Gatz reageert op open brief over Jan Fabre: "Organisatiecultuur baart mij zorgen"
In De Ochtend op Radio 1 heeft Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz (Open Vld) uitgebreid gereageerd op de beschuldigingen van seksueel machtsmisbruik tegen Jan Fabre. "Het gaat hier duidelijk om een organisatiecultuur. Dat baart mij zorgen."
In een lange open brief, die vannacht gepubliceerd werd op de website van kunstmagazine rekto:verso, schetsen twintig ex-medewerkers van Jan Fabres gezelschap Troubleyn een vernietigend beeld van de kunstenaar. Cultuurminister Sven Gatz werd naar eigen zeggen een tiental dagen geleden ingelicht. "Ik wilde mij vergewissen van wie achter de brief zit en hoe ernstig de situatie is. Maar twintig mensen zijn niet niks, en de beschreven feiten evenmin. We nemen dit zeer ernstig."
Gatz wil nu een grondige doorlichting. Niet alleen van de persoon Fabre, ook van het gezelschap Troubleyn. "Het is meer dan enkel een meester-leerling-verhouding. In de brief gaat het duidelijk om een organisatiecultuur waar meer mensen bij betrokken zijn, een zekere zwijgcultuur. Dat baart mij zorgen."
Troubleyn ontvangt jaarlijks 927.300 euro werkingssubsidies van de Vlaamse overheid. "Die met terugwerkende kracht intrekken gaat niet, dat laat de wet niet toe", aldus Gatz, die vooral de ernst van de zaak wil onderzoeken door de feiten na te gaan en woord en wederwoord te horen. "Binnen het arbeidsrecht valt grensoverschrijdend gedrag juridisch onder de 'correcte houding tussen werknemer en werkgever.' En als de ernst van de zaak overeind blijft, moeten ook de sociale inspectie en parket hier hun rol in spelen. Dat werkt zo in een rechtstaat."
Over de rol van Fabre spreekt Gatz zich voorlopig voorzichtig uit in voorwaardelijke termen. "Je kan niet ontkennen dat lichamelijkheid een belangrijke factor is in de cultuurwereld, en zeker in de danswereld. Maar mensen die geen solodans zouden mogen doen als ze niet op de avances ingaan? Dat is er ver over natuurlijk."
Lees ook
Geselecteerd door de redactie