Direct naar artikelinhoud
Opinie

"Fikry", zei de koning van Marokko, "het wordt tijd dat je iets doet voor je land"

"Fikry", zei de koning van Marokko, "het wordt tijd dat je iets doet voor je land"
Beeld Eric de Mildt

Fikry El Azzouzi is schrijver van Drarrie in de nachtMalcolm X en Ayoub.

Deze nacht hoorde ik in een droom de koning van Marokko tegen mij praten. "Fikry," zei de koning. In mijn droom spreekt de koning mij altijd aan bij mijn voornaam. "Fikry, de winter komt eraan, het wordt tijd dat je terugkeert en iets doet voor je land. Ik weet dat je hier niet bent geboren en getogen, ietwat vervreemd bent van je roots, maar wij vergeten nooit, wij zullen je nooit in de steek laten. Alles heeft een reden. Waarom raak je die Marokkaanse nationaliteit nooit kwijt?"

Ik wist niet of ik de bezorgdheid van zijne majesteit als een compliment moest beschouwen of het in mijn broek moest doen voor zo veel aandacht. In mijn dromen zie ik alles aan de roze kant, dus dacht ik dat hij mij vroeg voor een toneelstuk, of ik moest een exotisch reisverhaal voor hem schrijven. Ergens in Marrakech, in een prachtige riad, rondom een geurige tuin waar ik in alle comfort en met een glaasje muntthee diep kan nadenken.

'Ik, naar het leger? Ben je helemaal op je kop gevallen, ik heb wel betere dingen te doen dan de gouden wc’s van een van je duizenden paleizen te poetsen'

Koning Mohammed diende me meteen van antwoord door te zeggen dat ik niet te hoog van de toren moest blazen, die dingen zijn voorbehouden voor familie, vriendenkring en rijke Europeanen. Daar hoorde ik niet bij.

Hij had een beter idee voor mij. De dienstplicht. Ik schoot meteen wakker en riep: "Ik, naar het leger? Ben je helemaal op je kop gevallen, ik heb wel betere dingen te doen dan de gouden wc’s van een van je duizenden paleizen te poetsen."

Ik schrok van mijn eigen woorden, keek angstig in het rond. Wat een geluk dat er niemand te bespeuren was in de slaapkamer.

Ik probeerde weer te slapen. Zodra mijn ogen dichtgingen, hoorde ik de stem van de koning die me vertelde dat hij mij nodig had. Het volk moet nationalistischer worden. Het volk moet van zijn land houden en niet protesteren tegen sociaal-economische omstandigheden.

"Nationalistisch", mompelde ik in mijn slaap. "Doe het met wat minder paleizen en zorg ook voor een voetbalploeg die er op het WK wel iets van bakt."

Ik trok meteen het deken over mij heen en hoopte dat niemand mijn kritische stem hoorde. Terug in dromenland hoorde ik de stem weer. Deze keer met de tactiek van de verschroeide charme. Het leger had mij nodig, het leger kon niet zonder mij, het leger had ook tal van voordelen. Een mooi uniform, altijd gladgeschoren, goede conditie, je leert discipline bij en je wordt daar een echte vent.

In mijn droom diende ik nu de koning van antwoord. Ik bedankte hem voor het aanbod, vertelde hem dat hij niet alleen mij kende, maar ook mijn ouders en mijn vrienden. Ik was bijzonder geflatteerd door alle aandacht. Ik vertelde hem ook dat ik het geluk heb dat ik in België ben geboren en opgegroeid. Met dank aan zijn vader die ons massaal wegstuurde omdat we een opstandig, achterlijk volk waren. Hoewel hij er ook wat van kon, twintig jaar cel geven aan betogers is niet niets. Ik vond ook dat de koning moest weten dat ik me in België altijd thuis voelde. Marokko is prachtig, ik heb daar nog veel familie en ga er graag op vakantie, maar daar houdt het voor mij helaas op. Hij mocht ook de populisten in België geen munitie geven, want ik zie de artikels al zo voor me: Belgische Marokkanen gaan massaal naar het land van herkomst om daar het leger in te gaan zodat ze onze weerloze burgers onverdoofd zullen bekeren, halal-slachten en daarna opeten met peper, zout, komijn en 1.001 andere kruiden. We moeten onmiddellijk de Belgische identiteitskaarten afnemen van al degenen met een dubbele nationaliteit. Nu, voor het te laat is.

Ik bedankte de koning voor zijn vertrouwen, hoopte dat België me ooit ook zo hard zou kunnen vertrouwen. Toch bleek zijn reactie vrij bits te zijn. Hij kon een nee moeilijk aanvaarden, vond dat ik mijn land van herkomst vergat, mijn geloof en dat ik mijn verdiende loon wel zou krijgen. Ik mocht vooral niet denken dat een land als België me ooit zal aanvaarden. Er komt een dag dat ik met hangende pootjes zal terugkeren en dan zal ik uiteraard verwachten dat Marokko me onder de vleugels neemt. Maar daar zou hij een stokje voor steken. In mijn droom raakte ik de Marokkaanse nationaliteit waar niemand van af kan geraken voorgoed kwijt. Voor zo’n verraad wilde de koning het paspoort zelfs eigenhandig kapotscheuren. Na de nacht vol onrustige dromen stond ik verward op en had ik het gevoel dat er iets dierbaars van me werd afgenomen.

'Er komt een dag dat ik met hangende pootjes zal terugkeren en dan zal ik uiteraard verwachten dat Marokko me onder de vleugels neemt'

Lees ook

Geselecteerd door de redactie