Direct naar artikelinhoud
Antwerpen

Welkom in de meest vervuilde straat van Antwerpen: "Je proeft de rubber als je de deur opentrekt"

Karin Heremans (r.), directrice van het Koninklijk Atheneum in de Osystraat, met twee collega's.Beeld Tim Dirven

Slalommend tussen de bussen, fietsers en voetgangers trokken we naar de Osystraat, in hartje Antwerpen. Volgens metingen van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) is dit de meest vervuilde straat in de stad. “Tja, dat verbaast mij niet. Je proeft de rubber als je de deur opentrekt.”

“Ik zei dat altijd om te lachen, ‘dat wij in de straat met de meeste luchtvervuiling wonen’. Dat blijkt dus te kloppen”, lacht Emma Willems schamper. Ze geeft haar pasgeboren dochter Martha borstvoeding terwijl haar man Jeroen Tilkin liefdevol toekijkt. We zitten in hun appartement op de tweede verdieping van de Osystraat. “Nieuwe ramen”, zegt Tilkin als hij merkt dat we naar de ruiten kijken. “Maar zelfs die slagen er niet in het geluid tegen te houden.” De bevende vloer en de claxons van wagens zijn een niet te negeren herinnering aan de drukke straat twee verdiepingen lager.

Hun appartementsgebouw staat in het midden van de Osystraat. Die straat valt uiteen in twee delen. Het voorste en drukste deel loopt langs een lagere en een middelbare school. Daarna buigt de straat af in de Van Maerlantstraat, terwijl een autoloos deel doorloopt. Dat drukke deel mag zich sinds vrijdag de straat met de slechtste lucht in Antwerpen noemen.

Emma Willems en Jeroen Tilkin met dochter Martha.Beeld Tim Dirven

Dat blijkt uit een nieuw rapport van het VMM, ‘Jaarrapport Lucht’. Van de 20 meetpunten in Antwerpen is dat in de Osystraat het punt met de slechtste luchtwaarden. Er wordt liefst 59 microgram stikstofdioxide (NO2) per kubieke meter gemeten, ruim boven de Europese grens van 40 microgram. Stikstofdioxide geldt als de beste indicator voor luchtvervuiling. In heel de stad wordt die grens op 13 van de 20 meetpunten overschreden.

Verbaasd is dan ook niemand als we er hen op aanspreken. “Kijk naar de gevels”, gidsen meesters Wim en Christophe onze blik omhoog. “Gitzwart zien die.” Karin Heremans, directrice van het Koninklijk Atheneum in de straat, moet eens goed lachen. “Ze hebben die gevels ooit gezandstraald. Direct zagen ze weer zwart.”

'Kijk naar de gevels. Gitzwart zien die'
Meesters Wim en Christophe

“Of ik de luchtvervuiling zelf opmerk? Als ik ben gaan skiën en dan terugkom,” zegt meester Wim. We horen ongeveer hetzelfde verhaal bij zowat iedereen. “Al is dat verbeterd sinds de lage-emissiezone (LEZ) er is. Misschien is dat psychologisch?”, zegt Emma Willems. Ingrid Van Grimbergen, leerkracht Natuurkunde in het Atheneum, ervoer het direct op toen ze hier tien jaar geleden kwam werken. “Als ik mij ’s avonds ontschminkte, merkte ik dat ik helemaal zwart zag.” “Dat hoeft niet te verbazen”, zegt meester Christophe. “Als je hier alle bussen telt die voorbijrijden, kom je met duizend niet toe, denk ik.”

Draaiende motoren

Het is een algemene frustratie in de straat: ze krijgen te veel busverkeer te slikken vanop het drukke busstation op de Rooseveltplaats. Je kan er dan ook niet naast kijken. In de paar uur dat we in de straat rondlopen, is er altijd wel een bus te zien. Is het geen bus van De Lijn, dan staat er wel een naar Sarajevo te wachten om de hoek, in de Van Stralenstraat. En altijd met draaiende motor.

Patrick Meekers, directeur van de basisschool in de Osystraat.Beeld Tim Dirven

“Dan staan ze daar, met de mededeling ‘even pauze’ op het bord. Als ik te voet voorbijkom, zitten die buschauffeurs hun boterhammen te eten met de deur open en de motor aan”, zegt huisdokter Patrick Sweetlove. “Neen, ik spreek ze er niet op aan.” In zijn praktijk aan de Osystraat heeft hij er dan ook weinig last van. “Maar je merkt het meteen als je de deur opentrekt. Dat stinkt zo.”

“Altijd dat starten en stoppen voor het rood licht, elke keer weer optrekken”, zucht Patrick Meekers, directeur van de basisschool. “Toegegeven, sinds dit schooljaar is de Pijlstraat (die uitmondt in de Osystraat, PG) een eenrichtingstraat. Maar kunnen er niet meer elektrische bussen rijden?”

Jungle

Die uitlaatgassen zijn zeker niet onschuldig. Het effect ervan op de gezondheid is onmiskenbaar. Luchtvervuiling kan gelinkt worden aan hart- en vaatziekten, irriteert de luchtwegen en wordt sinds 2013 officieel erkend als oorzaak van kanker. De VMM schat het aantal vroegtijdige overlijdens door stikstofdioxide jaarlijks op 1.800 tot 3.600.

Net kinderen, van wie de organen in volle ontwikkeling zijn, kunnen die luchtvervuiling missen als kiespijn. “Mijn naïeve hoop is dat deze muren het meeste van de vervuiling tegenhouden”, wijst Meekers naar de schoolgevel. “Uit metingen van het stadslab bleek dat de speelplaats, omgeven door metershoge gebouwen, minder vervuild was”, zegt zijn collega-directeur Karin Heremans.

'Mijn naïeve hoop is dat deze muren de meeste vervuiling tegenhouden'
Directeur Patrick Meekers

“Het is een van de belangrijkste redenen waarom wij verhuizen”, erkennen Emma Willems en Jeroen Tilkin, terwijl ze naar hun pasgeboren dochter kijken. “Soms voel ik mij schuldig. Dat ons huis in Berchem niet af is geraakt voor zij geboren werd. Nog één jaar”. Ze doen wat ze kunnen. “Ja, wij hebben hier een kleine jungle gebouwd”, lacht het koppel bij de vele planten die hun woonkamer sieren.

Schoolkinderen met moeder staan te wachten op de bus.Beeld Tim Dirven

Ook aan de overkant van de Osystraat, in het Atheneum, kregen ze spontaan groene vingers. De speelplaats wordt er sinds kort opgefleurd met struiken en groenteplanten. En ze zijn ambitieus: “Het dak boven de wc’s wordt een groen dak. En straks komen er nog fruitbomen”, zegt Ingrid Van Grimbergen. Ook trokken de leerlingen met een petitie de straat op. Zo verzamelden ze 550 handtekeningen, die op het bureau van burgemeester Bart De Wever (N-VA) moesten belanden. Dat lukte echter nooit.

Ondertussen proberen de scholen iedereen aan te spreken die ze kunnen. “Straf toch”, zegt Patrick Meekers. “Dat jullie ons moeten komen vertellen dat dit de vuilste straat van Antwerpen is. Alles bij elkaar zitten hier zo’n 1.000 leerlingen. Maar niemand informeert ons over wat we kunnen doen.”