo’n gebeurtenis zal niet aan mijn aandacht ontsnappen – ik heb die vreselijke Koreaanse Oorlog nog meegemaakt.’


Verroken vertelt dat hij enkele jaren geleden naar woon-zorgcentrum de Noordduinen in Koksijde verhuisde, toen thuis wonen in Oudenaarde niet langer kon vanwege de ziekte van zijn vrouw Germaine (ook al bijna 98). In de kamer staat geen tv, maar er liggen wel enkele boeken, zoals De hut van oom Tom en Don Quichot. Verroken houdt van zijn klassiekers. Aan de muur hangen nog altijd de foto’s, tekeningen en wensen van zijn 8 kinderen en vele klein- en achterkleinkinderen voor zijn 101e verjaardag, die hij in januari vierde.


‘Als de hele familie samen is, zijn we met exact 100 mensen’, rekent hij voor. ‘Mijn oudste kind, Hilde, is 72 jaar. Rik is de jongste. Die is nog maar 57 – piepjong. (lacht) Mijn oudste kleinzoon is helaas overleden. Bart zou dit jaar 47 jaar geworden zijn.’ Enkele weken geleden werd zijn jongste achterkleinkind geboren.


Op zijn 100e stuurde Jan Verroken zijn laatste tweet de wereld in: ‘Ik werd vandaag 100. Dat voelt vooral in de benen.’ Hij grijnst als wij hem daaraan herinneren. ‘Oud worden begint in de benen, als je moeilijker kunt gaan en staan waar je wilt. Hier lopen veel bewoners rond met hun “karretjes”.’ Aan hem is zo’n rollator nog niet besteed.


‘Nee, ik ben niet eenzaam. Germaine is nog altijd bij mij. Wie kan dat zeggen op mijn leeftijd? En er komt veel bezoek van de familie. In de Noordduinen is niet iedereen zo fortuinlijk. Als je zo oud bent zoals ik, is het risico niet gering dat een van je kinderen vóór jou sterft. Dat moet verschrikkelijk zijn. Gelukkig leven die van mij nog allemaal. Wij zijn een sterk geslacht.’


Jan Verroken kijkt niet echt verbaasd als we hem vertellen dat het aantal 100-jarigen om de tien jaar zal verdubbelen. ‘Ach, 100 worden stelt niet meer zoveel voor’, zegt hij schouderophalend. ‘Vroeger kwam je daarmee nog in de krant, en kwamen de burgemeester en de pastoor met veel lawaai op bezoek. Nu kun je 100 worden zonder dat iemand het merkt.’


‘Ik ben blij dat ik nog leef, en toch denk ik dat ik aan mijn laatste jaar ben begonnen. Nee, ik denk niet aan euthanasie. Dat past niet in mijn geloof. Het is hier goed. Ik kom niets tekort en ik word niet betutteld, zoals dat vaak gebeurt met oudjes. Integendeel, ik voel veel respect. Misschien maakt men mij iets wijs – maar zelfs als dat zo is, kan me dat niet veel meer schelen.’


Hij wijst naar zijn plechtstatig geschilderde portret als burgemeester van Oudenaarde, zoveel jaar geleden. ‘Het is natuurlijk niet meer zoals toen, maar het is goed zoals het is. Ik heb geen zin om de sukkelaar of de martelaar te spelen.’


En of de maatschappij klaar is voor die aanzwellende golf van vergrijzing? ‘Ik ben te oud om nog zwaar na te denken over zoiets.’ Aan de dood denkt hij wel af en toe. ‘Ik heb er een beetje schrik voor’, klinkt het aarzelend. ‘Ik hoop dat Germaine en ik samen kunnen gaan. Ik wil geen weduwe achterlaten, maar ik wil ook geen weduwnaar zijn.’

Partner Content