Hoge energiekosten maken België minder aantrekkelijk voor buitenlandse bedrijven
Ons land wordt minder aantrekkelijk voor buitenlandse bedrijven om zich te vestigen. Dat blijkt uit een rangschikking van het internationaal adviesbureau BDO. België zakt vier plaatsen, omdat we zwak scoren met ons energiebeleid. Vooral de hoge energiekosten zijn een hinderpaal voor buitenlandse bedrijven om bij ons actief te zijn.
Voor het zevende jaar op rij bestudeert het adviesbureau BDO het economische, politieke en socioculturele klimaat in meer dan 170 landen. Die drie factoren bepalen hoe aantrekkelijk een land is voor buitenlandse bedrijven. En dit jaar nam BDO daarbij vooral de energiepolitiek onder de loepe. Want energie wordt een alsmaar belangrijker criterium voor bedrijven, als ze kiezen waar ze zich vestigen.
Energie is te duur
"In België is de energiemarkt onvoldoende vrijgemaakt, wat de energieprijzen kan omhoog stuwen", zegt Hans Wilmots van BDO. "Daar komt nog bij dat ons land na Denemarken en Duitsland de hoogste taksen heft op energie in Europa. En tenslotte verbruiken we veel energie, waardoor we relatief veel CO2 uitstoten; en als we dan de Europese normen niet halen, dan zijn bedrijven bang dat ze daar op termijn een stuk voor gaan opdraaien."
België heft in Europa de hoogste energietaksen na Denemarken en Duitsland
In de rangschikking van aantrekkelijkste landen voor buitenlandse bedrijven komt België pas op de zeventiende plaats. Daarmee zakken we vier plaatsen, vergeleken met vorig jaar. Onder meer Zweden en Oostenrijk steken ons land voorbij.
Ons land kan beter
Net als vorig jaar wordt de BDO-rangschikking aangevoerd door Singapore, gevolgd door Hongkong. De eerste Europese landen zijn Zwitserland op de derde plaats, en Nederland op de vierde plaats. Ierland, Denemarken, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk, Canada en Australië vervolledigen de top-tien.
We doen het beduidend minder goed dan de meeste buurlanden.
"Puur economisch gezien doet België het zeker niet slecht", legt Hans Wilmots uit. "Maar als we vergelijken met de ons omringende landen, en in het bijzonder bijvoorbeeld Nederland, dan hinken we achterop. Objectief bekeken zouden we veel beter moeten kunnen."